De verbouwing van Villa Rodesteyn tot zeven apparte menten met zeven garages. Een excursie door het ruimtelijk bestuursrecht door Henk Garvelink In 1901 verrees de markante villa Rodesteyn van architect J. Wolbers1 op de hoek van de Potgieterweg en de Mol- laan. De villa valt op door haar omvang, de rode baksteen waarin zij is gebouwd, de detaillering van de ramen en de enigszins druppelvormige met lei gedekte spits. In het bestemmingsplan Saxenburg, opgesteld in 1991, is aan de villa de bestemming woon- en kantoordoeleinden gegeven. In die tijd was er een dochtermaatschappij van Hoogovens gevestigd. De Bloemendaalse projectontwikkelaar Cobraspen heeft in augustus 1999 aan de gemeente Bloemendaal gevraagd of de villa in appartementen mocht worden gesplitst. Het ant woord luidde negatief waarna Cobraspen op 24 februari 2000 niettemin een bouwvergunning heeft gevraagd voor zeven woningen en zeven garages. 'Ons Bloemendaal' heeft, gezien haar doelstelling, geen principiële bezwaren tegen splitsing van villa's in apparte menten. Zeven appartementen in de villa Rodesteyn is na tuurlijk wat veel en de wooneenheden zijn daardoor niet erg groot en het is begrijpelijk dat toekomstige bewoners graag nog over een garage zullen beschikken, niet om een auto te stallen maar om spullen op te bergen. Onze stichting is van oordeel dat het monumentale karakter van de villa en het groen daaromheen zouden worden aangetast wanneer het erf te vol zou worden gebouwd. 'Ons Bloemendaal' heeft zich daarom op een zeker moment bemoeid met de bouwaanvraag. Men zou denken: een betrekkelijk eenvoudi ge zaak, maar dat blijkt in de praktijk tegen te vallen. Hierna volgt een beschrijving van wat zoal rond deze bouwaanvraag is voorgevallen. Het verhaal is onvermijdelijk wat ingewik keld en specialistisch, maar misschien ook voor de geïnteres seerde leek onder onze lezers de moeite waard. Daarnaast geeft het een idee van waar het bestuur van onze stichting soms in belandt. Een zelfde verhaal kan worden geschreven over de plannen van Cobraspen met Lindenheuvel en over de ontwikkeling van Meerenberg, het terrein van het Provinciaal Ziekenhuis; misschien volgt dat nog eens. Een bouwvergunning moet door Burgermeester en Wet houders worden verleend als de aanvraag voldoet aan de wettelijke voorschriften waaronder het bestemmingsplan; de vergunning moet worden geweigerd als dat niet zo is. Een bestemmingsplan bevat een plankaart waarin met letters de verschillende bestemmingen zijn aangegeven en geeft voorschriften voor deze verschillende bestemmingen. Art. 7 van de onderwerpelijke planvoorschriften schrijft voor dat de voorgevelbreedte van de woningen en kantoren tenmin ste 20 meter moet bedragen. Dat is de volle lengte van de gevel van villa Rodesteyn aan de zijde van de Mollaan. Om dat het bouwplan inhield de bouw van zeven appartemen ten die geen van alle een gevellengte hadden van 20 meter, hebben B en W de bouwvergunning geweigerd bij besluit van 9 mei 2000. Cobraspen heeft overeenkomstig de wette lijke bepalingen bij B en W een bezwaarschrift ingediend tegen de weigering van de bouwvergunning en toen de ge meente die weigering handhaafde is Cobraspen in beroep gegaan bij de bestuursrechter van de rechtbank te Haarlem. De rechter moet de voorschriften van een bestemmingsplan beoordelen op grond van de tekst van de planvoorschriften en van de plankaart. Het is de rechter niet toegestaan een voorschrift uit een bestemmingsplan uit te leggen op grond van wat de opsteller van het plan daarmede in werkelijkheid bedoeld heeft. Dat is een begrijpelijk voorschrift, de burgers moeten er op kunnen vertrouwen dat de regels van een be stemmingsplan luiden zoals die zijn opgeschreven en zij hoeven zich niet te begeven in de achterliggende bedoeling. De gemeente was van oordeel dat uit het voorschrift van art. 7 van de planvoorschriften, waarin de gevelbreedte van woningen/kantoren was vastgelegd, volgde dat uitsluitend horizontale splitsing was toegestaan en dat het aantal wo ningen daarom te hoog was, er waren immers meerdere wooneenheden per verdieping voorzien. De bestuursrechter was van oordeel dat de tekst van art. 7 van de planvoorschriften niet dwingt tot de uitleg die de gemeente daaraan gaf en dat een redelijke uitleg van de planvoorschriften, waarin consequent wordt gesproken van het meervoud "woningen" en "woningen en kantoren", met zich meebrengt dat deze bepaling niet uitsluit om meerdere woningen en/of kantoren te realiseren, mits de voorgevelbreedte van het pand als geheel minimaal 20 me ter bedraagt. De rechtbank heeft daarom bij uitspraak van 10 september 2001 het beroep van Cobraspen gegrond ver klaard. B en W moesten dientengevolge opnieuw beslissen op het bezwaar van Cobraspen met inachtneming van de uit spraak van de rechtbank en B en W hebben vervolgens als nog een bouwvergunning verleend. Tegen die alsnog ver leende bouwvergunning heeft 'Ons Bloemendaal' bij B en W bezwaar gemaakt. Dit bezwaar is door de gemeente 12 Ons Bloemendaal, 28e jaargang, nummer 2, zomer 2004

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2004 | | pagina 14