morgen om zeven uur stond ik met m'n spul
len voor de deur.
Mevrouw Luden woonde in Voorduin, op de
Bloemendaalseweg. Een zeer elegante vrouw.
Ze had een rijtuig met een prachtig paard en
zij zat fier op de bok met een grote zweep.
Ze was familie van de Ludens op Koningshof.
De melksalon van Scholten stond naast Voor
duin, gevolgd door de huizen van dokter
Dirk Bakker (afgebroken) en van baron van
Tuyll van Serooskerken waar ik als kind vaak
kwam.
De kruidenierszaak
Ik bracht de boodschappen op een transport
fiets met doortrappers, met een mand voorop
en een stap achterop, 's Morgens haalde ik de
boekjes op en dan begon ik in de verste wijk,
tegenover de hockeyvelden: Maria's Lust. Dan
naar Caprera en omgeving, naar de Kenne-
mergaarde, naar Driehuis, via enkele kleinere klantjes weer
terug via Santpoort en de Rijksstraatweg. Dat leverde een
aardig stapeltje boekjes op. De boodschappen werden in de
winkel klaargemaakt en moesten voor 13.00 uur weer bij
de mensen worden afgeleverd. Het kwam geregeld voor dat
er nog nabestellingen werden gedaan en daar moest dus
nog een speciale loopjongen voor komen. We gingen door
tot 's avonds tien uur.
Er is in het bedrijf van mijn vader nooit een auto aan te pas
gekomen. Geen sprake van!
De enige collega op dit vlak was Piet Rutte, aan de overkant.
Er was ook een kruidenier op het Kerkplein, Piet Staal, maar
dat was echt een ouderwetse kruidenier, met een weeg
schaal aan het plafond. Hij had een zwarte snor en zijn
vrouw was heel statig.
Afrekenen
Hoe rijk de mensen ook waren, dagelijks of wekelijks beta
len was er niet altijd bij, er waren er zelfs bij die per jaar
betaalden. De directeur van de Oyens-bank die in 'Overbeek'
woonde, betaalde per jaar en bestierde zijn hele huishouden
inclusief de stal en zijn tuin van de rente van het geld van
zijn leveranciers. Maar ja, die leveranciers waren ook niet
gek, die calculeerden de rente al bij voorbaat in bij de spul
len. het waren geen boerenjongens.
Winkelpand en woonhuis aan de Bloemendaalseweg
In 190S betrokken we het woonhuis. Vier jaar later vond de
eerste verbouwing plaats op tekening van het architecten
duo Mulder en Van Asdonk. Zij hielden hun kantoor in een
Interieurfoto uit vroegere tijden van comestibleswinkel Pijl (privé-collectie La Capannina).
Familie D.C. Houtgraaf-KöMer, bij het zestig jaar bestaan van hun winkel.
Op de achtergrond mevrouw Pijl (collectie Wim Post).
huis van mijn vader, naast ons woonhuis. Mulder en Van
Asdonk waren toentertijd bij wijze van stage, een soort op
zichters bij Duin en Kruidberg, dat werd gebouwd voor de
oude heer Cremer.
Tot het eind van de oorlog was ik in dienstbetrekking bij
mijn eigen vader. Ik was inmiddels 3 7 jaar, getrouwd en
vader van een kind. We woonden in bij mijn ouders. Het
kantoor van Mulder en Van Asdonk stond al een tijdje leeg
en de tuin werd alleen maar gebruikt voor de opslag van
verpakkingsmaterialen. Daar zijn mijn ouders gaan wonen.
Wij hebben de winkel toen grondig laten verbouwen, alle
oude troep ging eruit.
Eind van dat jaar had ik mijn eerste grote transactie als klei
ne zelfstandige. Op een goede dag bood iemand van het
Amerikaanse leger me een lading conserven aan: gebraden
haantjes in verschillende modellen. Ik kon de hele handel
Ons Bloemendaal, 28e jaargang, nummer 4, winter 2004
35