stoomaggregaten met een dynamo erop, en die maakten
stroom. Als de een uitviel, nam de ander het over en omge
keerd. Ze waren van de Kennemer Elektriciteits Maatschap
pij, een particuliere onderneming die in Bloemendaal is
gestart met het maken van stroom. Door draden, die ge
woon door de bomen van het bos liepen, kon men er kool-
draadlampen op aansluiten. Zo was er na de petroleumtijd
licht. Later heeft het PEN die elektra overgenomen.
In de oude garenspinnerij van Bispinck aan de Korte Klever
laan heeft de eerste centrale gedraaid. En de firma Hogen-
birk heeft druk aan de wijziging van garenspinnerij naar
elektriciteitscentrale meegewerkt. Maandagmorgen ging
zo'n man of vijftien ernaar toe met beitels om die vloerla-
gen en de vloerbalken af te hakken. Alles gebeurde met de
hand, met een sloofje (zakje), er kwam geen machine aan te
pas. 's Middags kwamen alle beitels terug naar de smederij,
dan werden ze in het vuur gehard en geslepen en kon men
weer doorgaan met het zogeheten ritsen van de balken.
Transport
Onze materialen kwamen per schip aan in Amsterdam. Die
werden overgeladen op een vrachtdienst per boot naar het
Spaarne in Haarlem. Daar werd alles overgeladen op een sle
perswagen met paarden, soms met staven van twaalf meter
lang; dan lag zes meter staaf óp de sleperswagen en de
andere zes meter sleepten er achteraan over de straatkeien.
Als er hele constructies moesten worden aangevoerd, kwa
men die per zolderschuit aan in het haventje van Rouwens
in de voorbuurt in Bloemendaal. Op de leeggekomen schuit
hevelden wij weer constructies voor Haarlem in. Die boot
voer door de dr. Bakkerlaan (die er toen nog niet was),
onder de spoorlijn door naar de Delft en via de Nieuwe
Gracht kwam-ie aan bij Het Spaarne. Onze moderne wijze
van groottransport.
Wij hadden zelf knechtsfietsen met van die grote dragers
voorop, zodat je onderdelen van en naar de werken kon
brengen.
Fietsen
Wij hebben overigens onze eigen fietsen nog gemaakt in de
smederij. Kapper Van den Enden en Dirk Houtgraaf (van
garen en band) hadden ook zo'n fiets, de zogeheten Flora
rijwielen; die hadden houten velgen, houten spatborden
met van die rood-wit-blauw gekleurde netjes als bescher
ming voor de dames met rokken. Fietsen uit eigen smederij.
Meneer Beekman behandelde bij ons aan de zaak de afde
ling fietsen en later de onderdelen van de automobielen. Hij
is later, in 1898, voor zichzelf begonnen, dus eigenlijk is de
firma Beekman bij onze zaak ontstaan. Ik heb de contracten
nog, waarin de werkzaamheden strikt gescheiden bleven: de
een deed de fietsen en de auto's, de andere partij deed de
smederij met de constructiewerkplaats. Er was ook een afde
ling haarden en kachels.
Uit oude facturen uit 1 841 heb ik ook kunnen lezen dat
voor een manuur werk een dubbeltje werd betaald, dus dat
levert bij zeven uur werk zeven gulden per week op. Daar
werd 10%, zijnde een cent voor het bedrijf opgezet; dat was
dus de winst voor de ondernemer. Daar moesten de smeed-
kolen en handwagens en zo van worden betaald. Wij had
den de eerste telefoon, nr. 927, met van die stoppen en
stekkers die je er zelf moest in drukken en zo.
Buurtgenoten
Een broer Beekman is ook nog met een zuster Hogenbirk
getrouwd. Dat heb je toch gauw met
buren. Aannemer Van Kampen woonde
aan onze andere kant. Wij hadden in die
tijd nog allemaal voortuintjes met mooie
gele steentjes en hekjes. De Bloemen-
daalseweg was nog smal, er stonden gro
te lindebomen. Als het werk was gedaan
op een zomerdag, zat je op de banken
buiten te kijken naar die enkele auto
maar vooral naar de rijtuigen. Dokter
Bakker reed met een koetsje van Böttger.
Tussen sommige winkels, zoals die van
de slagerij Kohier, zat een enkel woon
huis. IJzerman woonde in het huis waar
nu de familie Wals zit, met daarnaast de
kolenboer De Graaf. Ladingen steenkool
en antraciet werden aangeleverd bij het
Hoek Kerkplein/Bloemendaalseweg met de kruidenierswinkel van de familie Staal (1928).
goederenstation van station
32
Ons Bloemendaal, 28e jaargang, nummer 4, winter 2004