Van wagenmaker tot aannemer Door Wim Post Dit is een waargebeurd verhaal over een ambachtelijke Hillegommer die zich in de jaren twintig van de vorige eeuw in het forensendorp Bloemendaal als wagenmaker vestigde. "Op 21 augustus 1900 wordt in de Meerstraat nr. 47 te Hillegom in het gezin van Gijsbertus H. Post (1868-1951) en Engelina van Riek (1869-1950) Arnoldus (Nol) G. Post (1900-1982) geboren. Hij is de op-een-na-jongste van in totaal vier kinderen. Nol zal de enige zijn die later trouwt; zijn oudere broer Herman en twee zussen Marie en Mina blijven ongehuwd. Nols vader werkt als timmerman bij de firma Kraai Zwolman aan de Hillegomse haven. Zijn moe der is een dochter van Herman van Riek, een Hillegomse wagenmaker. Dat vak blijft in het leven van Nol een belang rijke rol spelen. Hij groeit op in een keurig katholiek gezin en tijdens zijn lagere schooltijd is hij met zijn broer Herman misdienaar in hun parochiekerk St. Martinus. Na de lagere school kiest Nol voor het vak van wagenmaker. Hij gaat in de leer bij zijn grootvader Herman van Riek Wagenmaker Klaas van Riek en zijn vrouw Alida van Schie te Lisse. Olieverf door Jo Schrama, 1914 (1839-1919). Diens carrosseriebedrijf met acht a negen man personeel is gevestigd in het centrum van Hillegom aan de Hoofdstraat (nu nr. 81-83). Aan de achterzijde van de wagenmakerij is een ruim erf met opstallen voor onder andere het materiaal. Het bedrijf, waar vakmanschap hoog aangeschreven staat, heeft een uitstekende reputatie opge bouwd. Rond 1916 vervaardigt men bij Van Riek vooral houten opbouwen voor T-Fords die men met een kaal onderstel krijgt toegeleverd. Maar behalve de cabines met portieren en de laadbakken voor deze automobielen, komen ook andere werkstukken uit de werkplaats: complete koet sen, boerenkarren, bakfietsen, handkarren, kruiwagens - te veel om op te noemen. Wagenmakerij Van Riek In de familie Van Riek wordt sinds eeuwen het beroep van wagenmaker uitgeoefend. In de 18de eeuw is er al een wagenmaker Van Riek in Aarlanderveen. Latere generaties waaieren uit naar Rijnsaterwoude, Lisse en Hillegom. Vooral het nageslacht in Hillegom telt verscheidene wagen- makers. Als in 1919 Herman van Riek overlijdt, volgen zijn zoons Jan, Adriaan en Gerard hem op. Zijn kleinzoon Nol heeft dan inmiddels het wagenmakervak onder de knie en daarnaast een cursus constructietekenen gevolgd en werkt in dit familiebedrijf. Hij is in die tijd een fervent voetballer en met verscheidene vrienden en familieleden speelt hij in een elftal van Concordia, de locale voetbalclub. In 1922 krijgt hij verkering met de uit Bennebroek afkom stige Cathrien de Groot (1903-1991). Om aan de kost te komen werkt zij in Hillegom bij de bloembollenfamilie Van der Schoot in de huishouding. Cathrien is een dochter van Cornelia van Kampen (1873-1936) en Willem de Groot (1875-1945). Laatstgenoemde werkt in de bloembollen onder andere als 'ziekzoeker': met paraplu en bollensteker gewapend gaat hij in het voorjaar met een scherp oog tus sen groeiende tulpen, hyacinten of narcissen speuren naar mogelijke zieke exemplaren. Bloemendaal Nol ziet het niet zo zitten om altijd in loondienst van zijn ooms in de Hillegomse wagenmakerij te blijven werken. Er zijn bij Van Riek al opvolgers genoeg en hij wil liever voor zichzelf beginnen. De doorslag om deze stap ook daadwer kelijk te zetten, is een ontmoeting met Gerrit Hulsebosch, een vriend uit zijn lagere schoolperiode die hij na jaren weer eens ontmoet. Gerrit vertelt hem dat hij Hillegom ver laten heeft en zich in Bloemendaal (Iepenlaan 72) heeft gevestigd als aannemer in grondwerken. Hij raadt Nol aan om, indien hij voor zichzelf wil beginnen, ook naar Bloemendaal te gaan. Er is daar immers werk genoeg. Er 24 Ons Bloemendaal, 30e jaargang, nummer 4, winter 2006

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2006 | | pagina 24