Een bijzondere relatie met Prins Hendrik Van Riemsdijk (1978-1930) onderhield een persoonlijke relatie met prins Hendrik (1876-1934). Prins Hendrik was een Duitse vorst die in 1901 echtgenoot van koningin Wilhelmina werd. Hij was een buitenmens en verdreef zijn tijd vooral met de jacht. In een tijd dat de man werd geacht de kostwinner te zijn, kon prins Hendrik niets anders doen dan toekijken. Wilhel mina hield hem niet op de hoogte van constitutionele zaken zodat de rol van prins Hendrik beperkt bleef tot verschillen de erefuncties en vervanger of begeleider van Wilhelmina bij plichtplegingen en officiële plechtigheden. Na zijn huwelijk was hij financieel geheel afhankelijk van zijn echtgenote en na zijn dood bleek dat hij grote schulden had gemaakt. Rond zijn persoon gaan talrijke verhalen. Aanvankelijk was hij een nogal verlegen prins maar later was hij voor velen een prettig gezelschap. In het blad van de Nederlandse Alpen Vereniging doet Van Riemsdijk tussen 1916 en 1920 uitgebreid verslag van de Rijnegom, met zijn 'traditionalisme' stijl, verwijzend naar oude kastelen bergtochten die hij samen met prins Hendrik door de Zwitserse Alpen maakte. De prins liet zich daarbij kennen als een grote gangmaker die er een enorme eer in stelde alle grote bergtoppen rond Zermatt te beklimmen. Niet het uitzicht telde maar wel de lijst met trofeeën. Hij besteeg met gemak en grote opgewektheid de belangrijke toppen in de Zwitserse Alpen tot boven de 4000 meter. Prins Hendrik en Van Riemsdijk trokken er vaak samen ook elders op uit. Als zij elkaar in Amsterdam ontmoetten, stapte Van Riemsdijk pal voor zijn deur in de Blauwe Tram. Als het laat was geworden gaf Prins Hendrik de conducteur van de Blauwe Tram de aanwijzing: "Mocht de jonkheer in slaap zijn gevallen, zet hem dan af bij de halte Rijnegom." Ook is bekend dat de prins herhaaldelijk naar Aerdenhout kwam. Het was niet ongebruikelijk dat zij samen naar het aan de Oosterduinweg te Aerdenhout gelegen café Thoolen (WM.Thoolen, geboren 9 mei 1886 en overleden 20 april 1966) gingen. Het café dat aan het einde van de middag een geliefde pleisterplaats was voor alle leveranciers die Aerden hout dagelijks aandeden, sloot zijn deuren op 15 februari 1966. Een leven in teken van cultuur en maat schappij Het leven van jhr. Van Riemsdijk stond vooral in het teken van cultuur en maatschappelijke betrokkenheid. Op 4 mei 1903 werd Van Riemsdijk benoemd tot lid van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap. Op 8 no vember 1906 werd hij, nog slechts 25 jaar oud, benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau voor het vele werk dat hij verrichtte als voorzitter van het hoofdbestuur van de Bilderdijk-commissie. In 1909 werd hij gekozen tot lid van de subsidie aanzienlijk werd ver hoogd. Toen hij op 19 januari 1927 zijn functie van penningmees ter neerlegde, werd hem de Rode Kruismedaille verleend. Voorts was hij Ere-Ridder der Comman derij van de Nederlandse Johannieter Orde. In 1914 werd hij tot voorzitter gekozen van het Neder lands Toneelverbond. Veel, heel veel, heeft hij voor deze organisatie gedaan. In juni 1918 werd hij benoemd tot lid van de commissie van beheer van de Stads schouwburg te Haarlem. Hij was beschermheer der Ko ninklijke Letterlievende Vereniging J.J. Cremer. In 1918 deed Van Riemsdijk zijn intrede bij de Maatschappij Apollo, een vereniging tot ondersteuning van toneelspelers en toonkun stenaars. Aan hem hebben de toneelspelers het Pensioen fonds te danken. Ook is jhr.Van Riemsdijk enige tijd voorzitter geweest van 30 Ons Bloemendaal, 3 1e jaargang, nummer 2, zomer 2007

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2007 | | pagina 32