Ambachtsheer Adriaan jr.
De gevolgen voor Bennebroek waren onder andere dat men
een eigen dorpsschool kreeg (1653), een eigen predikant
(1 659) en een eigen kerk (1680). Adriaan Pauw jr. woonde
in een in Den Haag door hem gebouwd herenhuis aan de
Herengracht en zomers in Bennebroek, vanaf 165 7 de hof
stede Duinwijk, later bekend als het Huis te Bennebroek.
Op 3 januari 1654 verzochten 30 ingezetenen van Benne
broek aan de nieuwe ambachtsheer om een aparte vierschaar
(rechtbank) te mogen hebben, wat werd bewilligd. De
eerste schout Bartholomeus van Hove, behield zijn functie
als schout van Heemstede. Hij stelde een tiental bekwame
inwoners uit Bennebroek voor, waaruit vijf schepenen
zijn gekozen. Vergaderd werd in herberg De Swarte Hond,
tevens Rechthuis genoemd. Landmeter Floris Tromp tekende
in 1659 een nieuwe grondkaart van de heerlijkheid Ben
nebroek.
Er werden grenspalen geplaatst en hoewel de afscheiding
van Heemstede tot enige meningsverschillen tussen de
broers leidde, werden de problemen uiteindelijk in goed
overleg opgelost. Kwesties deden zich nog wel voor bij de
kerkelijke splitsing. Na de verzelfstandiging had Bennebroek
recht op een eigen hervormde predikant en kerk, voor
rechten die uiteindelijk duur betaald werden. Als Heer van
Heemstede bedong Gerard Pauw namelijk van zijn broer
Adriaan dat de helft van de collecte voor de armen der dia
conie in de kerk van Bennebroek - nota bene als geschenkl
aan de gemeente te Heemstede moest worden afgedragen.
De verzorging van de armen kwam niettemin zonder enige
tegemoetkoming vanuit Heemstede geheel ten laste van de
diaconie in Bennebroek. Pas in 1807 werd deze verplichte
uitkering afgekocht.
19de eeuw
"Dit is wel een klein, maar echter tevens een der vermaaklijkste gedeelten
van het grijze Kennemerland; men kan er met waarheid van zeggen dat het 't
nabuurig Heemstede den voorrang van landlijk schoon betwist"
L. van Ollefen, 1796.
Tot 1891 waren de burgemeesters van Heemstede tevens
burgemeester van Bennebroek, met uitzondering van J. van
Lith die van 1838 tot 1853 burgemeester van Bennebroek
was terwijl Jan Dolleman die functie in Heemstede vervulde.
In de Franse Tijd werd Bennebroek bij Keizerlijk Decreet van
21 oktober 1811 per 1 januari 1812 wederom met Heem
stede verenigd. Na de bevrij
ding van de Franse bezetters
(1813) werd de gemeente
Bennebroek bij Koninklijk
Besluit weer met naam her
steld. Toch zou het nog tot
3 april 1817 duren voordat
beide gemeentes werkelijk
uit elkaar gingen.
In 1842 werd op de lijn
Haarlem-Leiden het station
Bennebroek-Yogelenzang
geopend. Het huidige mo
numentale gebouw verrees
in de jaren 1860-1861, ove
rigens aan de Vogelenzangse
kant van de Leidsevaart gele
gen en sinds 1944 als station
gesloten.
De plaatselijk roemrijke Cen-
tenbrug over de Leidsevaart,
oorspronkelijk daterend uit
1834 en aanvankelijk met jonkheer Willem Philip Barnaart
van Bergen als eigenaar, vormt de verbinding tussen Ben
nebroek en Vogelenzang.
In '1852 verzochten Gedeputeerde Staten aan het College
van Burgemeester en Wethouders van Bennebroek om de
gemeente met Heemstede te verenigen maar de door de
provincie beoogde opheffing ging niet door.
20ste eeuw
In 1920 en 1940 was er weer sprake van annexatie, maar
ook deze keren gingen die niet door.
Intussen streed de gemeente Heemstede al vanaf '1867
tegen de annexatieplannen van de Spaarnestad. Uiteindelijk
tevergeefs. Talrijke goed geargumenteerde verweerschriften
ten spijt werd bij wet van 21 april 1927 Heemstede-Noord
gewijzigd in Haarlem-Zuid, waarbij het inwonertal van
Adraan Pauw jr. met zijn gezin, door Johannes Mijtens ten voeten uit geschilderd in 1653, het jaar waarin
Bennebroek een zelfstandige ambachtsheerlijkheid werd. De dochter Anna Christina, geboren in 1649 (rechts op het
schilderij) volgde in 1697 haar vader op als ambachtsvrouw van Bennebroek.
Ons Bloemendaal, 3 2e jaargang, nummer 3, herfst 2008
15