Schieten en exerceren
in het duin
Door Wim Post
Wij kennen de duinen als een groot natuur- en recreatiegebied, maar
in vorige eeuwen was van recreatie nauwelijks sprake. Het duin was
een stiltegebied met enkele zandwegen als verbinding tussen Haarlem
en Zandvoort, slechts een paar woningen en wat aardappelveldjes. De
zandverstuivingen namen er in de loop van de tijd hand over hand toe.
Niet voor niets werd deze duinstrook dan ook 'de Wildernis' genoemd.
Deze gronden leenden zich voor het jagen op konijnen en ook op ander
wild, aanvankelijk door de graven van Holland en de Brederodes, later
ook door gefortuneerde grootgrondbezitters. Ook voor gebruik als mili
tair oefenterrein bleek het duin aantrekkelijk.
Aan de stilte in het duin kwam tijdens de Bataafse Republiek
(1795-1806) verandering door een ingrijpende gebeurtenis
langs de kust van Noord-Holland. Op 27 augustus 1 799
landden er Engelse troepen op de stranden tussen Groote
Keeten en Huisduinen. Zware veldslagen volgden, waarbij
ongeveer 80.000 militairen betrokken waren. Het Britse
leger, later met Russische eenheden versterkt, had opdracht
de Franse overheersing in de Bataafse (Nederlandse)
Republiek te beëindigen. Dat pakte echter anders uit. Na
hevige gevechten liepen de Britten en de Russen zich vast in
de modder, die door overvloedige regenval was veroor
zaakt. Bovendien was de tegenstand van het Frans-Bataafse
leger sterker dan verwacht. Op 18 oktober 1 799 moest het
Brits-Russische leger dan ook capituleren en scheepten de
soldaten zich bij Den Helder in. De strijd had een groot aan
tal slachtoffers gekost. Vooralsnog bleef Frankrijk in Neder
land de dienst uitmaken.
Door deze veldslag was de Bataafse regering beducht voor
mogelijke nieuwe invasies vanuit de Noordzee. Uit voor
zorg richtte men in de duinen langs de kust van Vlissingen
tot Den Helder een aantal legerkampen in en ook werden
Hollandse en Franse soldaten bij de locale bevolking inge
kwartierd. Twee afdelingen van het Bataafse leger sloegen
hun tenten op in de naaste omgeving van Kraantje Lek. Eén
lag langs de Duinlustweg ten oosten van Kraantje Lek, de
ander ten westen ervan achter de hoge 'Blinkert'. Van veel
krijgsgeweld was geen sprake, wel vormden de soldaten in
hun verschillende uitrustingen een kleurrijk schouwspel en
leidden de komende en gaande troepen in de omgeving van
Kraantje Lek soms tot een ware topdrukte.
In 1806, toen de Bataafse Republiek plaatsmaakte voor het
Koninkrijk Holland, lagen er in het kamp achter de Blinkert
zo'n 700 man van het regiment Jagers van de Koninklijke
Garde. Het bevel hierover had kolonel Busman. Hun exerci
tieterrein bevond zich op de zuidelijke gronden van het
landgoed Elswout, thans de omgeving van het Bovenweg-
kwartier. In de duinen achter het tegenwoordige Duinlust
en Middenduin, toen het Zwarte Veld geheten, lag de
schietbaan. Het materieel werd meestal over water aange
voerd, via de Houtvaart en Brouwersvaart. Tot 1880 is deze
schietbaan in gebruik ge
weest.
Engels geweld
In de herfst van 1803 trok
generaal Dumonceau met
zijn legertje Dragonders
vanuit Kraantje Lek naar
Zandvoort, dat door Engelse
schepen vanuit zee werd
beschoten. Dit tot ontzet
ting van de inwoners,
waarvan er verschillende op
de vlucht gingen.
In het krijgsgeweld spoed
den enkele Engelsen zich
met een sloep naar het
Zandvoortse strand, staken
daar een visserspink in
brand en bliezen weer de
aftocht. Matthijs Molenaar,
een moedige inwoner van
Het legerkamp op het terrein van Elswout, oostelijk van Kraantje Lek. Links tentenkampen, rechts het hoge duin 'de
Blinkert'. Omstreeks 1803, tekening V. v.d. Vinne (Rijksprentenkabinet Amsterdam).
18
Ons Bloemendaal, 28e jaargang, nummer 3, herfst 2004