Bloemendaalse straatnamen Door Gert Jan van Setten In 1963 verscheen de publicatie Bloemendaal, Lanen en Wegen, Hun Naam en Geschiedenis door Anna Maria Gillia Nierhoff, als uitgave van de gemeente Bloemendaal. Mej.A.M.G. Nierhoff (1892-1986) is een bekende figuur in de geschiedschrijving van onze gemeente, waar ze in 1917 een aanstelling kreeg als stenotypiste. In haar latere loopbaan heeft ze zich vooral verdienstelijk gemaakt met de ordening én ontsluiting van het gemeentearchief. Ons Bloemendaal zal te zijner tijd bijzondere aandacht besteden aan juffrouw Nierhoff. Sinds 1963 zijn er wel wat 'lanen en wegen', alsook straten en hoven in deze gemeente bij gekomen. As aanvulling op en hommage aan het werk van Nierhoff zullen wij in de volgende afleveringen de achtergrond van deze nieuwe straatnamen belichten.We beginnen met de negen naar Hollandse graven en gravinnen vernoemde straten in het BestemmingsplanVbgelenzang-Oost. Onmin Dat straatnaamgeving niet altijd zonder onmin en irritatie verloopt, blijkt wel bij dit op het oog zo onschuldige geval. In maart 1984, toen de uitvoering van het bestemmingsplan in volle gang was, boog de commissie Algemene Bestuur lijke Zaken van de gemeenteraad zich over de naamgeving van de spoedig op te leveren straten. Er lag een voorstel van B&Wj die het 'een aardig idee' vonden om de nieuwe straten te vernoemen naar 'verdienstelijke ex-gemeentebe- stuurders, bijvoorbeeld ex-wethouders met een lange staat van dienst, maar die gedachte vond geen weerklank in de commissie. Mevrouw Heyne Makkreel vond het als voor beeld van 'bestuurlijke zelfverheerlijking' niet op zijn plaats, en de heer Van der Vossen gaf de voorkeur aan vernoeming naar verzetshelden. Dat stuitte op weerstand bij de heer Bierens de Haan die vreesde dat zulks maar tot scheve ogen zou leiden bij 'mensen die zich gepasseerd voelen'. Bij een volgende commissievergadering (op 28 juni 1984) was men er nog niet uit. Heyne Makkreel kwam ter plekke met een alternatief, namelijk een lijstje met namen vaw'personen c.q. families, die een rol hebben gespeeld in de geschiedenis van het dorp Vogelenzang', onder wie een aantal eigenaars van het Huis te Vogelenzang. Dat voorstel kreeg ook al geen meerderheid, en een impasse dreigde. Niemand had evenwel zin in een debat in de raad en zo werd men het eens over een vierde alternatief: vernoeming naar graven en gravinnen van Holland en Zeeland, in aansluiting op de reeds bestaande Graaf Florislaan. Gelukkig stemde de raadsvergadering van 12 juli 1984 unaniem in met dit compromis, zij het dat Van der Vossen nog wat nasputterde; hij had toch liever 'eigen tijdse mensen' vernoemd gezien. Graven en gravinnen De volgende oudtij dse namen werden in het raadsbesluit toegekend: Graaf Dirklaan, Gravin Adahof, GraafWillem- laan, Graaf Janlaan (allen, evenals graaf Floris, leden van het Hollandse Huis)Gravin Margarethahof (Henegouwse Huis)Graaf Albrechtlaan, Gravin Jacobahof (beiden uit het Beierse Huis)en de Graaf Filipslaan (Bourgondische Huis) Een beetje ondoordacht besluit welbeschouwd, misschien te wijten aan de moeizame totstandkoming. In enkele gevallen wordt immers niet duidelijk aan welke graaf of gravin nu precies de eer te beurt valt. Neem graaf Dirk. In de traditionele Hollands historiografie worden er maar liefst zeven opgevoerd, van wie de eerste twee een wel erg wazig signalement hebben.Vermoedelijk waren de eerste Dirken telgen van het geslacht der Geruifin gen, nazaten van een Gerulf die in de Karolingische tijd als comes Frisonum (graaf der Friezen) opduikt. De eerste die wat meer op de voorgrond treedt is Dirk III (993-1039). Hij vestigde een illegale tol aan de Merwede en bracht een keizerlijk leger onder Godfried van Neder-Lotharingen, Graaf Dirk III Gravin Ada Willem I Willem II 32 Ons Bloemendaal, 32e jaargang, nummer 1, voorjaar 2008

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2008 | | pagina 32