In 1 686 breidt Bra zijn bezit naast zijn blekerij uit met een huis, erf en tuin onder de naam Clijn Blommendael. Pieter Bra, de zoon van Jan, gaat de blekerij van zijn vader exploi teren en zal deze later erven. Hij is dan in het Bloemendaalse geen onbekende. Met bloemist Jacob van Sompel draagt hij financieel bij aan de aanbouw van de eerste consistorie van de hervormde kerk te Bloemendaal. Op 2 mei 1765 verkoopt Pieter Bra de blekerij Clijn Blommendael aanArent Lits. Deze Arent is getrouwd met Anna Rusburg. Zij krijgen twee kinderen, Matthijs en Jan Jacob. Ze noemen hun blekerij De tijd leert alles. De familie bezit ook een tweede blekerij, Zorgvrij, aan de Hoofdstraat te Santpoort. De stal annex schuur van Zorgvrij is daar nu nog van overgebleven. Op zijn Bloemendaalse blekerij zet Lits het bedrijf tot 1774 voort en stopt dan met bleken. In die periode zit al danig de klad in de bleeknering en veel blekerij en zijn Lits al voor gegaan. Hij laat vervolgens alle opstallen en wat maar tot de kapitale blekerij behoort, met de grond gelijk maken. Daarna dempt hij de gietsloten en op het vlakke terrein laat hij een herenhuis bouwen. Wij kennen het nu nog als het witte herenhuis aan de Lage Duin en Daalseweg. De voormalige blekerij is dus een bescheiden hofstede geworden en krijgt nu voor het eerst de naam Duin en Daal. Of de familie Lits daar zelf is gaan wonen, is twijfelachtig. In de Oprechte Haerleme Courant biedt zijn weduwe Anna Lits-Rusburg de 3 2 hectare grote hofstede verschillende malen te huur aan. Duin en Daal wordt daarbij omschreven als een complete hofstede met herenhuis, stal en koetshuis, tuinmanswoning met bos, duin en weilanden. De tijden veranderen intussen en in de zogeheten Franse tijd gaat het economisch almaar slechter in den lande. Hoe aantrekkelijk de aanbieding van Duin en Daal ook is, een koper wordt niet gevonden. Kort na 1800 overlijdt ook Anna Lits op Zorgvrij te Santpoort en wordt de hofstede toebedeeld aan haar zoon Jan Jacob. Vier jaar later vernemen wij van de Haarlemse schrijver Vincent Loosjes dat de bestemming is veranderd. Het heren huis van Duin en Daal is dan verhuurd als logement met als exploitant-kastelein J. van Eek. Die blijkt zijn zaakjes goed te kunnen behartigen, want in 18 10 is hij bij machte Duin en Daal van Lits te kopen. Van logement tot landgoed Als Van Eek Duin en Daal veertien jaar in zijn bezit heeft, verkoopt hij zijn logement annex buitenplaats in 1 824 aan mr. B.C. de Lange van Wijngaarden (1786-1852). De Lange is lid van Gedeputeerde Staten en secretaris van Haarlem. In de 28 jaar dat hij Duin en Daal in bezit heeft, vergroot en verfraait hij het buiten aanzienlijk. In 1834 geeft hij aan de landschapsarchitect J.D. Zocher jr. (1791-1870) de opdracht zijn buiten in de landschapsstijl te veranderen. De weilanden en waterpar tijen worden van slingerende wandelwegen voorzien en stukken duinterrein worden met bomen beplant. Tegen over het herenhuis komt een tuinmanswoning (het latere zogenaamde koetshuis, Lage Duin en Daalseweg 1 5 a) en even westelijker een oranje rie. Aan de zuidkant verrijst het nog aanwezige Zwitserse chalet als koestal in het weiland (Lage Duin en Daal seweg 31). Maar ook naast het bestaande 18de eeuwse herenhuis laat De Lange de bebouwing aanmerkelijk uitbreiden naar Zochers ontwerp, zodat het een aaneengesloten bebouwing wordt. Uniek is dat het publiek vrij kan wandelen op zijn ruim 40 hectare grote landgoed. Als De Lange in 1852 over lijdt, komt het fraaie landgoed in bezit van mr. Jan Willem Arnold (1813-1885). Ook hij houdt Duin en Daal met zorg in stand en laat aan de huidige Koninginneduinweg-kant een koetshuis annex stalling bouwen. De park- en tuinaan leg wordt onderhouden door zijn tuinbaas G. van der Werff. Aan de vrije wandeling voor het publiek komt echter een einde. Halve Maantje met koestal, ca 1900, landschappelijk ontwerp uit het midden van de 19e eeuw door J.D. Zocher jr. (1791-1870) 16 Ons Bloemendaal, 3 Ie jaargang, nummer 2, zomer 2007

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2007 | | pagina 16