Sparrenheuvel als
speelterrein
Herinneringen van Wim Post
De bewoner van de koetsiersvvoning J. Hoenderdos met zijn honden. Op de achtergrond: Jinks de oranjerie, rechts de
huizen aan de dr. Dirk Bakkerlaan en de Ign. Bispincklaan (foto circa 1950, coll. W. Post).
Eind jaren veertig leerde ik het buiten Sparrenheuvel en zijn
omgeving kennen. Mijn geboortehuis (1938) lag aan de
Verbindingsweg 53 (thans nr. 43-45). Mijn vader was daar
zelfstandig wagenmaker en had zijn werkplaats op de bega
ne grond. Ons woongedeelte was daarboven en vanuit de
huiskamer keken we op de nu nog bestaande witgepleister
de voormalige koetsierswoning van Sparrenheuvel. Daar
woont nu de familie H. Kroon - begrafenisondernemer en
voormalig koster van de nabijgelegen kerk. Indertijd woon
de hier een groot katholiek gezin met elf kinderen en met
op hun erf een scala aan dieren. Met een leeftijdgenoot van
deze familie Hoenderdos was ik bevriend. Samen zaten we
op de St. Adelbertusschool aan de Dennenweg, een basis
school alleen voor jongens. Aan de overkant lag de St. The-
resiaschool die voor meisjes bestemd was. De St. Joseph-
school bestond nog niet.
Als we vrij van school waren, speelden we vaak in het naast
gelegen bos van Sparrenheuvel, klauterden er in bomen,
voeren op de vijver en kampeerden er ook wel eens in een
tentje. Er waren twee ingangen bij Sparrenheuvel. De
hoofdingang aan de Bloemendaalseweg en de andere ingang
aan de Verbindingsweg, bij de koetsierswoning.
Via de hoofdingang liep je voorbij het herenhuis evenwijdig
op met het pad naar smederij Van Riessen. Velen zullen zich
deze markante dorpssmid herinneren. Menigmaal was hij
daar bezig een paard te beslaan. Dat rook je al in de verte,
door de penetrante lucht van
verbrand hoorn.
Ook de oranjerie die al jaren geen dienst meer deed, was
een leuk object. Het rechthoekige gebouw, waar 's winters
de kuipplanten overwinterden, had nogal veel glas in de
gevel. Dat ik ook deelnam aan het ingooien van de ruiten,
kan ik niet ontkennen en het mooie paardenhoofdstel dat
boven de deuren van de koetsierswoning hing, onderging
hetzelfde lot. In de loop van de tijd werd het paardenhoofd
steeds kleiner en, nadat de woning na de brand was gereno
veerd, was er niets meer van terug te vinden.
Na de brand in september 1949. Boven de geblakerde deuren nog het
paardenhoofdstel, gadegeslagen door slager G. van Es en Wim Post
(foto coll. W. Post).
Op een keer brak er een grote
brand uit in de koetsierswo
ning, zo heftig dat de familie
Hoenderdos het pand tijdelijk
moest verlaten. Deze brand
was ontstaan in de voormalige
koets- en stalruimte die aan
een schildersbedrijf was ver
huurd.
Wat ook de aandacht van de
locale jeugd trok, was de bouw
van de nieuwe kerk. We klom
men dan via de houten steigers
naar boven om als waaghalzen
over de smalle betonnen dak
balken te lopen.
Ons Bloemendaal, 27e jaargang, nummer 2, zomer 2003
19