GEBRS. VAN RIESSEN BLOEMENDAAL,TELEFOON 22192-OVERVEEN,TELEFOON 10388 Fijne Vruchten en Comestibles Versche en Geconserveerde Groenten Het beste adres voor Duin- en Klei-Aardappelen men, werd dat groots gevierd in Duin en Kruidberg. En wij hadden de leveranties. In de vijver voor het gebouw lag een vlot met daarop een hoorn zo groot als deze kamer waaruit schalen met paling kwamen; de champagne vloeide rijkelijk. En bij de opening van de Velsertunnel, waar koningin Juliana en prins Bernhard ook bij waren, werd er gefeest op Duin en Kruidberg. Dat gebeurde vroeg in het voorjaar, in maart, en op het menu stonden verse aardbeien. Nu. komen die aardbeien overal vandaan, maar toen waren ze seizoens gebonden. Wat ik toen een moeite heb moeten doen om die aardbeien voor elkaar te krijgen.maar het is gelukt en dat voelde als een overwinning. Ooit werd ik 's avonds om een uur of tien gebeld door een ober van Duin en Kruidberg. Ze hadden het consumptie-ijs vergeten te regelen en het diner was al aan de gang. Ik ben naar IJmuiden gereden en heb daar in een ijswinkeltje al het ijs opgekocht. Met van die koekjes, die ik er allemaal tussen uit heb gepeuterd. De eerste bestelwagen Ook wij werden moderner, met onze T-Ford-bestelwagen. Mijn vader had er al een, maar daar zat geen starter op, die moest je nog aanslingeren. Als de ontsteking niet goed zat, sloeg dat ding terug en had je bijna een gebroken pols. Daar gingen we mee naar Beverwijk en Haarlem en zo. En toen kregen wij er een T-Ford bij. Oorlogstijd In het begin van de mobilisatie kwam ik als ordonnans in Blaricum terecht, later werd ik overgeplaatst naar Duinlust in Overveen. Ik reed de motor, de ritmeester zat in de zij span en ik werd chauffeur van de fouragewagen. Nu had mijn vader het op zaterdag behoorlijk druk in de winkel, dus bracht ik met die enorme fouragewagen ook bestellin gen weg voor mijn vader. Dat kon allemaal. Op 10 mei 1940 brak de oorlog uit. Ik zat met de fourage wagen in Pijnacker, daar moesten we de wapens inleveren en kregen we van onze kapitein te horen dat we als krijgs gevangenen waarschijnlijk naar Duitsland moesten. Toen heb ik een fiets gepakt en ben in militair uniform naar Bloemendaal gefietst, heb mijn militaire pak uitgetrokken, nooit meer iets van me laten horen en gewoon doorgegaan met de groentewinkel. Toen de Grüne Polizei in Duin en Daal zat, hadden wij de leveranties daar. Ik was daar niet zo blij mee, maar daardoor kon ik wel een beetje rom melen. Als de Duitsers bloemkool bestelden, lever de ik hen koolrabi, die groene knolletjes. Zij wis ten niet echt het verschil tussen die twee koolsoorten, maar het verschil voor mij was dat ik vrij gemakkelijk aan koolrabi kon komen, maar bloemkool lag een stuk moeilijker. De Duitse bestelling bloemkool lag dus keurig in mijn winkel te koop. Toen kwam de oproep dat ik wacht moest lopen. Iedere nacht van 00.00 uur tot 04.00 uur liep ik samen met Cor Cassee en nog wat anderen wacht bij 'Vanouds het Raad huis' in Overveen. We namen allemaal een drankje mee en eigenlijk was dat reuze gezellig. Soms werden we gecontro leerd door een foute politieman of controleur of door de Grüne Polizei die zonder fietslicht langs reed en die ineens naast je opdook.dan kreeg je de wind van voren en moest je extra wacht lopen. Toen de voormalige directeur van het PEN me vroeg of ik aan zijn bedrijf groente kon leveren, was ik in één klap uit de brand. Ik kon namelijk wel aan groente komen, maar had geen vervoer omdat onze vrachtwagen dankzij de Duitse bezetter zonder wielen in het pakhuis aan het Kerkplein stond. Het PEN regelde vervoer en ik zorgde voor groente. De helft tegen inkoopsprijs ging naar het PEN en de andere helft bood ik in de winkel te koop aan. Ik droeg een uniform van de vrijwillige brandweer Bloemen daal - daar heb ik twaalfeneenhalf jaar bij gezeten en had van de Duitsers een Ausweis gekregen als 'Feuerwehr- polizei', dus ik kon een paar keer in de week 's nachts naar de Wieringermeerpolder om groentespul te halen. Dankzij de leveranties voor het PEN kon ik zowel aan hen als aan mijn eigen zaak groente leveren. Oranjecomité Rond 19S0 ben ik voorzitter geworden van het Oranje comité en dat heb ik vrij lang volgehouden. Ik heb ook geholpen de winkeliersvereniging op poten te zetten. Vroeger vormden de winkeliers op de Bloemendaalseweg toch meer een gemeenschap dan tegenwoordig. Je had Balm de viswinkel, dat was een begrip. En de slager Van der Ham. En Pijl en Rutte, die een hele grote kruidenierszaak had. Albert Heijn bestond toen niet, je had toen nog Van Ame- rongen die in de showroom van Grootegoed zat. Later is Van Amerongen overgenomen door Albert Heijn die zich vooral na de oorlog behoorlijk heeft uitgebreid. In. 1979 ben ik ermee opgehouden, ik kon mijn zaak verko pen aan mijn goede collega De Kroon..." 38 Ons Bloemendaal, 28e jaargang, nummer 4, winter 2004

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2004 | | pagina 40