Winkeliers van weleer Door Joan Jalink Rond 1980 hebben wijlen de heren De Jong en De Waal Malefijt een groot aantal gesprekken gevoerd met markante Bloemendalers. Uiteraard vertelden ook enkele 'winkeliers van toen' met groot enthou siasme over 'hun' winkelstraat. Aan het woord komen: Mevrouw Beekman-Tit (1896) van rijwielzaak, later automobielbedrijf Beekman kleermaker J.P. van Beem (1907), stalhouder J.G. Böttger (1904), C. Hogenbirk (1907) van het smederij/constructiebedrijf, B. Huisman (1914) van het schildersbedrijf, kruidenier J.P. Pijl (1908) en groentehandelaar H.G. van Riessen (1919). Mevrouw Beekman-Tit (1896) in een gesprek uit 1980. "Ik ben geboren op de Bloemendaalseweg waar in 1980 de zaak van Freijser zat, maar in 1896 was dit nog een suite, met een klein kamertje bij de voordeur en erachter de keu ken. Het was een vrij groot pand met een hele grote achter tuin met een prieeltje. Erachter was bos. Daar werden later de huizen van de De Genestetweg gebouwd, maar eerst liep daar alleen maar een smal weggetje. De winkels waren er ook nog niet, dus wij hadden een betrekkelijk grote voor tuin met een achterom. De familie Stoel woonde naast ons, waar nu (in 1980 red.) de steenkoolhandelaar De Graaf woont. Ik speelde als kind van vijf jaar met de kinderen Stoel. Stoel had een fabriek waar ze met zogeheten kogeltjesblauwe verf kleding een gebleekte, blauwachtige tint gaven. Meester Tideman woon de aan de andere kant naast ons met zijn zoon Piet. Dan was er een soort gangetje, achter de zaak van Beekman, waar een Firma 'Gebroeders Beekman' voor fietsen én automobielen. paar huisjes stonden en daar woonden juffrouw Jepse en juffrouw Keesen. Van haar kreeg ik altijd een balletje. Ik ging naar de Christelijke school van meneer Van de Berg aan het Kerkplein. Er zat een klompenhok, want de meesten kwamen op klompen, en aan de andere kant een pleetje. Er waren drie lokalen en drie leerkrachten: de heer Roger, die eigenlijk Rosier heette, de heer Van de Berg, ons hoofd, en juffrouw Trompetter. Adriaan Cassee leerde in die tijd voor onderwijzer, dus als meneer Van de Berg vroeger weg moest naar een begrafenis, want hij was ook voorlezer in de kerk kwam meester Adriaan voor de klas. Er waren drie broers Cassee. De een was de hammensnijder. De vader van Cor en Adriaan Cassee werd het biermannetje genoemd en de andere Cassee was tuinman en huisknecht bij de familie Van der Vliet op 'Vaart en Duin'. Hij woonde op de Boslaan. Later ben ik naar de school van meneer IJzerman gegaan, ook op het Kerkplein. Er stond een pomp voor het gebouw en een aanplakbord, waar alle mededelingen op werden geplakt. Later hebben De Jong en Lokerse, die bij de politie was, daar gewoond. Daarna heeft er ook een soort belas tingkantoor gezeten en is er vervolgens het Gas- en Water bedrijf in gekomen. Meneer IJzerman woonde naast Maranatha. De weg is daar nu heel erg verbreed, maar vroeger stonden er de varkens hokken van Wildhoef van juffrouw Crommelin bij de in gang, achter de schutting. Wij zochten daar altijd kastanjes en die verkochten we aan baas Wallenburg, die ze weer aan de herten en varkens gaf. Hij kocht dus eigenlijk zijn eigen kastanjes. De familie Tit kwam oorspronkelijk uit Vogelenzang. Mijn vader heette Anton Johan Tit en was aannemer. Hij heeft onder meer de huizen gebouwd aan het Kerkplein. Mijn vader is jong gestorven, ikzelf was nog maar twaalf jaar. Wij zijn toen verhuisd naar het Kerkplein. Mijn geboortehuis aan de Bloemendaalse weg is verkocht aan Brechman, die stukadoor was. Rijwiel- en Garagebedrijf Beekman Ik ben getrouwd met Beekman die eerst een fietsenbedrijf Beekman had, dat later een autogaragebedrijf werd. In 1898 zijn de broers Beekman met de fietsenzaak begonnen. Mijn man was eigenlijk onderwijzer, en deed de boekhouding voor het bedrijf Beek man. Zijn broer was eigenlijk smid en 28 Ons Bloemendaal, 28e jaargang, nummer 4, winter 2004

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2004 | | pagina 30