Jaap Weijand, Bergens
kunstenaar in Bloemendaal
Door Maaike Groot
De Bergense kunstenaar Jaap Weijand (1886-1960) heeft veel te
danken aan het mecenaat van de Bloemendaalse familie De Visser. Hij
was in de eerste plaats kunstschilder maar hield zich ook bezig met
glas-in-loodontwerpen.
Jaap Weijand werd in 1886 in Amsterdam geboren en
bezocht er na de Rijksschool voor Kunstnijverheid de Rijks
academie voor Beeldende Kunsten, onder Klaas van Leeu
wen, Auguste Allebé, Antoon Derkinderen en Pieter Dupont.
In 1908 werkte hij enige tijd in Parijs en ontmoette daar
Amadeo Modigliani. Bij terugkeer in Amsterdam stond hij
middenin de turbulente ontwikkelingen in de schilderkunst.
Hij werd lid van St. Lucas en exposeerde zijn werk samen
met andere luministen waaronder Leo Gestel, Jan Sluijters en
Piet Mondriaan op een tentoonstelling die in de pers voor
veel beroering zorgde. Verschillende belangrijke verzame
laars zoals J.RS. Esser, S.B. Slijper, Willem Beffie en Jacques
Goudstikker kochten in deze vroege periode werken van
hem aan. Weijand werd lid van de Moderne Kunstkring en
niet lang daarna werd hij er zelfs bestuurslid van. Hij trouw
de met Sara Izaaks en verhuisde naar Bergen om overigens
weer terug te keren naar Amsterdam. Hij woonde enige tijd
op de Jan Steenzolder
in de Pijp.
Nieuwe kring
In de jaren 1916 tot
1929 werd Weijand
financieel gesteund
door mecenas C. de
Visser, die met zijn
echtgenote Mimi de
Visser-Roelofs op
Denheim in Bloe
mendaal woonde.
Weijand maakte het
einde van de Moderne
Kunstkring mee die
naadloos overging in
de Nieuwe Kring, waarvan hij een van de kernleden was.
In de tijd van de Nieuwe Kring speelde religie een belang
rijke rol in zijn werk, vooral in de grafiek die hij voor het
Journaal van de Nieuwe Kring maakte. Aan zijn huwelijk met
Sarah Izaaks kwam een einde waarna Weijand introk in de
kunstenaarsgemeenschap Meerhuizen aan de Amstel. Later
hertrouwde hij met Betsy Polak, met wie hij acht kinderen
kreeg. Ze trokken weer naar Bergen en woonden daar enige
tijd in Park Meerwijk, een bijzonder complex huizen in
Amsterdamse Schoolstijl. Het waren de jaren van de bloeitijd
van de Bergense School, een donker expressionistisch/
kubistische stijl, waar Weijand een iets lichter variant op
ontwikkelde.
In 1929 kon
digde Zwarte
Donderdag een
economische
crisis aan die een
einde maakte
aan het mecenaat
van De Visser.
De Bergense
School verviel en
veel kunstenaars
verlieten Bergen.
Weijand bleef
en zocht nieuwe
wegen om zijn
inmiddels fors
uitgedijde gezin te
onderhouden. Hij
schilderde portretten in opdracht en ontwierp glas-in-lood-
ramen. Zijn vrouw Betsy werd ziek en overleed in 1936.
De oorlogsjaren 1940-1945 waren een donkere tijd. Het
gezin dook onder in Haren bij Groningen, maar stiefdochter
Hanny en zoon Vincent werden opgepakt door de Duitsers
en overleefden de oorlog niet. Ook voor dochter Bep had
het nogal wat voeten in de aarde om aan te tonen dat ze
een dochter was van Weijand en niet van de joodse ex-man
van haar moeder. Na de oorlog hertrouwde Weijand met
Liesbeth Bouwman die hij kende uit de Groningse onder
duikjaren. Hij bleef tot het einde in Bergen wonen waar hij
zich als gedistingeerd heerschap enigszins afzijdig hield van
de kunstenaarsgemeenschap, hoewel zijn oudste dochter
Bep een actieve rol speelde in het Bergense kunstleven. Jaap
Weijand overleed in 1960.
Kunst en olie: het mecenaat De Visser
In 1916 vond een ingrijpende sociaal-economische veran
dering in Weijands leven plaats. Hij werd in dat jaar door
jhr. B.WR van Riemsdijk, directeur van het Rijksmuseum,
in contact gebracht met het echtpaar De Visser-Roelofs uit
Bloemendaal. Carel de Visser was een marine-officier die
vroeg met pensioen ging, hiertoe in staat gesteld door het
familiekapitaal dat zijn vader met aandelen Koninklijke Olie
vergaard had en aan zijn vijf kinderen naliet. Een deel van dit
kapitaal zou zijn weg vinden naar de kunst. Carels onge
trouwd gebleven broer Renze had een advocatenkantoor in
Arnhem en koesterde een grote liefde voor moderne kunst
nijverheid. In 1916 gaf hij de zilversmid
Portret uit 1922 van jonkheer Van
Riemsdijk, directeur van het Rijksmuseum
Vroeg voorjaar, 1919 (collectie De Visser)
34
Ons Bloemendaal, 3 Ie jaargang, nummer 2, zomer 2007