reldberoemde kathedraal van Chartres.
De bouw van deze kathedraal werd in 1220 voltooid. Dit
godshuis heeft de meest complete verzameling van oor
spronkelijke gebrandschilderde ramen: maar liefst 1 73 met
een totale oppervlakte van zo'n 2.500 vierkante meter.
Het mystieke licht dat door de duizenden ruitjes naar
binnenvalt wordt geroemd om zijn ongekende schoonheid.
Restauratie
Een belangrijke activiteit van de firma Schmit is de restaura
tie van oude glas-in-loodramen. Er is nog steeds geen vak
opleiding voor al probeert de branchevereniging zich daar
wel hard voor te maken. Toch komt bij dit specialisme heel
wat ervaring en vakkennis kijken, weet Kees Schmit: "Het
zijn geen gemakkelijke klussen maar wij zijn er trots op
dat we nog steeds met traditionele technieken oude ramen
er weer als nieuw kunnen laten uitzien. Dat onze zaak al
zo lang bestaat, komt regelmatig goed van pas. Zo hebben
we nog veel bijzonder glas staan dat mijn vader indertijd
aanschafte.
De brandschildertechniek vormt een verhaal apart, zeker
wanneer een ruitje in scherven ligt.
In eerste instantie proberen we de puzzel minutieus in elkaar
te leggen waarna we de vorm in nieuw glas uitsnijden.
De aanknopingspunten van het oude ruitje nemen we over
en dan wordt de afbeelding met speciale verf helemaal na
geschilderd. Doorgaans is dit de taak van onze collega Hans
Bakker die deze techniek goed in de vingers heeft.
Vervolgens versmelten we in onze elektrische oven de verf
met de bovenlaag van het glas. Vroeger werden die ovens
nog met hout gestookt wat de term 'brandschilderen' ver
klaart."
De restauratie van de glas-in-loodramen van de Grote Kerk
in Haarlem is tot nog toe de grootste opdracht geweest van
het bedrijf op dit terrein.
De restauratie vond plaats in nauwe samenwerking met
Monumentenzorg en nam - wel
iswaar niet volcontinu meerdere
jaren in beslag. Een ander belangrijk
project was het Frans Halsmuseum.
Hier werden de ramen gereinigd,
ontbrekende ruitjes in dezelfde stijl
bijgemaakt waarna het geheel van
nieuw lood kon worden voorzien.
Iedere restauratie kent zo zijn eigen
specifieke problemen en het juiste
type glas ligt niet altijd op voorraad.
Soms levert intensief speurwerk re
sultaat op maar wanneer dit niet het
geval is, moet het bijgemaakt wor
den. "En daar wringt nou net de
schoen", stelt Kees Schmit, "we zijn
dan afhankelijk van glasfabrikanten,
die hun materiaal weer vanuit het
buitenland betrekken.
Die fabrieken kunnen in de regel
wel een oplossing bieden omdat
er nog veel recepten bewaard zijn
gebleven. Maar wij hebben vaak
maar heel weinig glas nodig terwijl
dat voor de productie niet rendabel
is. Soms kunnen onze collega's het
restant nog gebruiken en anders nemen we het overtollige
glas toch maar op de koop toe. Het blijft een spanningsveld
in ons vak, zeker als je weet hoe oneindig veel kleuren er bij
al die gebouwen gebruikt zijn."
Arbeidsintensief
In alle opzichten heeft het metier zijn ambachtelijke karakter
behouden. Zo maakt men nog steeds veelvuldig gebruik van
mondgeblazen glas.
Bij dit procédé blaast men uit een klont gesmolten glas een
fles van een meter lang, waar vervolgens de kop en bodem
vanaf gesneden worden. Een cilinder blijft dan over.
Tot slot kerft men deze cilinder open en rolt hem uit op een
vlakke plaat. In alle opzichten is het een wonderlijk proces.
In het begin zie je een hete oranjerode klomp die in de
eindfase een totaal andere kleur krijgt.
Het basisgereedschap van een glazenier anno 2006 is eeuwenlang onveranderd gebleven en beperkt zich tot
een simpele glassnijder, hamer, zetmes en soldeerbout.
8
Ons Bloemendaal, 3 1e jaargang, nummer 1, voorjaar 2007