De eigen stijl van
kunstschilder
Hugo Landheer
Door N.J.P. Bersee
De kunstschilder Hugo Landheer (1896-1995) werd in Schiedam
geboren en overleed op hoge leeftijd in Bentveld, na een leven waarin de
schilderkunst hoog in het vaandel stond. Hij liet een indrukwekkende
collectie achter.
Op zijn elfde jaar begon de kleine Hugo te tekenen en te
schilderen. Hij nam op die jeugdige leeftijd ook al lessen.
Een les kostte een gulden en als hij een vriendje meebracht
75 cent. Landheer is zijn ouders altijd dankbaar gebleven
dat zij hem de gelegenheid gaven de schilderkunst te leren
beoefenen. Tot 1916 was hij leerling van Willem
Hardenberg, leraar handtekenen MO, illustrator en kunst
schilder in Rotterdam. Na zijn examen HBS studeerde
Landheer drieëneenhalf jaar aan de Rijksacademie voor
Beeldende Kunsten in Den Haag. Hij gaf daar ook les en
schilderde soms 's avonds en 's nachts voor zichzelf.
In 1935 vestigde hij zich in Epe, waar hij 28 jaar heeft
gewerkt. In 1945 nam hij deel aan de tentoonstelling 'Kunst
in Vrijheid', gehouden in september en oktober in het
Rijksmuseum in Amsterdam. Hem werd bij die gelegenheid
Hugo Landheer (uit: Hugo Landheer, Overzicht 1925-
1990, uitg. 1990)
de verzetspenning Gerrit van der Veen overhandigd.
Aerdenhout
Na de Tweede Wereldoorlog ondernam Landheer studierei
zen naar Luxemburg, Frankrijk, Spanje, Hongarije, Polen,
de Balkanlanden, Denemarken en Engeland. In 1963 kwam
hij naar Aerdenhout om meer contacten in de Randstad te
krijgen. Met zijn vrouw Ottie woonde hij aan de Marius
Bauerlaan 7 (de voormalige Tramweg)Daar richtte hij een
permanente tentoonstelling in, die op 12 oktober 1963
officieel werd geopend door prof. dr. G.J. Geers, een goede
vriend van de schilder. In de tuin voor zijn huis stond van
toen af het bekende bordje: Hugo Landheer Expositie.
Vanaf zijn komst naar Aerdenhout nam Landheer deel aan
de groepstentoonstellingen van beroepskunstenaars in het
Bloemendaalse raadhuis. Maar ook in Amsterdam, Rotter
dam, Schiedam, Haarlem, Den Haag, Zutphen, Amstelveen,
Assen, Heerenveen, Epe, Laren en Leuven waren zijn wer
ken op de exposities te zien. Voorts exposeerde hij in het
voormalig Tsjecho-Slowakije, tweemaal in Polen en
Hongarije, in Joegoslavië (Kroatië) en in Rusland.
Recent (16 april-28 mei 2005) hield Galerie Holtrop in
Tilburg nog een expositie van 34 werken van Hugo
Landheer. Vijftien musea in binnen- en buitenland hebben
zijn werk in hun collecties opgenomen.
Eigen stijl
Gedurende zijn hele loopbaan is Landweer zijn eigen weg
gegaan. Hij wilde anderen van zijn werk laten genieten, dat
vond hij belangrijk. Nooit heeft hij omwille van het succes
met 'de mode' meegedaan. Concessies aan het publiek deed
hij niet. Hij liet zich leiden door zijn eigen kwaliteitsgevoel
en ontwikkelde een eigen stijl.
Het bijzondere aan zijn werk is zijn heel aparte wijze van
schilderen. Het licht in zijn schilderijen is niet aan de wer
kelijkheid ontleend maar aan de wijze waarop de kubisten
schilderen. Het licht komt van alle kanten tegelijk al naarge
lang de vorm erom vraagt. Het licht betekende voor hem
alleen maar een scheiding van de vormen op het doek. Op
deze wijze trachtte Landheer de accenten in bijvoorbeeld
een stadsgezicht of in een natuurtafereel weer te geven. Hij
tekende en schilderde in expressionistische stijl landschap
pen, kerkinterieurs en stadsgezichten, maar ook paarden,
zeilschepen en molens.
Critici
In een kritiek uit 1930 stond te lezen: 'Men kan er desver -
langd de occulte wetenschappen, de schemertoestand en het
tweede gezicht bij te pas brengen: Hugo Landheer, die
thans in de Rotterdamsche Kunstkring schilderijen tentoon
stelt, schildert de herinnering, niet uit de herinnering, niet
28
Ons Bloemendaal, 30e jaargang, nummer 2, zomer 2006