dat bekend zou worden dat hij als homo aan liet verzet had deelgenomen, dat homo's niet laf of verwijfd of decadent waren. Zijn kameraden, waarmee hij die laatste weken een vaste groep vormde, die in hun gemeenschappelijke cel ein deloos praatten, discussieerden, de Bijbel lazen, grappen maakten en, zoals een van hen het uitdrukte, een ongekende tijd van 'blijheid en geluk' doormaakten. Over de zoge naamde Meppeler groep die de laatste nacht door de gevan genis luid schallend 'Een vaste burcht is onze God' zong, alsof ze, zoals een medegevangene schreef, reeds juichend voor Gods troon stonden. Over de dertien ter dood veroor deelde Vrij Nederlandmannen die, in de woorden van hun medegedetineerde Cleveringa, iedere dag de zogenaamde Sportplatz op kwamen draven 'als hadden zij geen zorgen aan het hoofd en zouden zij morgen aan den dag vrijko men'. Tenslotte gaat het, bovenal, om de moed tot onafhankelijk heid. Alle verschillen ten spijt: dit waren bijna stuk voor stuk sterke, onafhankelijke geesten. Dat kenmerkte hen bovenal. De Britse journaliste en schrijfster Gitta Sereny heeft ooit beschreven hoe ze - ze groeide op in Wenen - in maart 1938, vlak na de machtsovername door de nazi's, met haar vriendin door de Graben liep. Ze stuitte daar op een paar mannen in bruine uniformen, omringd door een grote groep lachende Weense burgers. In het midden van de oploop zag ze een dozijn mannen en vrouwen van mid delbare leeftijd op de knieën zitten. Ze schrobden het pla veisel met tandenborstels. Een van de mannen herkende ze: het was de kinderarts die haar leven had gered toen ze vier was en difterie had, die toen de hele nacht bij haar had gewaakt. Nu was ze tien jaar ouder, ze was veertien en ze kon zich niet inhouden. Ze schreeuwde naar de mannen in het bruin: "Hoe durven jullie!" Ze riep dat hier een groot dokter vernederd werd, een redder van levens. "Is dit wat jullie onze bevrijding noemen?" voegde haar beeldschone vriendin daaraan toe, terwijl haar de tranen over de wangen liepen. Sereny schreef in haar herinneringen: "Het was heel bijzonder: binnen twee minuten was de honende groep verdwenen, de bruine wachters waren weg, de 'straat schrobbers' waren opgelost in de menigte. "Doe dat nooit meer," zei de dokter streng tegen ons, terwijl zijn kleine, ronde vrouw naast hem hevig knikte, haar gezicht ingeval len van wanhoop en uitputting. "Dit is erg gevaarlijk!". Maar in dat opzicht had de dokter ongelijk: het roepen hielp wèl, in het klein, en ook in het groot. Het verhaal van Gitta Sereny laat zien hoe belangrijk in zul ke situaties de moed van de onafhankelijkheid is. Het ging in 40-4S om geweld en terreur, zeker. Maar het nationaal- socialisme draaide ook op subtielere processen, op vernede ring, uitsluiting, passiviteit, wegkijken. Het schokkende van 'De Eerebegraafplaats te Bloemendaal', door Peter H. Heere en Arnold Th. Vernooij. Er zijn in Nederland vele erebegraafplaatsen, maar er is maar één Eerebegraafplaats! De ontstaansgeschiedenis van de Eerebegraafplaats aan de Zeeweg te Overveen, met biografische gegevens van alle verzetslieden die daar begraven zijn. Sdu Uitgevers, 2005. ISBN 90 12 904 85 2. Onder meer te koop bij Boekhandel Bloemendaal, 55,00. dit boek, tussen de regels door, zijn ook de verhalen van verraad en, erger en frequenter nog, van wegkijken, passivi teit en misdadige braafheid. De spoorwegmensen waaraan een van de hoofdfiguren in dit boek al in de zomer van 1942 smeekte om niet mee te werken aan de deportaties van de joden, en die desondanks deden alsof hun neus bloedde; de keurige mensen die niets wilden weten van de neergeschoten verzetsman die zich 's nachts naar hun huis deur wist te slepen en hem zonder pardon weer overlever den aan zijn beulen; de bewoners van het Friese dorpje Echtenerbrug die Lodo van Hamel en de zijnen braaf gingen aangeven bij de autoriteiten toen hun vertrek met een ONS Bloemendaal, 30e jaargang, nummer 1, lente 2006 13

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2006 | | pagina 13