genomen rond 1924 toont een weilandje. Later werden hierop tennisbanen aangelegd. Het viel te verwachten dat een bouwwerk van vier verdiepingen op deze markante plek de gemoederen in beroering zou brengen en bezwaren ble ven dan ook niet uit. Bewoners van de Vijverweg, de Ignatius Bispincklaan en de Dr. Dirk Bakkerlaan vreesden begrijpelijkerwijs een afname van hun woongenot. Nog los van deze bezwaren van omwonenden kon ook de gemeente maar niet zomaar met de bouwplannen akkoord gaan. Op tal van punten zou van het bestemmingsplan moeten wor den afgeweken om met een dergelijke bouw te kunnen instemmen. Toch gingen B. en W. overstag, onder explicie te verwijzing naar het nijpende tekort aan woningen binnen de gemeente:'Burgemeester en wethouders van Bloemen- daal Overwegende, dat, gelet op de grote woningnood die in deze gemeente heerst, aan de uitvoering van het werk behoefte bestaat; dat de plaats van het werk stede bouwkundig verantwoord is; dat de eigenaren van de aangrenzende en nabijgelegen gronden in de gelegenheid zijn gesteld hun eventuele bezwaren tegen de uitvoering van het bouwplan in te dienen .en dat, voor zover deze eigenaren bezwaren tegen de uit voering van het bouwplan hebben ingediend, zij hun bezwaren na overleg met het gemeentebestuur en de bouw- exploitant geheel vrijwillig hebben ingetrokken' Dat er bezwaren kwamen viel te verwachten: de gemeente verleende onder meer vrijstelling voor de voorgeschreven bouwhoogte, de overschrijding van de rooilijn en über haupt was het de eerste keer dat er toestemming voor etage- bouw werd verleend. Voor omwonenden die slechts het geluid van tennisballen gewend waren zal het wel even slik ken geweest zijn.Dit verhinderde overigens niet dat al snel de eerste omwonenden hun huis voor een flat in Hartelust verruilden! Doelgroepen Al voor de Tweede Wereldoorlog werden er in Nederland voor verschillende bevolkingsgroepen flats gebouwd. Met name in Rotterdam en Amsterdam werd geëxperimenteerd met flatgebouwen voor arbeiders. Progressieve, veelal socia listische architecten die het Nieuwe Bouwen aanhingen, geloofden in het economische voordeel van hoogbouw voor arbeiders, waardoor bovendien veel gemeenschappe lijk groen kon worden aangelegd. In Rotterdam bestonden er wat de hoogte van de flats betrof slechts constructieve beperkingen, terwijl de Amsterdamse voorschriften hoog bouw van meer dan vier etages niet toestonden. Toch wer den ook in Amsterdam flatwoningen voor arbeiders gereali seerd zoals Bos en Lommer. Flats in strokenbouw die een optimale bezonning van elke woning garandeerde en een einde maakte aan de verguisde binnenterreinen van het gesloten bouwblok uit de 19de en de vroege 20ste eeuw. Vaak stelden de architecten zich veel voor van de in een flat gebouw te realiseren gemeenschappelijke voorzieningen als wasruimten, droogkamers en zelfs (gaar)keukens. Het ligt voor de hand dat deze voorzieningen de eerste waren die onder gemeentelijke bezuinigingen sneuvelden. Succesvoller was in het interbellum de flatbouw voor wel- gestelden. Met name in Den Haag ontstond een bijzondere vorm van appartementenbouw: het zogenaamde woonho- tel. Dit betrof luxueus uitgevoerde appartementengebouwen met tal van voorzieningen als personen- en goederenliften, vuilstortkokers, restaurant, gastenkamers enz.. De apparte menten waren groot - soms tot wel zeven kamers - en aan geluidsisolatie was bijzondere aandacht besteed. Een gemeenschappelijke, veelal parkachtige tuin completeerde een dergelijk woonhotel. De gebouwen beschikten over een prestigieuze entree met portier en vanzelfsprekend waren er ook een huismeester en dienstbodes in dienst van het col lectief. Veel villabewoners lieten zich verlokken tot vestiging in een woonhotel: eigen dienstbodes zouden overbodig worden. Het vinden van een betrouwbare gedienstige was immers voor elke welgestelde familie een crime. Het com fort dat de gelijkvloerse bewoning in combinatie met de praktische voorzieningen bood, bleek een succesformule en alleen al in Den Haag verrezen snel vijfendertig woonhotels. Na de Tweede Wereldoorlog werden er opnieuw woonho tels gerealiseerd, meer en meer onder de naam van service flat of verzorgingsflat. Daarnaast ontwikkelde zich in de vrije sector eveneens flatbouw zonder al te ambitieuze, zeer kostenverhogende gemeenschappelijke voorzieningen. Daarbij ging het vaak om initiatieven van aannemers die geen brood zagen in sociale woningbouw maar wel in goed verkoopbare, aantrekkelijke flatwoningen. Met name twee persoonshuishoudens bleken geïnteresseerd te zijn in derge lijke, veelal goed gelegen en verzorgd uitgevoerde apparte menten. Meergezinshuis Het is ongetwijfeld met een dergelijk publiek in het achter hoofd dat Aanstoot zijn flatgebouw met drie-, vier- en vijf- kam erappartementen ontwierp. Wel tekende hij in elke slaapkamer twee bedden, waarmee het gebouw aan maxi maal 104 Bloemendalers woonruimte zou bieden! Een bril jante zet om de gemeente te bewegen toestemming voor het ambitieuze plan te verlenen! In de praktijk werden de woningen echter in hoofdzaak verkocht aan echtparen zon der kinderen en aan alleenstaanden en dat is sindsdien vrij wel zonder uitzondering zo gebleven. Volgens de dames Ons Bloemendaal, 29e jaargang, nummer 2, zomer 2005 25

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2005 | | pagina 25