met mijn vader': 'Ik legde de bloemen wat van je grafsteen
af, zodat de woorden 'Liever staande sterven dan knielende
leven' te lezen waren. En ik daclit: dat is gemakkelijker
gezegd dan gedaan. Ik wou niet altijd op die duintop
staan huilen. Ik wou weten hoe je geleefd had! Ik wou met
je praten!!!'
En in een schitterende passage beschrijft ze dan een fantasie
die haar wel eens had bekropen, tijdens zo'n bezoek: 'Ik
heb wel eens gedacht: nu gaan al die graven open, de aarde
beweegt, onze bloemen die we hebben neergelegd gaan
bewegen, de aarde brokkelt af, en daar komen jullie. Jullie
komen eruit! Mager, gewond, en in vodden gekleed. Jullie
kijken naar ons, in onze dure jassen, jullie kijken naar al die
goedgevoede mensen om ons heen, jullie kijken wie bij jul
lie graf staat, en jullie zeggen: "Waar is Aat? Waar is Cor?
Waar is Flip? Waar is Jan? Waar is Muis? Waar is Rie? Waar
is moeder? Waar is Geert? Waar is Zus? Wat is er met vader
gebeurd? Waar zijn onze kinderen?" En wij zijn groot
geworden, en staan er aarzelend en onzeker bij, want jullie
weten niet wie wij zijn, jullie kennen ons niet eens....'
Dit boek is in die zin een troost. Ik denk dat er namelijk
toch herkenning zou zijn, een grote, diepe, intense herken
ning, over tijd, en dood, en generaties heen. Een herken
ning die ik zie in de stijl van de kinderen - waarvan ik som
migen tot mijn vreugde persoonlijk blijk te kennen - en die
ik herken in de stijl van leven en schrijven van de vaders.
Een herkenning die ik bovenal zie in de moed en in de
onafhankelijkheid. Dat gaat door. Dat zit in hen, en hopelijk
ook een beetje in ons.
De eerste dode in dit boek, ik zei het al, heet Simon Klein.
Vergeet die naam niet. Zijn vrouw, de J. Klein van
Coevorden onder de rouwadvertentie, werd ruim twee jaar
later, op 1 7 september 1943, in Auschwitz vergast. Sonja
(tien jaar), en Fientje (acht jaar) stierven op 3 1 mei 1943 in
Sobibor. Het gezin is weg, er is bijna niemand meer over
om hen te herdenken. Dankzij dit boek heb ik Simon Klein
leren kennen. Ik zal nu iedere vierde mei aan hem en de zij
nen denken, zolang ik leef. Aan zijn leven en dood, aan zijn
moed, aan zijn beslist-heid om nooit weg te kijken, om
nooit een passant te zijn
In de maanden april en mei organiseert Stichting
Bloemendaal Initiatief in Bezoekerscentrum De
Zandwaaier te Overvoer; een expositie over het dagelijks
leven in de gemeente Bloemendaal in de naoorlogse
jaren (1945 - 1950). Uw bezoek meer dan waard! Zie
voor het volledige programma de rubriek 'Oproep-
Reactie-Mededeling
Wandelt u dan ook even naar de Eerebegraafplaats aan
de overkant.
Ons Bloemendaal, 30e jaargang, nummer 1, lente 2006
15