V1a Binnenduin
Door Christine van Meer
Verbaast het u de naam Jac. P. Thijsse te horen in een reclamespotje
van NUON? Zo ja, dan is dit wellicht omdat u veronderstelt dat liefde
voor de natuur een streven naar geldelijk profijt zich niet met elkaar
verdragen? De auteur van de Verkade-albums deelde die veronderstelling
niet. Reclame voor de natuur brengt meer dan geld op.
Nabij het Bloemendaalse Bos, met onder meer de planten
en vogeltuin Thijsse's Hof, ligt ook Binnenduin op nr. 3
van de naar Dr. Jac. P. Thijsse genoemde laan.
Het pand behoort tot een groep kleine villa's die omstreeks
1900 werden gebouwd in het noordwestelijk deel van Het
Bloemendaalsche Park, het oudste villapark van Zuid-
Kennemerland, vanaf 1883 aangelegd. Dit huis is in 1896
ontworpen door de architecten Roog en Van den Ban voor
J.B.H.Baro.
Van deze villa's verkeert Binnenduin in de meest oorspron
kelijke staat. Gebouwd in schilderachtige bouwstijl, met rus
tieke kenmerken, zoals overstekende kappen, houten ver
sierde onderdelen. De witgepleisterde baksteenmuren
worden onderbroken door rood gekleurde horizontale ban
den en onder de dakrand ziet men uitgespaarde patronen,
eveneens rood geverfd.
Als representatief voorbeeld van een klein villatype uit het
einde van de 19de eeuw, met een gave hoofdvorm, een
zorgvuldige detaillering en met het toegepaste materiaal en
de ligging in een villapark dat qua structuur en aanleg gaaf
bewaard is gebleven, heeft het de status van provinciaal mo
nument verkregen. Ook het originele tuinhek valt onder pro
vinciale bescherming. Een deel ervan, met de naam Binnen
duin, is thans in gebruik; het andere deel wacht op reparatie.
Het gezin Thijsse verhuist eind 1902 van Amsterdam naar
Bloemendaal waar men aanvankelijk huist op een bovenwo
ning aan de Bloemendaalseweg. Na twee jaar huurt hij aan
de Parallelweg de villa Josephina - door hem onmiddellijk
tot Binnenduin herdoopt. In 1907 koopt hij Binnenduin.
Hij zal hier tot 1945 in wonen.
Voor zijn zorgelijke, zo niet zwaartillende echtgenote
Helena, is dit 'zilveren' dak een grotere bron van zorg dan
voor hem. Hij echter verklaart dat hij 'het wel bij elkaar zal
schrijven'. En daarmee toont Jac. P. Thijsse zijn onvermoei
bare werklust en optimisme. Wel vaker reageert hij laco
niek, zoals bijvoorbeeld de keer dat haar schoenen uit de
schuur zijn gestolen. Hij beperkt zich dan tot de opmerking:
'We mogen blij zijn dat het geen fiets is.'
Gelukkig is de Helena Thijsse, in tegenstelling tot haar
koopzieke man, heel zuinig en praktisch; kapotte meubels
repareert ze, japonnen en capes naait ze zelf.
Over het huiselijk gezinsleven merkt zijn schoondochter,
mevrouw A. Thijsse-van Niftrik, op: 'Tegen elkaar waren ze
altijd schattig, helemaal in vrede hoor. Zij
noemde hem Vaas, van vader, en hij noemde
haar Schijn. Dat klonk niet zo aardig, maar ik
wist dat het van Zonneschijn kwam.' Vanuit
Binnenduin klinken vaak kwartetten, gespeeld
door het echtpaar Thijsse en hun twee zoons.
Het plezier in het muziek maken staat voorop,
want als Jac. P. het tempo van een reeks snelle
noten niet bijhoudt, zingt hij tututututu om daar
na weer vrolijk door te gaan. (Haarlems Dag
blad 3 juni 1995)
Wonen in Bloemendaal biedt een goede uit
gangspositie voor de verdere carrière van de
getalenteerde onderwijzer uit Amsterdam. Maar
volgens zijn vrouw profiteert ook Bloemendaal
van zijn aanwezigheid in het dorp, 'doordat hij
vooral de rijke menschen leert gelukkig te leven
zonder bals en partijen en al den omslag, waar
mee de rijken hun leven inrichten'.
Biimenduin, waarschijnlijk ten tijde van de familie Pelt. (foto Jac. P. Thijsse, 'Het intieme
leven der vogels').
Het zijkamertje, links van de voordeur, is zijn
studeerkamer. Deze biedt hem uitzicht op zijn
tuin, een oerwoud van sneeuwbessen, waar
22
Ons Bloemendaal, 29e jaargang, nummer 2, zomer 2005