De bouw van Bloemendaals
Arcadië
Het Openluchttheater Caprera
als een compromis van natuur
en kunst
Henri Spijkerman
Het was slechts een paar jaar na de Tweede Wereldoorlog
dat enkele vermogende inwoners van Bloemendaal het plan
opvatten om de gemeente te verrijken met een openlucht
theater. De schitterende natuur die in Bloemendaal zo rijke
lijk aanwezig was, zou zich uitstekend lenen als decor voor
toneel-voorstellingen en openluchtconcerten. Het idee
kwam niet uit de lucht vallen. Tientallen jaren eerder had de
puissant rijke zakenman Julius Carl Bunge de beschikking
over een eigen openluchttheatertje op het terrein van zijn
welhaast legendarische landgoed Kareol in Aerdenhout. Het
enorme landgoed moest in de opvattingen van Bunge, die
van 1904 tot 1934 voorzitter was van de Nederlandse
Wagner Vereniging, de burcht Kareol uit Richard Wagners
opera 'Tristan und Isolde' voorstellen. Bunge overleed in
1934, maar de legende van Kareol leefde nog lange tijd voort.
De bouw van het openluchttheater in Bloemendaal, maart 1948.
De zitplaatsen worden uitgezet en het consumptiegebouwtje is in aanbouw, mei 1948. Van Altena bestuurt de grote wals.
Financiën
En in de nadagen van de glorietijd van Kareol koesterde
architect Auke Komter een ambitieus plan voor een open
luchttheater binnen de aanleg van een nieuwe badplaats aan
de kop van de Zeeweg in Bloemendaal aan Zee (193S).
Maar net als een dergelijk plan in Zandvoort mislukten alle
pogingen in die richting. Omdat het duinterrein van de
gemeente Bloemendaal zo bijzonder geschikt was voor de
bouw van een openluchttheater, meende men dit idee nu
eens daadwerkelijk te moeten uitvoeren.
In Bloemendaal moest het dit keer dus lukken. Voor de
bouw van het openluchttheater viel het oog op een locatie
aan de voet van het Koninginneduin en in de onmiddellijke
nabijheid van het befaamde Kopje van Bloemendaal. Dit
schitterende particuliere
terrein aan de Hoge
Duin en Daalseweg, dat
van nature uitstekend
geschikt was voor een
openluchttheater, lag
ingesloten in een stuk
duinterrein en was van
de weg af niet zichtbaar.
Hier, bij het Wilhelmi-
naduin, bevond zich
een zandafgraving (de
vroegere gemeentelijke
'Zanderij' (1900) nu
Wilhelminapark gehe
ten) Daarin was de
ruimte voor een kom
vormige aanleg, waarin
het openluchttheater als
een amfitheater zou
worden gebouwd.
Het oorspronkelijke idee
was ontsproten aan de
26
Ons Bloemendaal, 27e jaargang, nummer 2, zomer 2003