tuinbaas, de heer Van Leeuwen, aan de nieuwe eigenaar 'verkocht' zou worden. Van Leeuwen liet dit echter niet zomaar gebeuren: hij nam ont slag en ging werken bij de plantsoe nendienst van de gemeente Bloemen- daal. Behalve aan de heer en mevrouw Dentz en hun zoon Henri moest Duin zicht ook onderdak bieden aan de ge zelschapsdame Miss Smith en aan een macht aan personeel. Daarom was een uitbreiding nodig. Het architectenbu reau van Cuypers ontwierp aan de ach terzijde een bijkeuken, een poetska mer, een zitkamer voor het personeel, een knechtskamer, een bergplaats voor tuinmeubelen, een lange gang en een ver]j0UW(je chauffeurswoning aan de Vogelenzangseweg (Architectenbureau Van Manen, Noordwijk). lift. Hierboven kwamen twee badka mers, de slaapkamer van zoon Henri, een linnenkamer en de slaapkamer van Miss Smith. Men vergrootte de herenkamer aan de zuidzijde. Erboven kwam voor de slaapkamer van mevrouw een ruim balkon. Na het overlijden van de heer Dentz in 1934 verhuisde zijn echtgenote met haar zoon naar Amsterdam, naar hun villa in de Van Eeghenstraat. Duinzicht werd tot de oorlog be woond door de families Kalff en Lecler. Mevrouw Lecler was een nicht van mevrouw Dentz. Vanwege de Joodse afkomst vluchtte de familie op Tweede Pinksterdag 1940 vanuit IJmuiden naar Engeland. Hun auto, een Spijker, lieten ze onbeheerd op de kade achter. Tuinbaas Steetskamp werd door de familie met de zorg voor het land goed belast. Tot de andere achterblijvers behoorden de he ren Wim de Graaf, de stoker en de huisknecht Jaap Kromhout. De Oorlogsjaren Direct na de meidagen van 1940 namen de Duitsers bezit van het landgoed; de villa in de Van Eeghenstraat hadden zij al bij hun intocht op 1S mei gevorderd. Op Duinzicht ves tigde men in 1942 de opleidingsschool van de Nationaal- Socialistische Frauenschaft. Men verbouwde de chauffeurs woning tot slaapverblijf van de Duitse bewoonsters. Het afbreken van het puntdak en de bouw van een verdieping met plat dak was tegen de zin van de gemeentelijke dienst Bouw- en Woningtoezicht. Deze wenste een landelijker oplossing - maar het platte dak bleef tot de uiteindelijke sloop in april 1987. Vogelenzangseweg, richting Aerdenhout, met rechts de woning voor koetsier en palfrenier van de familie Rensdorp. Omstreeks 1902 (collectie van Berkel). De garage, in de mobilisatietijd 1939/40 al ingericht tot kantine voor de in Vogelenzang gelegerde Nederlandse militairen, werd ontspannings- en knutselruimte. Het per soneel bleef in dienst en de Duitse Polizei voorzag het van de nodige Ausweise. Omdat er niet meer met particuliere auto's gereden mocht worden, schafte men een pony met ponywagen aan om boodschappen te kunnen doen en voor het vervoer van en naar het station. Er kwam hiervoor een speciale paardenverzorger in dienst, de heer Baarda. In de woelige septemberdagen van 1944 verlieten de Duitse dames overhaast het land. Het huis werd dichtgetimmerd. In januari 1945 trachtte men de inboedel naar de 'Heimat' over te brengen, maar dit bleef bij een poging. Door een beschieting door Engelse jagers kwam men niet verder dan het Krelagehuis aan de Leidsevaart te Haarlem. Ons Bloemendaal, 28e jaargang, nummer 2, zomer 2004 29

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2004 | | pagina 31