Een Duitse overval door Hollanders Tj% Door Sophie von Oven-van Aerssen Van 1939 tot 1943 woonde ik op Schapenduinen in Bloe mendaal bij mevrouw Bierens de Haan-van Riemsdijk, die nog meer meisjes in huis had. Mijn ouders (mijn vader was diplomaat) zaten ver weg. Vóór de oorlog hadden wij tien jaar in Hamburg gewoond, waar mijn vader toen consul-ge neraal was, waardoor wij perfect Duits spraken. Het was de bedoeling geweest, dat wij kinderen -twee jongens en twee meisjes- na twee jaar een bezoek aan Teheran zouden bren gen, doch door de oorlog werden wij ruim zes jaar geschei den. Ik zat op 't Kopje in Bloemendaal van 1939-1941, ging na mijn eindexamen naar de PCNS (Protestant Christelijke Nijverheidsschool), deed daar na twee jaar eindexamen, en vertrok in 1943 naar Amsterdam. Het zal zomer 1942 geweest zijn, dat ik na tafel op mijn kamer aan mijn bureau zat, toen de deur werd opengerukt en iemand in Duits uniform mij aanblafte: "Mitkommen!" Uiteraard schrok ik me wild. Ik moest mee naar de zitkamer beneden die uitkwam op het grote terrein daarachter, waar een tweede Duitser, de dochter Loukie, de zoon Jan (beiden ruim 30 jaar) en de tuinman waren. Mevrouw Bierens de Haan was die dag in Amsterdam, en de tweeling Wim en Kees (21 jaar) was gelukkig op tijd het bos ingevlogen. Zij hadden de kwetsbare leeftijd. "Sind Sie das Fraulein das so gut Deutsch spricht?", snauw den die kerels tegen mij. Dat kon ik moeilijk ontkennen. "Also dann können Sie alles übersetzen was wir befehlen!". Nu stond in de boekenkast op een plank een foto van Koningin Wilhelmina, hetgeen streng verboden was, ze gristen de foto weg, en achter die foto kwam tevoorschijn: een illegaal blad! Dat kon je de das omdoen. Ik trilde als een espenblad toen ze bulderden: "Übersetzen, und schnell!" Ik dacht: "Rekken, in vredesnaam rekken, misschien komt er redding!" Dus ik zei dat het veel te moeilijk was om zó maar te vertalen, dat ik daar een woordenboek bij moest halen. De tuinman, voor wie zij geen belangstelling hadden, maakte ineens een zwaai met zijn arm richting bos. "Was machen Sie da?" zeiden die Duitsers. "Kaninchen", was het antwoord, "die komen steeds dicht bij het huis." Maar het waren de koppen van de tweeling die hij zag en die hij waarschuwde weg te blijven. Intussen moest Loukie de voorraadkasten openen en de heren pakken koffie, thee, suiker en boter geven. Tegen Jan zeiden ze: "Und Sie mitkommen!" Dus Jan ging een kof fertje pakken met wat extra kleren. De zaak leek hopeloos. Opeens zeiden ze tegen Jan: "Hierbleiben!" Ze pakten hun buit en verdwenen in hun Duitse auto. Na deze emotievolle avond deden de Bierens de Hanen toch de volgende dag aangifte bij een Nederlandse instantie. Toen bleek dat die op de hoogte was van dit soort 'overval len'. Het waren Hollandse NSB-ers, die op die manier op rooftocht gingen. Iemand écht gevangen nemen konden ze niet, daarom dreigden ze ermee en incasseerden aardig wat levensmiddelen en rookartikelen. Ik voelde me behoorlijk gepakt, omdat ik niet gemerkt had dat het géén Duitsers waren. Hun accent was -helaas- perfect! Misschien mag ik één excuus aanvoeren: als ik in Duits land ben, word ik bijna altijd voor een Duitse versleten, omdat ik accentloos spreek èn geen fouten met de naamval len maak!) Jaren later vroeg ik aan Wim en Kees of ze zich dit voorval herinnerden. Totaal niet. Het was uit hun geheugen ver dwenen, waarschijnlijk omdat zij daarna veel erger dingen meegemaakt hebben die géén 'grapjes' waren. Ik heb dus geen enkele getuige meer. "v "v"'wmsl v w it. 30 Ons Bloemendaal, 32e jaargang, nummer 2, zomer 2008

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2008 | | pagina 30