Eiswout en de bloemisten
Van Sompel
Door Wim Post en Peter de Natris
In de 17de eeuw komt Corel (du) Molijn, van huis uit twijnders-
knecht, in de handel en koopvaardij terecht. Hij maakt er carrière en
is al snel een zeer vermogend man. Hij heeft maar één droom: een
grote hofstede in Overveen, aan te leggen in Italiaanse trant. Het latere
Eiswout vindt hierin zijn vertrekpunt.
In zijn Loflied op Haarlem (1628) steekt de bekende dich
ter Ampzing min of meer de loftrompet over Van Sompel's
hofstede door de wandelaar die de Volmeer passeert er op
te wijzen dat daar 'Sompels nieuwe dak en boomen sich
vertogen'Men vermoedt dat hij doelt op een hofstede die
in de plaats kwam van een eerdere die tijdens het beleg van
Haarlem werd verwoest.
Op de overdracht aan Molijn van een huis met boomgaard in
1638, volgt vier jaar later Van Sompel's kwekerij De Crocht.
De familie Van Sompel
Tot de aankopen van Molijn behoorde ook een com
plete bloemisterij van Hans van Sompel. Diens familie
was in de kringen van Overveense tuinders en bloe
misten bepaald geen onbekende en ook in Haarlem
waren ze vanaf begin 17 de tot aan de 19 de actief. De
familie stamde af van rijke Haarlemse brouwers. In
Overveen kochten ze in april 1610 twee tegenover
elkaar gelegen percelen: De Volmeer en De Crochte.
De toentertijd gebezigde omschrijving dat ze waren
'ghelegen tussen wallen en slooten', verwijst naar het
huidige gebied bij Koningshof aan de Duinlustweg.
Bloemist en boomkweker Hans van Sompel, gehuwd
met Tanneken Danius, stichtte op de Volmeer een
boerenwoning met paardenstal, boomgaard, boom
kwekerij en warmoezierderijHij teelde hier aard
vruchten, asperges, kruisbessen en citroen- en sinaas
appelboompjes. Deze boompjes op stam bleken echter
niet bestand tegen onze winters. Van Sompel's oplos
sing, een soort goed geïsoleerde oranjerie (de ruimte
tussen de dubbele houten wanden vulde hij met boek-
weitdoppen) die hij tijdens vorst met turf warm stook- E] T T rvi-n j
1 Eiswout naar een schilden] van Jan van der Heiden (1637 1712), met op de
te. Aldus bereikte hij dat zijn boompjes onbeschadigd achtergrond links vermoedelijk de woning van de familie Van Sompel (Jaarboek
de winter doorstonden. Haerlem 1933)
Molijn pakt de zaken groots aan. De ene aankoop volgt op
de andere. Tussen 1633 en 1 647 tellen we maar liefst een
achttiental transacties, vooral in de omgeving van de (huidi
ge) Duinlustweg en de Elswoutslaan, waarmee fortuinen
zijn gemoeid. Het is immers geen dor en onvruchtbaar
duingebied, maar al in cultuur gebrachte grond: weilanden,
tuinderijen en kwekerijen en ook de huizen en hofsteden
die er bij horen.
In 1654, als Molijn zijn hofstede reeds half heeft voltooid,
valt zijn droom in duigen. Geldgebrek dwingt hem tot ver
koop van zijn bezit. De zeer bemiddelde nieuwe eigenaar
Gabriël (van) Marcelis (1609-1673) koopt overigens
in de naaste omgeving nog meer onroerend goed aan.
Eiswout, zijn voorname lusthof, wordt dan een feit.
Frans van Sompel
Ook in de periode Marcelis blijven de Van Sompels rond
Eiswout actief. Zulks leert het boek 'Nederlantze Hesperidis,
dat is oeffening en gebruik van de Limoen en Oranje-
boomen, gestelt van den aard en climaat der Nederlanden'.
De schrijver, J. Commelijn, uit zijn bewondering over de
'weelderighe Vrugten' die men in Kennemerlandse tuinen
blijkt te oogsten en met name Frans van Sompel zwaait hij
veel lof toe.
Wie was deze Frans? Ervan uitgaande dat toen genoemd boek
verscheen (1676) deze Frans van Sompel werkzaam was in
een zeer goed toegeruste kwekerijvermoedt men dat het
Ons Bloemendaal, 29e jaargang, nummer 3, herfst 2005
19