Grafelijk domein, ambachtsheerlijkheid Heemstede en zelfstan dig Bennebroek Door Hans Krol "'T verruklijk Bennebroek, in Kenmerland gelegen, Deelde ondanks 't grieven dat oorlogswee, In de alleraangenaamste vree Ofschoon verdeeld, is 't eens, smaakt des den besten zegen" (L.van Ollefen over Bennebroek, in: De Nederlandsche stads- en dorpsbeschrijver. Deel IV Kennemerland, Amsterdam, 1 796) De voorgenomen herindeling van Bennebroek bij de gemeente Bloemendaal is aanleiding om enkele hoofdstuk ken uit de geschiedenis van deze plaats kort te beschrijven. What's in a name? Tot voor enkele decennia werd verondersteld dat de historie van Bennebroek teruggaat tot de 9de eeuw. Intussen is gebleken dat de vestiging van een nonnenklooster in Ben nebroek op een legende berust. De naam Bennebroek wordt over het algemeen als volgt ver klaard. Het eerste deel zou slaan op een (Friese) mansnaam Zegel van Vrouw Justine, de echtgenote van Burggraaf Dirk, 27 juni 1334 (Collectie Iconografisch Bureau) Benne of Benno. Welke (edel) man daarmee is bedoeld, blijft in nevelen gehuld. Over het tweede deel 'broek' bestaat meer duidelijkheid. Dat betekende oorspronkelijk 'moeras ofwel laaggelegen drasland, waterland'. Ook in Engelse toponiemen komt het voor zoals in Broughton en Brocton. Een vroegere maar intussen verworpen hypothese luidt dat Bennebroek oudtijds Baduhennebroek heette, naar het Baduhenne's woud. Baduhenne was volgens geschiedschrij ver Tacitus een Germaanse godin. Het bedoelde bos was mogelijk in midden Kennemerland gesitueerd. Nog een verklaring is 'binnen het broek', dus binnen het Zegel van Gerrit van Bennebroek uit het geslacht Sceven, 10 maart 1407 (Collectie Iconografisch Bureau) moeras of veen nabij het Haarlemmermeer, waar de eerste bewoning zou hebben plaatsgevonden. De oudste overgeleverde spellingen zijn wisselend Ben- nebroec, Bennebroeck en Bennebroek, een enkele keer ook Benningbroek, feitelijk gelegen in West-Friesland. De lig ging was zuidelijk van de grens met Hillegom - sinds 1840 tevens grens van Noord- en Zuid-Holland en noordelijk tot bijna het Slot van Heemstede. In veel geschriften is sprake van Bennebroek, in de ban(ne) van Heemstede. Ambachtsheerlijkheid Heemstede Bennebroek maakte tot de verzelfstandiging in 1653 deel uit van de ambachtsheerlijkheid Heemstede. In de Middeleeuwen behoorden de dorpen van het Haar lemmerambacht tot de grafelijke domeinen. Nadat Haarlem in 1245 stadsrechten kreeg van graaf Willem II, werden de omliggende plaatsen ofwel (ambachts)heerlijkheden gelei delijk aan ridders in leen gegeven. Ten tijde van Graaf Floris V, dus voor 1296 - de authentieke aktes gingen helaas ver loren is Heemstede vermoedelijk omstreeks 1285 in leen gegeven aan ene Reinier van Holy, oorspronkelijk afkomstig uit Holy of Hoylede nabij Ylaardingen, die een edelmans- woning bouwde en zich voortaan Van Heemstede noemde. 12 Ons Bloemendaal, 32e jaargang, nummer 3, herfst 2008

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2008 | | pagina 14