Het centrum van Overveen, eind achttiende eeuw, gezien in de richting van Aerdenhout. Linies het Schoutshuis en rechts, achter de eerste boom, herberg De Roovos. Achter de tweede boom het Klokhuis, daama de entree van het achtergelegen kerkhof en vervolgens de dorpsschool. Aquarel door H. Tavenier. omvang: slechts enkele woningen en wat herbergen (bekende namen: De heer van Brederode, Het Cromhout, De Witte Balk, De Prince en De Conink van Yrankryk) Enige bekendheid geniet in die tijd ook de boerderij Het Vishuysken, naast de Oliemolen gelegen, halverwege de Zijlweg, in de omgeving van het huidige spoorviaduct. De Dorpsschool en het Klokhuis Waar in 1606 de Quirinus- kapel stond, bouwt men in 1617 de dorpsschool van Overveen, met Pieter Campen als schoolmeester. Ietwat noordelijk hiervan komt het Klokhuis. Dit ge bouw, van onderen gemet seld en met een uit hout opgetrokken toren, herbergt een uurwerk om de tijd af te kunnen lezen. Bovendien fun geert de luidklok om bij brand of andere calamiteiten de bevolking te waarschuwen. De gieter ervan is in 1647 in Bloemendaal geen onbekende: tien jaar eerder leverde de Amsterdamse klok- en geschutmaker Assuereus Coster al de klok van de Hervormde Kerk. Bovendien had hij in het Overveense enkele percelen grond in eigendom, zoals het naar hem genoemde Costerland. Ook De Hoeibarg treft een soortgelijk lot. Door brand is in het Schoutshuis het gemeentelijk archief in rook opgegaan. Haarlems Beleg In het voorjaar van 1567 besluit de Spaanse koning Philips II zijn gezag in de Nederlanden krachtig te herstellen. De protestantse hagenpreken, die men hier regelmatig houdt, ziet hij als ketterse activiteiten de katholieke godsdienst dient immers de godsdienst van het volk te blijven. Wanneer de spanningen hoog oplopen en het oorlogsge weld op uitbarsten staat, haalt de ambachtsheer Brederode uit voorzorg op 26 augustus 1566 de gouden en zilveren kerksieraden uit de Quirinus- en Petronellakapel om ze op het Huis ter Kleef in veiligheid te brengen. De belegering van Haarlem, omdat het de zijde van de opstandelingen onder Prins Willem van Oranje kiest, blijft niet lang uit. In 1572 gaat het Spaanse leger onder leiding van de hertog van Alva tot de aanval over. Plundering en terreur zijn het ge volg. Pas vijf jaar later keert de rust terug. De stad en ook de kloosters en andere gebouwen buiten Haarlem blijken veel schade te hebben opgelopen en Overveen is evenmin ont snapt aan strijd, plundering en brandstichting. Voor de St. Quirinuskapel, zo zwaar beschadigd dat er geen diensten meer gehouden kunnen worden, volgt sloop - in 1617. Herberg De Lely Naast Klokhuis en De Hoeibarg bouwt men enkele jaren na 1582 de herberg De Lely. Deze zal een lange geschiedenis maken, al verandert door de jaren heen de naam herhaalde lijk: eerst in die van De Roovos (Rode Vos) en daarna in De Heer van Brederode. Maar de bestemming voor horeca en logement blijft ongewijzigd: op deze locatie treft men thans hotel-restaurant/brasserie Roozendaal. 28 Ons Bloemendaal, 28e jaargang, nummer 3, herfst 2004

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2004 | | pagina 30