heid komt op gang onder meer door de afschaffing van de
gilden. De Franse tijd begint. Ook op het gebied van de
jacht zou die grote veranderingen brengen. Het recht van
enkelen om met uitsluiting van ieder ander te jagen ver
viel. De handhaving door de Fransen van het continentaal
stelsel tegen Engeland, was ook in ons land merkbaar.
Daartoe hadden de Fransen een aanzienlijke troepenmacht
langs de Hollandse kusten geconcentreerd.
Militairen in het duin
Waar ze konden, eigenden de militairen zich het in de dui
nen aanwezige wild toe. Al vanaf 1795 af waren in de zee
dorpen soldaten gelegerd. Bij en achter Kraantje-Lek, dat
men gaande langs een mulle zandweg in Overveen in de
richting van Zandvoort passeerde, was sinds 1803 een
tamelijk grote troepenmacht in twee kampementen samen
getrokken. In het duin hielden ze oefeningen. Exercities
werden tevens gehouden in het zogeheten Park, 23 ha
groot, nu bekend als het Bovenwegkwartier in Aerdenhout.
De tot dan toe slaperige herberg Kraantje-Lek, in onze tijd
een huis van landelijke eenvoud, charme en kwaliteit, de
Fransen spraken van 'Grand Galet', werd een bekende en
druk beklante zaak. De Overveense bevolking profiteerde
van het krijgsvolk. Vooral de plaatselijke hoeren uit de
'Frikkedille-buurt' te Overveen naast de herberg Roozen-
daal, versterkt met Haarlemse soortgenoten, waren met
bezigheden overladen. Ze schrikkelden geen dag.
Ook de vrachtrijders die wagendiensten verrichten naar
Haarlem, Alkmaar, Amsterdam, Schagerbrug en andere
plaatsen konden hier vaak hun diensten verlenen. Twee
voorbeelden. In juni 1807 werd een lid van het regiment
Gardejagers, die een arm had gebroken, voor vijf francs van
zijn kampement naar Haarlem vervoerd met een wagen met
twee paarden, een door het mulle zand noodzakelijke be
spanning. Even later werd op dezelfde wijze een man afge
voerd die tijdens een ruzie ernstig was toegetakeld. De ver
voerders begrepen wat van hen werd verlangd en ze konden
zich blijkbaar enigszins verstaanbaar maken, een beetje
Frans lispelend.
Literaire bronnen
De militairen wier staat van
werkzaamheid geen grote
vermoeienis meebracht,
stroopten het wild met alle
mogelijke middelen. In het
bijzonder het konijn stond
aan heftige vervolging
bloot. Dat is overigens
altijd het geval geweest.
Red Grouse, Schotse sneeuwhoenders, illustratie door Archibald Thornburn
(1908), opgenomen in J. Fischer: The birds of Britain, Londen 1942.
Al in het Middelnederlandse dierenepos 'Van Reynaert die
Vos', dat omstreeks 1200 in Vlaanderen is ontstaan, is ook
weer het konijn het kind van de rekening.
Onder de vele klagers over het gedrag van de vos compa
reert Lampzeel, het konijn. Op weg naar 's konings Hof
komt Lampzeel Reynaert tegen. Hij vertelt zijn ervaring aan
koning Lion: 'Op geen
kwaad ter wereld denken
de, vond ik Reynaert, de
welke lezende zijn pater
noster, hadde gerecht zijn
weg tot mij-waart, en
meenende, dat hij wat
goeds zeggen wilde,
Ons Bloemendaal, 29e jaargang, nummer 2, zomer 2005
13