optreden daarbij kenmerkte zich door creativiteit, humor en
een zekere achteloosheid bij het behandelen van de agenda.
Als geen ander was hij in staat een vergadering naar zijn
hand te zetten. Graag voerde hij het woord. Zijn geïmprovi
seerde toespraken, hilarisch en soms ook kritisch, zijn le
gendarisch. Van zijn verdere activiteiten noemen we die ten
behoeve van de plaatselijke VW, het Dorpshuis, 't Kopje en
de Bloemendaalse Schoolvereniging.
Hockeyclub
Bovenal voelde De Jong zich thuis in het natuurgebied rond
het Meertje van Caprera, met daarin de fraai gelegen hoc
keyvelden. Jarenlang speelde hij in het eerste team van
BMHC en hij maakte deel uit van het elftal dat in 1938 het
Nederlands kampioenschap behaalde. Hij speelde linksbui
ten, was befaamd om zijn onorthodoxe spelopvatting en
werd door tegenstanders gevreesd wegens zijn harde schot.
Het was de tijd van het ware amateurisme, ver voordat
begrippen als warming up, cooling down en teambuilding
waren uitgevonden. Dat hij zijn leven lang aan .de Brede-
rodelaan vrijwel óp de velden van de hockeyclub woonde,
kwam hem goed uit. Als zijn team thuis speelde, verliet hij
enkele seconden voor de wedstrijd in sporttenue zijn huis,
sprong over het hek, sprintte naar zijn plaats aan de lijn,
trok zijn kousen omhoog en eiste onmiddellijk de bal op.
Ook op het sportieve vlak ontwaakte in De Jong de bestuur
der. Hij was langdurig voorzitter van de districtscommissie
Noord-Holland van de Koninklijke Nederlandse Hockey-
bond (KNHB)Als erkend voorstander van de ware hockey-
geest had hij een ruim oog voor de belangen van de kleine
re hockeyclubs in de provincie. Regelmatig trad hij op als
gastspreker bij andere hockeyclubs waarbij hij de zaal op
onderhoudende wijze de fijne kneepjes van de terreinverbe
tering en het recreatiehockey bijbracht. Tekenend voor zijn
vermogen een brug te slaan tussen diverse groeperingen
was zijn voorzitterschap van de hockeyclub Bloemendaal,
een in 1973 beklonken fusie van de damesclub BDHC en de
mannenclub BMHC. Elf jaar lang, tot 1984, vervulde hij
deze functie, hierin voortdurend gesteund door zijn vrouw
Dora. Een van zijn belangrijkste wapenfeiten: de goedkeu
ring door de diverse overheden van de aanleg van een
kunstgrasveld. Ook hij vond het kunstgras met zijn ontsie
rende reclameborden en lichtmasten een aantasting van het
Bloemendaalse natuurschoon, maar zijn club kon niet bij
andere hockeyverenigingen achterblijven. "Het hemd is
nader dan de rok", gaf hij ruiterlijk toe.
Vraaggesprekken
Kenmerkend voor zijn verknochtheid aan Bloemendaal ten
slotte is dat De Jong als amateur-historicus samen met zijn
vriend Ton de Waal Malefijt in de jaren tachtig ruim zestig
vraaggesprekken met meestentijds oudere inwoners van
Bloemendaal op de geluidsband vastlegde. Deze 'mondelin
ge geschiedenis' vormt een schat aan kennis over de plaatse
lijke historie. Door de redactie van Ons Bloemendaal wordt
er regelmatig uit geput.
Bij zijn afscheid als secretaris van het openluchttheater in
december 1988 ontving De Jong de zilveren erepenning van
de gemeente. Uit het raadsbesluit bleek dat daarmee niet
alleen zijn inspanningen voor het theater waren beloond,
maar onder meer ook bovengenoemde geschiedkundige
activiteiten. Daarvóór al, in 1980, was hij wegens zijn lange
staat van maatschappelijke betrokkenheid benoemd tot rid
der in de Orde van Oranje Nassau. Cees de Jong was voorts
drager van het verzetsherdenkingskruis, erelid van de Bond
van Oud-Illegale Werkers Haarlem, lid van verdienste van
het Bloemendaalse Dorpshuis, erevoorzitter van de hockey
club Bloemendaal, erelid van de KNHB en erelid van de
Landelijke Vereniging van Openluchttheaters.
36
Ons Bloemendaal, 27e jaargang, nummer 2, zomer 2003