IZAAK J.A. GOGEL: Kleine herinneringen aan een groot man Door mr. C.W.D. Vrijland Wie uit Aerdenhout komende het witte huisje in de laatste bocht van de Elswoutslaan voorbij rijdt, zal zich niet realiseren dat hieraan iets opmerkelijk is waar te nemen. Het herinnert, zoals hierna zal blijken, aan de voortvarende werkzaamheid van één onzer belangrijkste staats lieden uit het einde van de achttiende, begin negentiende eeuw. In de muur van zowel de westelijke als de oostelijke gevel van dit huisje bevindt zich een kleine opening van 35 bij 27 centimeter, met glas afgesloten en met aan de binnenzijde een ijzeren ankertje, evenals het glas rechtstreeks in de muur gevat. Van de buitenzijde te zien, wekt het de indruk als zou het de toegang hebben gevormd tot een kippenhok. Slechts een kippenladdertje lijkt te ontbreken. De vluchtige beschouwer zal deze venstertjes niet licht in verband brengen met een ontwijking van fiscale druk. In ons land werd tijdens de Bataafse Republiek (1 795-1806) de grondslag gelegd voor een nieuw belastingstelsel. Krachtens dit stelsel werd voor het gehele land op dezelfde voet belasting geheven en deed het begrip belasting naar draagkracht zijn intrede. Het belangrijkste aandeel in de tot standkoming daarvan is geleverd door Izaak Jan Alexander Gogel. Hij werd op 10 december 1765 te Vught geboren als zoon van Jean Martin Gogel, officier in dienst der Staten en Alexandra Krul, zuster van de Bossche schout-bij-nacht Krul. Te Amsterdam begon hij zijn loopbaan in de handel. Hier kwam hij in aanraking met lieden wier roep om staatkundi ge hervormingen bij hem weerklank vond. Zij beschouwden zich als de ware voorstanders van het welzijn van het vaderland. Zij waren tegenstanders van het stadhouderschap en van het Huis van Oranje. Gogel bekeerde zich tot die partij. Hij werd een vurig aanhanger van de patriottenbeweging. In 1 794 begaf hij zich zelfs enkele malen naar de Oostenrijkse Nederlanden (België) om in het hoofdkwartier van de Fransen aan Pichegru hulp te vragen voor de Hollandse hervormingsgezinden. In aanraking gekomen met mr. Rutger Jan Schimmelpenninck, die zich tijdens zijn rechten studie te Leiden bij de patriotten had aangesloten, organiseerden beiden het 'Comité Revolutionair'. Na 1795 bekleedde Gogel verschillende regerings ambten. Hij kon snel werken, had een sterk geheugen, en was onkreukbaar. Daarnaast was hij een groot liefhebber van bloemen en planten en beoefende hij op niet onverdienstelijke wijze de dichtkunst. Hij was getrouwd met Catharina van Hasselt, wier familie nog ter sprake zal worden gebracht. M.J. van Bree, ca. 1807 (Rijksmuseum Amsterdam). Een nieuw belastingstelsel Tweemaal was Gogel 'Secretaris van Staat voor de Financiën', dat wil zeggen: minister. Schimmelpenninck nam hem in zijn regering op. Hij kon toen arbeiden aan zijn plannen voor de herziening van het financie-wezen. Hij beoogde onder meer de invoering van een personele belas ting, verder een grondbelasting, waarvoor de instelling van een kadaster onontbeerlijk was, en een weeldebelasting. Eén van de nieuwe maatregelen was een belasting 22 Ons Bloemendaal, 28e jaargang, nummer 3, herfst 2004

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2004 | | pagina 24