Koningin WiIheIminaduin wordt
't Kopje
In Duin en Daal bevindt zich, al voordat
men het park gaat bebouwen, op het hoogste
duin een bijzonder uitkijkpunt met verge
zichten. De plek van de latere uitkijktoren
't Kopje. Deze hoge duintop kreeg aan het eind van de 19de
eeuw de naam Koningin Wilhelminaduin, vanwege het
bezoek op zaterdag 7 april 1894 van de nog jonge koningin
Wilhelmina met haar moeder koningin-regentes Emma aan
De Oriënteertcifel op 't Kopje die in 1910 werd geplaatst door de vereniging 'Bloemendaals
Bloei'. Dit ter gelegenheid van de dertigste verjaardag van Koningin Wilhelmina
observatiepost voor de Duitse Marine. Na de bevrijding liet
het gemeentebestuur in 1946 de bunker tot uitkijktoren
verbouwen en een gedenkplaat aanbrengen met een gedicht
door C. Boeschoten, gewijd aan de lotgevallen van het
de gemeente Bloemendaal.
Die dag bezochten zij de
bloeiende bollenvelden en
namen tevens een kijkje
bij de tuinen en de ten
toonstelling van de firma
Krelage aan de Zijlweg, toen
nog Bloemendaals gebied.
In 1907 werd de duintop
aanzienlijk verhoogd en
werd de naam veranderd in
't Kopje. Een herinnering
aan de strijd van de
Boeren tegen de Engelsen,
de zogeheten Boerenoor
log in de jaren 1899-1902
in Zuid-Afrika. Vervolgens
nam in 1910 de Vereniging
Bloemendaals Bloei het
initiatief om op 't Kopje een
oriënteertafel te plaatsen, dit
ter gelegenheid van de dertigste verjaardag van de koningin.
Het werd een veel bezochte plek met zicht over de blonde
duinen en het villapark. In 1926 werd op 't Kopje het Kool-
hoven-monument geplaatst, ter herinnering aan raadslid en
wethouder Abraham Koolhoven (1857-1925).
De oriënteertafel werd verplaatst in mei 1926 naar de duin
top op het Julianaduin in Aerdenhout. Tijdens de bezetting
ging het Koolhoven-monument verloren. Het werd met
beton overgoten bij de bouw van een bunker. Dit was een
Koningin Wilhelminaduin, Jjloemendaal.
Prentbriefkaart Koningin Wilhelminaduin
was en bleef in de eerste plaats een exploitatiemaatschappij
waarvan de eigenaars geen filantropen, maar op rendement
beluste aandeelhouders waren, aldus Jannes de Haan in zijn
boek Villaparken in Nederland (1986).
Na de aankoop van Duin en Daal door de Binnenlandsche
van de erven Arnold, werd de buitenplaats omgevormd
tot villapark. Deze verandering voltrok zich grotendeels in
de periode 1897-1940. De Haarlemse landschapsarchitect
L.A. Springer kreeg van de Binnenlandsche de opdracht
het terrein te ontwerpen. De kern van het
ontwerp werd gevormd door de drie boven
elkaar gelegen wegen in de duinvallei, de
Hoge, Lage en Midden Duin en Daalseweg.
Deze drie hoofdlijnen werden verbonden
met dwarsverbindingen zoals Karmelweg,
Koninginneduinweg, Mesdaglaan, Parkweg
(ged.), Jozef Israëlsweg, Saxenburgerweg en
de Arnoldlaan. In de naam van die laan leeft
de laatste bewoner van landgoed Duin en
Daal, de heer Arnold, voort.
18
Ons Bloemendaal, 3 1e jaargang, nummer 2, zomer 2007