Van Sint Josephschool (1953)
naar de Josephschool (2003)
Nell Brinkman-Baas
De vijftigjarige geschiedenis van de Rooms Katholieke Sint Joseph-
school, toen nog een School Vbor Bijzonder Lager Onderwijs, naar een
moderne Basisschool is rijk aan anekdotes en verhalen. Dat kan niet
anders met een school die startte in Sparrenheuvel en via barakken
tweehonderd meter in oostelijke richting over het voormalig landgoed
van de erven Bispinck schoof. Het huidige schoolgebouw is net voor de
derde keer uitgebreid en herbergt momenteel zon 250 leerlingen. Juist
in september van dit jaar viert de school haar 50-jarig bestaan. Nell
Brinkman-Baas, oud leerkracht, doet verslag.
De Sint Josephschool op schoolreis. Links Nell Brinkman, rechts G. Bartelsman.
In 1953 startte de Sint Josephschool met een hoofd en één
leerkracht. Het hoofd was G. Bartelsman, zijn eerste leer
kracht Paula Bekooy. De locatie was uniek: Sparrenheuvel.
De school behoorde bij de Parochie van de Allerheiligste
Drie-Eenheid, waar de Zeereerwaarde prof. dr. Olierook
pastoor was.
Zelf werd ik in 1955 aan de school benoemd. In 1954, pas
afgestudeerd en nog negentien jaar, had ik bij de Sint Jo
sephschool gesolliciteerd. Maar toen werd ik te pril geacht.
Wel werd ik toen benoemd aan de Lagere Meisjesschool in
Alkmaar. Bij de volgende poging, het jaar daarop, had ik
meer succes. Eigenlijk wilden de zusters van de Lagere
School in Alkmaar mij niet laten gaan, maar een school zo
dichtbij mijn ouderlijk huis en nog wel een gemengde
school, leek mij ideaal. Van 1955 tot 1996 heb ik het reilen
en zeilen van de school van dichtbij mee mogen maken. Een
belangrijke doelstelling van de Sint Josephschool was het
kind een veilige plek te bieden waarin het zich optimaal kon
ontplooien. Een school die moest bruisen van de activiteiten.
Werken in Sparrenheuvel betekende werken in overvolle
kamers. Het betekende ook dat we bij regen eerst aan de
slag moesten met emmer en dweil om te voorkomen dat we
les moesten geven in een zwembad. De school groeide snel
en al spoedig moest de eerste noodbouw een houten ba
rak geplaatst worden. Vanaf 1956 kon het nieuwe school
gebouw worden betrokken. De barakken en de lokalen in
Sparrenheuvel bleven echter nodig. Er moest in de loop van
de tijd zelfs een tweede barak met wederom twee lokalen
worden geplaatst. Groei betekende niet alleen meer klassen,
maar ook grotere klassen. Een klas van vijftig kinderen of
meer was eerder regel dan uitzondering. In 1957 werd ik
ontslagen. Niet wegens onvoldoende prestaties. Nee, ik
ging trouwen. Zo was dat in die tijd. Bij het kerkelijk huwe
lijk kregen we een mis met drie voorgangers, werd
de rode loper voor ons uitgelegd en waren alle
communicantjes van dat jaar bruidsmeisjes.
Uiteraard allemaal keurig in het wit.
In 1959 werd mijn echtgenoot aan de school be
noemd. Zo kon ik wat er op de school gebeurde
weer van nabij volgen. Vaak van heel dichtbij, als
vaste invalkracht. Invallen vond ik echter lang niet
zo leuk als het hebben van een eigen klas. Na pre
cies tien jaar werd ik opnieuw benoemd. Nu voor
vast. Mijn man werkte inmiddels in het voorgezet
onderwijs en mijn drie kinderen zaten alle drie
op.de Sint Josephschool. Graag wil ik stilstaan bij
enkele van de vele bijzondere gebeurtenissen die
op en rond de school plaatsvonden.
De klassen waren behoorlijk groot. Het gemiddelde
6
Ons Bloemendaal, 27e jaargang, nummer 2, zomer 2003