De broers trouwden intussen er zijn zelfs drie broers
gehuwd met drie zusters.
Mijn oom Aad begon een winkel in Overveen, de derde
broer had een groentewijk in het Bloemendaalse park en
Huib had een groentewijk in het Kinheimpark. Ieder hield
zich aan zijn wijk, maar de onderlinge rivaliteit groeide
dusdanig dat de firma Gebrs. Van Riessen moest worden
ontbonden.
Mijn vader Piet heeft als enige die naam Gebrs. Van Riessen
aangehouden. Henk en Aad en Huib zijn allemaal onder
hun eigen naam begonnen.
Mijn vader was toen de inkoper voor de hele firma. Die
groentezaak werd steeds groter, we hadden de leveranties
voor het Provinciaal Ziekenhuis en voor alle hotels hier in
de omgeving. Kortom, een zaak met een grote omzet.
Mijn broer Piet en mijn broer Aad kwamen ook in de zaak,
maar zijn er later ook weer uitgegaan. Mijn broer Piet heeft
het gebracht tot hoofdinspecteur van politie en Aad heeft
een groentezaak gehad in Santpoort en is op latere leeftijd
vertrokken naar Zeeland. Toen was ik dus als enige over en
werd ik weer Firma De Gebroeders Van Riessen.
Betalingen/ rekeningen
Soms werd er meteen aan de kar afgeleverd, maar er waren
ook veel boekjes met week-, maand-, kwartaal- en zelfs
jaarrekeningen. De klant vulde het boekje in, dat boekje
nam je mee naar de wagen en daar maakte je de bestelling
aan de wagen klaar en leverde de waar met het boekje weer
af. Eens in de maand werd het boekje naar de groentewinkel
meegenomen, daar werd alles thuis opgeteld en dan betaal
de de klant. En sommigen 'verloren' soms een paar weken
dat boekje en dan waren wij natuurlijk niet blij. Toen ik in
de zaak kwam, heb ik besloten mijn eigen administratie bij
te houden. Uiteraard mocht de klant zijn eigen boekje bij
houden. Eens in de maand diende ik een rekening in bij de
klant, ik hield zelf alles scherp bij. Contante betalingen, dat
vormde ongeveer SO procent. En een tiental klanten hadden
een jaarrekening.
Bederfelijke groentewaar
Het groentevak was in die tijd heel bederfelijk. Er waren
toen nog geen koelcellen, dus bijvoorbeeld aardbeien gaven
verschrikkelijk veel zorgen. Er waren een heleboel soorten
en die bleven een dag goed, dus het was wel zaak de aard
beien nog dezelfde dag te verkopen. Als het aan het eind
van de dag ging onweren, zag je die aardbeien gewoon in
elkaar zakken. Bederfelijk weer noemden we dat. De slagers
hadden het er dan ook moeilijk mee.
Als je sloffen aardbeien van een niet helemaal betrouwbare
tuinder kocht, zaten er bovenop van die mooie grote rode
Henk van Riessen aan het werk.
aardbeien en onderin van die dingen met groene punten
eraan. Het bestuur van de Veiling Kennemerland, waar mijn
vader ook in zat, heeft in 1938 besloten, dat van iedere par
tij aardbeien, die op de veiling werd aangevoerd, er een
willekeurige slof ondersteboven werd gekeerd, zodat je kon
zien of en wie je in de maling nam. Dat heeft toen goed
geholpen. Later zijn die afschuwelijke sloffen aardbeien ver
vangen door kistjes.
Een warme zaterdagavond, zonder koelcel in de winkel,
betekende dat de hele zaak in kranten moest worden
gepakt. Van tien kisten sla verdween elke krop afzonderlijk
in krantenpapier. En maandagochtend moest je een uurtje
vroeger op om de sla en andijvie en preien schoon te
maken, voordat ze weer in de winkel werden gelegd. Bij de
komst van de koelcellen waren alle problemen voorbij. Als
je nu je aanvoer krijgt, gaat alles de koelcel in en verkoop je
vanuit de koelcel. Daarnaast zijn de rassen van aardbeien
dusdanig verbeterd, dat je ze wel een week goed kunt hou
den.
Feesten op Duin en Kruidberg
Wij hadden de leveranties voor Cremer, de directeur van
Deli-maatschappij die op Duin en Kruidberg woonde. Elke
morgen ging er een hele transportfiets vol naartoe. Als je 's
avonds om 21.00 uur weer werd gebeld omdat er nog drie
citroenen nodig waren, stapte je voor de tweede keer op de
fiets om die citroenen te brengen. De familie Cremer hield
veel partijen en grote visites op het landgoed Duin en
Kruidberg. Ook in de Tweede Wereldoorlog bleven die
feesten niet uit. En Hotel Duin en Kruidberg liep helemaal
als een trein. Toen een conservenfabriek uit Zwanenburg
een kleine conservenfabriek uit Uithoorn had overgeno-
Ons Bloemendaal, 28e jaargang, nummer 4, winter 2004
37