kwam ik tot hem, en groette hem vriendelijk, maar hij in plaats van groeten, greep mij bij 't hoofd en gaf mij drie groote wonden met zijn nagelen; maar ten laatste ontkwam ik nog zijn handen nochtans niet zonder mijn oor daar gelaten te hebben.' In zijn 'Lof der Stad Haerlem' van 1628 rijmelt de predikant en stadshistorieschrijver Samuel Ampzing ook over de me nigte konijnen in het duin en hun smakelijk vlees. In 'De Kleine Johannes', een romantisch symbolisch sprook je uit 1886 van Frederik van Eeden, is weer het konijn de dupe. Johannes en Windekind wonen een weldadigheids feest bij in een konijnenhol halverwege de 'Berg van Duinlust'. Dit feest wordt gegeven ten bate van allerlei die ren, speciaal de konijnen, die bij de bouw van een groot huis (het tegenwoordige 'Duinlust', nu 'Vitality Resort') in de onmiddellijke nabijheid waren omgekomen. Bezetters op hazenpad Toen Napoleons nederlaag in 1813 in ons land bekend werd, kozen de bezetters het hazenpad. De kampementen werden verlaten. Van enig wildbestand was nauwelijks meer sprake. Aan de Franse bezettingsmacht in Overveen herin nert nog slechts de naam 'De Kamp' voor het noordweste lijk gedeelte van Elswout, nu met eikenhakhout begroeid en met daarin een verdiept aangelegde schietbaan van de Fransen, waar in mijn jeugd heerlijke morieljes groeiden, paddestoelen in de vorm van donkerkleurige sponsjes. Jachten konden voorlopig niet worden gehouden. Al een paar jaar stond Elswout leeg en verkeerde in verval. Voordat de Franse troepen hun tenten opsloegen bij Kraantje-Lek werd op het grote huis een vuurwerk afgesto ken. Onbekend is ter gelegenheid waarvan. Op de hoge dui nen rondom zat veel publiek te kijken. Ook Leendert Smits, een zesentwintigjarige tuindersknecht, die ruiter was ge- Houtsnip (houtgravure van Thomas Bewick (1804) opgenomen in J. Fischer; The birds of Britain, Londen 1942). weest in dienst van de Bataafse Republiek. Hij was dronken. Op Kraantje-Lek had hij zich ernstig misdragen. De waard en waardin had hij met een knuppel achter het buffet geran seld en buiten had hij twee vrouwen verkracht. Het kostte moeite om deze onbehouwen lomperd te geleiden voor de Hoge Vierschaar van Brederode. Hij werd veroordeeld tot geseling en verbanning uit Holland voor tien jaar. Op haar vlucht raakte één der geschoffeerde vrouwen bij 'Elswouts- hoek' te water. Ze bracht het er levend van af. Elswout ten tijde van de Borski's Het vervallen Elswout wordt in 1805 door Willem Borski I van de Boreels gekocht. Hij was een stedeling en heeft nim mer gejaagd. Bij de koop en verkoop werden hem een paar geweren met zeer fraai bewerkte kolven overgedragen, zogeheten voorladers. Evenmin als zijn vader was Willen Borski II een beoefenaar of liefhebber van de jacht. Hij verpachtte de jacht op het merendeel van zijn grondbezit. Die handelwijze zou ver klaard kunnen worden uit zijn manier van denken en voe len. Hij was uit op geldelijk voordeel, wetende dat geld macht is. Zijn zeer groot fortuin en dat zijner echtgenote, die uit de West afkomstig was, had hij gespreid belegd over de hele wereld. Hij leefde uiterst sober zowel in stad als op Elswout. Was Willem Borski II gefascineerd door geld, zijn zoon Willem III legde daarentegen een obsessieve geneigdheid voor het jachtbedrijf aan de dag. Die was misschien op de deftige kostschool Noorthey gestimuleerd door zijn omgang met mede-scholieren, onder wie de prins van Oranje - de meesten afkomstig uit milieus waarin jagen van ouder op ouder gewoon was. Op Noorthey speelden zes jaren van zijn jongensleven zich af onder het strenge toezicht van dr. P. de Raedt, oprichter van dit instituut en groot pedagoog. Slechts twee korte vakanties op Elswout per jaar. Dan werd een docent van Noorthey meegezonden die er op mocht toezien dat het daar bereikte, zou beklijven. Het kan ook zijn dat Willem III met zijn bijzondere geaard heid in de spanning van het jagen een bevrijdende werking zocht. Toen langzamerhand de konijnenpopulatie weer wat toenam, begon Willem III in de niet door zijn vader ver pachte duingedeelten voor de voet te jagen, gewapende wandelingen zoals men zei. Een belangrijke plaats nam ook het fretteren van konijnen in. Drijfjachten Drijfjachten kwamen later in zwang. Dat hield mede ver band met de schietwapens die nog niet snel na elk schot opnieuw geladen konden worden en andermaal vuur kon den geven. Bij een mogelijk grote toevloed van wild zou na 14 Ons Bloe'mendaal, 29e jaargang, nummer 2, zomer 2005

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2005 | | pagina 14