voor ongeveer 700 gulden overnemen. Om ongeveer drie
uur 's middags legde ik de blikken in de winkel en om vijf
uur 's middags had ik alle ingeblikte haantjes met winst ver
kocht. Alles draaide in die tijd om conserven. Enorme partij
en groente en vlees, maar ook zalm en sardines, dat ver
kocht geweldig. Enkele klanten kochten maar raak, geld zat.
Ik kreeg steeds meer, soms had ik hoeveelheden staan waar
ik me geen raad mee wist. Aan het eind van dat jaar had ik
voor 6000 gulden handel op de planken staan, betaald en
wel; en ik had vijfeneenhalf duizend gulden onder de klan
ten zitten. In vijf maanden tijd!
Vrienden en collega's in Bloemendaal
Mijn vriendenkring bestond uit allemaal jonge middenstan
ders uit vooral Haarlem, maar zo vaak zagen we elkaar niet
hoor, ik heb voornamelijk hard gewerkt. Zondags zat ik
vroeg op de fiets. En tot zaterdagavond was ik altijd aan het
werk.
Er was ook een winkeliersvereniging in Bloemendaal, maar
ik ben zelf nooit zo'n verenigingsman geweest. Maar we
zaten vaak gezellig met elkaar. Ome Nelis Grootegoed gaf
zo af en toe een feest, alüjd gezellig. Om 23.00 uur ging De
Knip dicht en gingen we bij Henk Balm paling eten. Al die
winkeliers bij elkaar: Jaap Denijs, de familie Slot, Staal, Van
den Enden, Henk Freijser, een dikke vriend van me. En
Pieter Elias..Garen en Band van Houtgraaf. Maar dit soort
dingen gebeurden spontaan, daar hadden we helemaal geen
verenigingsleven voor nodig"...
De Bloemendaalseweg ten tijde van de familie Van Riessen (1917).
Henk G. van Riessen (1919)
in een gesprek uit 1984.
"Ik ben geboren in Bloemendaal, op de Bloemendaalseweg
69 en ik ben nooit dit huis uitgegaan. Mijn ouders zijn op
de Noorderstationsweg gaan wonen, ik ben hier gebleven.
Ik weet niet wat verhuizen is.
Groentezaak Van Riessen
Mijn vader had een groentezaak, en niet zo'n kleintje ook.
We reden in Bloemendaal en omgeving met vier stel paard-
en-wagens. Mijn moeder bleef altijd in de winkel, maar het
was toen nog de gewoonte dat je als groentehandelaar bij
mensen aan de deur kwam. 's Morgens om vijf uur ging ik
met mijn vader mee naar de veiling. In de zomer haalde je
de paarden van het land bij de weilanden op de Kennemer-
weg en later op de grasvelden bij de spoorbaan. Je moest ze
eerst inspannen, en daarna werden de wagens, die in het
pakhuis aan het Kerkplein 25 stonden, netjes opgeladen. De
vrachtwagen stond ook in het pakhuis. Rond acht uur
's morgens gingen we op stap met die wagen. Tussen de
middag peuzelde je het meegenomen boterhammetje op en
rond 1 7.00 uur kwam je weer thuis. Dan moest de wagen
worden afgeladen, de paarden worden verzorgd en dan
ging ik naar de winkel toe om daar te assisteren. Die was tot
20.00 uur open. (van 1936 - 1939).
Mijn grootvader woonde op Patna en vormde rond 1844
met zijn vier zoons Piet, Aad, Huib en Henk de firma Ge
broeders Van Riessen. Ze verbouwden groenten op Patna.
Hun stuk land strekte tot
aan de spoordijk van Haar
lem. De groente werd in
Bloemendaal verkocht.
Daarnaast verbouwden zij
ook lelietjes van dalen; die
bolletjes werden in vaten
geëxporteerd naar Enge
land. Toen rond 1908 de
winkelstraat van Bloemen
daal zo ongeveer klaar was,
zijn mijn ouders daar de
winkel begonnen (onder de
noemer: Firma Gebroeders
Van Riessen). Het verhaal
gaat dat ze op de eerste
zaterdagopening van de
winkel om 20.00 uur geen
blaadje groente meer over
hadden, ze hadden alles
verkocht. Een goede start.
36
Ons Bloemendaal, 28e jaargang, nummer 4, winter 2004