BRANDSTOFFENHANDEL FIRMA GEBR. BÖTTGER
Soms zat alles tegen en zat je gewoon op een houtje te bij
ten. In de oorlog was het helemaal hangen en wurgen. Dan
werkte je voor een rode kool, geld telde niet. Van Riessen
was ook kleermaker maar hij zat meer in de reparatie. En
Burlage is er pas later bij gekomen.
Rutte was de melkboer op de Bloemendaalseweg, maar bij
ons stond Houtgraaf van de gelijknamige melkinrichting
om half 8 's morgens al aan de deur. Bakker Franken en
groenteman Van der Veld zaten beiden aan de Korte Klever
laan, en schoenmaker Van Baak aan de Verbindingsweg;
Freijser de schoenmaker op de Bloemendaalseweg zat voor
ons gewoon een stuk verder"...
Stalhouder J. G. Böttger (1904)
in een gesprek uit 1980.
"Ik ben geboren aan de Zomerzorgerlaan, het nieuwe huis
staat op de plek waar het oude heeft gestaan.
Mijn vader had een stalhouderij hij is er ooit samen met
zijn broer mee begonnen, daar komt dat 'gebroeders' van
daan. Ook verhuurde hij ezels we hadden er een stuk of
ZOMERZORGERLAAN 17-19 TELEFOON 22253
POSTGIRO No. 124873 GIRO TWENTSCHE BANK N.V., BLOEMENDAAL
LEVERING VAN: 1ste SOORT ANTHRACIET, COKES. TURF,
HOUT, HOUTSKOOL, BRIQUETTEN ENZ. ENZ.
BRECHCOKES VOOR CENTRALE VERWARMING
Stalhouderij Böttger wordt omstreeks 1925 ook autoverhuurbedrijf; in 1928 wordt de stalhouderij opgeheven.
veertien aan de dagjesmensen uit Amsterdam. Die reden
's zomers ezeltje in het Bloemendaalse Bos. In de winter
hadden we ook een brandstoffenhandel, zodat we de winter
doorkwamen Wij waren toen de enige brandstoffenhandel,
want de oude De Graaf is pas later voor zichzelf begonnen.
De Graaf was eigenlijk stukadoor maar hij ventte met vis.
Achter de winkelstraat stonden allerlei woningen. Ikzelf
woonde met mijn ouders in een soort boswachterswoning,
die volgens zeggen nog bij de buitenplaats Hartenlust had
gehoord.
Ik heb het haventje van Rouwens nog meegemaakt; er zat
een soort kademuur omheen en de turf werd daar aange
voerd.
De winkelstraat was grotendeels ontstaan in 1903/1904.
Van Kampen de aannemer had er zijn bedrijf en de slacht
plaats van Adriaan Kohier, die ook slager was, zat er ook al.
Er waren twee halfbroers Kohier, namelijk Adriaan en Hein.
Mijn nicht Jo Windhorst had een drogisterij, waar nu K. de
Groot zit (nr. 57).
Wij kochten ons brood bij bakker Slot uit de Voorbuurt, die
met een paard en wagen spullen kwam brengen. Jan Maas,
die in één van de kleine huisjes aan de Boslaan woon
de, was de melkboer; hij deed later deze zaak over
aan Jan Rutte. De oude Huib van Riessen (van Patna)
kwam bij ons aan de deur met groente en aardappels
in zijn paardenwagen. Kruidenier Cees de Rooij had
zijn winkel op de plek van het reisbureau (nu nr. 74);
later woonde kruidenier Zuurbier daar. De tweede
kruidenier Jan Piet Staal zat op het Kerkplein. Op de
plek van Albert Heijn zat toen hotel 'Welgelegen' van
Baars, met er achter de
kegelbaan die later de
Katholieke noodkerk
werd.
Beekman was de fietsen
winkel, die verkocht
Raleighfietsen; de fiet
senmaker die bij hen in
dienst was, zat altijd in
de kelder te werken en
heette Zandvoort.
Tijdens de Eerste Wereld
oorlog, ik was toen nog
maar tien jaar, hing het
bulletin aan de winkel
ruit van Vermeer de
groentewinkel, bij Van
der Veer de speelgoed
winkel en bij Hilbrands,
de banketbakker"...
30
Ons Bloemendaal, 28e jaargang, nummer 4, winter 2004