Kuitenbijter 't Kopje
Door Peter Oeberius Kapteijn
Wielrennen in Bloemendaal als zondagse uitdaging. Mijn fietsmaat, luisterend naar de wielernaam PouPou (naar Raymond Poulidor) en onder
getekende, Eddy (naar Eddy Merckx), hebben wel de spullen maar behoren niet tot het keurcorps van de echt rappe mannen. Met ons zijn er nog
duizend andere renners in de regio die het Bloemendaalse hooggebergte en zijn prachtige omgeving op amateurniveau koesteren.
Eenmaal klaar voor de zondagse rit ogen we doorgaans als
Chippolini (Eddy) en Tom Boonen (PouPou)Ons mate
riaal (fiets) glimt alsof we klaar zijn voor Parijs-Roubaix en
de derailleurs verraden minstens ISO versnellingen. Helm,
thermohemd, hielsokjes, schoeisel met klikmeclianismen
en vingerloze handschoenen. Aalgladde kuiten (nee, niet
geharst of geschoren, gewoon haaruitval)strakke stretch
broek annex halterhemd en last but not least een gifgroen,
knalrood of geel shirt voorzien van opbeurende sponsor
teksten als 'Van de Graaf, Stofzuigeronderdelen'We zijn er
klaar voor.
Jonge helden
Het is zondagmorgen. Op menige hoek in het Bloemendaal
se verzamelen zich soortgelijke bijen. 'We' zijn met velen.
'We' dragen allemaal zo'n glimmend strakke outfit. 'We'
zijn cool, supersnel en schier onoverwinnelijk. Geen berg is
ons te hoog.
Dat laatste komt goed uit want die zijn er natuurlijk niet in
Kennemerland. Dat heet, op ons roemruchte Bloemendaalse
Kopje na. Voor gewone pedalisten (zoals met fietstassen)
een pukkel van de buiten-categorie.
16
Ons Bloemendaal, 32e jaargang, nummer 2, zomer 2008