Hij verbaast zich er wel over hoe de stilte van de zondagoch
tend is verdwenen, over de overbelasting van de kinderen,
over de paasvakantie die er niet meer is.
Het zijn in zijn visie de uitingen van het moderne leven,
van een 'instantgelukmaatschappij' en het gevolg is dat
de mensen minder trouw zijn en dat het verenigingsleven
eronder lijdt. De kerkveiling is bijvoorbeeld een evenement
waarvoor gemakkelijk een veertigtal mensen tussen de 30
en 50 bij elkaar te krijgen zijn. Die werken keihard maar als
het klaar is, is het over. Mensen willen vrij zijn en dat is wel
moeilijk voor de kerk.
Toch zijn er nog steeds vijf koren in Bennebroek! Hierbij
speelt de factor gezelligheid ongetwijfeld een grote rol.
Volle agenda
Pastoor Vanderstadt is nog regelmatig actief als voorganger
bij huwelijken en uitvaarten. Maar zijn agenda is nu niet
meer zo vol als vroeger. Je had toen niet alleen de week
enden. Vroeger begon de week altijd met een bezoek aan
het bejaardentehuis en ook op woensdagavond was er een
misviering. Er waren in de parochie zo'n 30 werkgroepen
die moesten worden aangestuurd en de pastoor had regel
matig contact met de school, waar hij ook graag les gaf. Er
waren verder de gesprekken met geloofsleerlingen. 'Ziek en
zeer' behoorde tot het pastorale werk dat niet te plannen viel
en waar veel aandacht en energie naar toe ging. Voor het
toedienen van het sacrament der zieken (het bedienen van
gelovigen) was hij altijd beschikbaar.
Vanderstadt vindt het prettig om nu meer grip te hebben
op zijn agenda. Polyglot als hij is (de pastoor spreekt zeven
talen) houdt hij nog steeds veel van reizen.
Dialoog zoeken
Ten opzichte van de moederkerk beschouwt de pastoor zich
als een typische middenfiguur, een laveerden Voor hem is
het altijd van wezenlijk belang geweest om te luisteren naar
de mensen en de dialoog aan te gaan. Vroomheid en ge
hoorzaamheid geven mensen in nood zelden een antwoord.
Belangrijker is het om met een tolerante houding op één
golflengte te komen. Daarbij houdt de pastoor de liturgie
liever traditioneel omdat dat staat voor houvast, schoonheid
en 'sacrale gezelligheid'. Liever dan over 'geloof' spreekt
Vanderstadt van 'geloven'.
Dat hij met zijn tolerante houding wel degelijk mensen bin
nen de kerk haalde, bewijst het voorval rond een kerkelijk
ongetrouwd echtpaar met een zoontje. De van huis uit
katholieke vader wilde zijn zoon graag laten dopen.
Bij de deuren van de St-Jozefkerk. Het liefst ziet de pastoor deze kerkdeuren
open natuurlijk, letterlijk en figuurlijk.
20
Ons Bloemendaal, 32e jaargang, nummer 3, herfst 2008