Het gedenkboek
Eerebegraafplaats
Bloemendaal
door Geert Mak
Op 30 november 2005 hield Geert Mak een ontroerende toespraak bij
de presentatie van het gedenkboek 'Eerebegraafplaats in Bloemendaal'
van Peter Heere en Arnold Th. Vernooij. In het publiek zaten voorna
melijk familieleden van de mensen die daar hun laatste rustplaats heb
ben gevonden. De redactie is van mening dat wij u deze tekst niet
mogen onthouden. Hierbij treft u - tot onze niet geringe trots - het
gesprokene volledig aan Met dank aan de schrijver Geert Mak.
"In 1999 werd in het verscheurde Ierland een unieke
geschiedenis gepubliceerd, een boek waar iedereen, prote
stant en katholiek, over sprak. Het was een enorme pil die
niets anders bevatte dan beschrijvingen van de korte en lan
ge levens van alle ruim 3.637 slachtoffers van de Ierse bur
geroorlog. Het was één grote encyclopedie van gebroken
harten, met alle omstandigheden die leidden tot hun dood:
strijdlust, kameraadschap, loyaliteit, naastenliefde, toeval.
Het boek was het resultaat van acht jaar research door een
kleine groep onafhankelijke journalisten en het telde 1.630
pagina's grijze tekst, gezet over twee kolommen, zonder
enige franje of illustratie. Het effect was verpletterend.
Ik kreeg de drukproeven van het werk van Peter Heere pas
kort geleden in handen. Ik begon met het verhaal van de
allereerste dode die hier ligt, Simon Klein, handelaar in
tweedehands boeken, getrouwd, twee dochters. Hij was een
verzetsman van het allereerste uur, begon zich direct na de
Duitse inval bezig te houden met het in kaart brengen van
militaire objecten, had volgens eigen zeggen zelfs contact
met Londen. Details zijn verder onbekend, zoals alles aan
hem onbekend is. Hij is zelfs nooit berecht, hij verdween
opeens, begin maart 1941en daarna is hij mogelijkerwijs
tijdens een ondervraging overleden. Niemand zal het ooit
weten. Zijn vrouw kreeg wat bebloede kleren thuisgestuurd
en zette een rouwadvertentie in de krant: 'Overleed geheel
onverwachts..' 'Diep betreurd door...' 'J. Klein-van
Coevorden. Sonja. Fientje.'
Na Klein's beknopte levensbeschrijving kon ik niet meer
ophouden en al heel snel kreeg ik hetzelfde gevoel als toen
ik dat Ierse boek las, een mengeling van verbijstering,
bewondering, en diep verdriet, dat ook. Want net als die
Ierse encyclopedie is ook dit overzicht, juist door de rustige
en zakelijke stijl, een zeldzaam emotioneel boek. Door de
terughoudendheid van de auteur krijgt de lezer namelijk alle
ruimte voor eigen gedachten en gevoelens. Dit boek pakt u
en mij ongenadig aan, dat kan ik u verzekeren. En tegelijk
laat het ons allen vrij om met dit alles op onze eigen manier
om te gaan.
Ook inhoudelijk zijn er duidelijk gelijkenissen tussen beiden
werken. Net als in de Ierse encyclopedie ontdek je in dit
boek gaandeweg verbanden tussen allerlei gevallen, merk je
dat soms hele families en vriendengroepen zwaar getroffen
worden, kom je sommige namen telkens weer tegen, besef
je dat achter de naam van één dode vaak een veel bredere
kring van onherstelbaar verdriet schuilgaat, levens van part
ners en kinderen waarmee het nooit meer helemaal goed
komt.
Maar tegelijk is er één groot verschil tussen dat Ierse boek
en het werk dat we vanmiddag ten doop houden. 'Lost
Lives', zo hebben de Ierse auteurs hun boek gedoopt, verlo
ren levens. Wij, Nederlanders, spreken over de
Eerebegraafplaats Bloemendaal, en in dat woordje 'ere' ligt
een fundamenteel verschil. Kenmerkend voor heel veel van
die Ierse verhalen is namelijk het toeval, het stomme nood
lot dat een toevallige voorbijganger trof die ongelukkiger
wijs op het foute moment in de foute pub of op de foute
straathoek of in de foute deuropening stond. Kenmerkend
voor degenen die wij vanmiddag herdenken is het omge
keerde: de wil, de eigen keuze. Kenmerkend voor de meeste
Ierse gevallen is het slachtofferschap. Kenmerkend voor
Bloemendaal is de beslistheid waarmee onze hoofdper
sonen zelf het lot tegemoet treden.
Dit is dus een boek over moed. Over jongens en meisjes-
moed - want, zoals Peter Heere en de zijnen terecht opmer
ken, als je de jaartallen op de grafstenen eens terugrekent,
wat waren ze vaak jong: 19, 21, 23. Over simpele burger
moed - de meesten zijn immers enkel in Bloemendaal
beland omdat hun lichamen in het nabijgelegen duinge
bied zijn teruggevonden. Hier ligt dus alles en iedereen
door elkaar: oud, jong, bankier, los werkman, rechtbank
president, drogist, familievader, trotse homo, communist,
gereformeerde, beeldhouwer, boerenknecht, en ga zo maar
door. Een hele gewone dwarsdoorsnede, kortom, van het
verzet in Westelijk Nederland en dat alleen al geeft dit boek
voor veel meer mensen een betekenis dan enkel voor de
betrokkenen bij de Eerebegraafplaats.
Dit boek gaat ook over geestelijke moed, spirituele moed,
zo u wilt, en dat is misschien nog indrukwekkender. De
meeste levensverhalen concentreren zich, in dit geval
terecht, op de laatste weken, dagen en uren, op de
afscheidsbrieven, op de allerlaatste boodschappen. We lezen
over de socialistische drukker Han van Zomeren die nog in
zijn laatste uur een politieke discussie met een van zijn
bewakers begon. Over Willem Arondeus die bovenal wilde
12
Ons Bloemendaal, 30e jaargang, nummer 1, lente 2006