Een kennismaking met Bennebroeks groen en de treurbeuk Door John Todirijo Met de fusie per 1 januari 2009 tussen de gemeenten Bloemendaal en Bennebroek zal de nieuwe gemeente een oppervlak kennen van ongeveer 4.035 ha. Met een inwoneraantal van 5.091 (peildatum januari 2008) hebben de Bennebroekse burgers nu al per inwoner ruim 350 m2 (openbare) ruimte. Het is een groen woongebied dat hier en daar mooie oude bomen telt en aangenaam is om in te recreëren. Verschillende landschappen In en rond Bennebroek komen verschillende landschap pen voor. In Het Duin is het reliëf van de oude strandwal goed te onderscheiden, daar bestaat de begroeiing uit eik en grove den. De zanderijen die in het verleden zijn afgegraven ten behoeve van de bollencultuur, zijn terug te vinden in de Bloemhof en Linnaeushof. De strandvlakte in de Meerwijk valt op door het open karakter. In het noorden bepalen de historische buitenplaatsen met daaromheen parkbossen het karakter. In het zuiden is er een groot verschil tussen Bennebroek met relatief grote hoog teverschillen en veel opgaand groen, en het vlakke, open landschap van geestgronden waar nu bollen worden geteeld. In het westen vinden we de duinen terwijl in het oosten de wijde Haarlemmermeer ligt. Door bebouwing zijn deze landschappen in de laatste decen nia bijna verdwenen en vervangen door verstedelijking met een stippeling van openbaar groen. Toch blijft het oorspron kelijke landschap belangrijk omdat het een leidraad kan zijn bij een natuurlijke en doelmatige invulling van het openbaar en particulier groen. Waardevolle bomen in Bennebroek De waardevolle bomen van Bennebroek, zelfs de exempla ren die vanaf de openbare weg niet te zien zijn, staan op een beschrijvende lijst van Bennebroekse bomen. De gemeente beschikt over een bomenbeheerplan en een aparte lijst met monumentale bomen. Een van de bekendste waardevolle bomen in Bennebroek is de treurbeuk (Fagus sylvatica 'Pendula') aan de Krakeling. De treurbeuk is een van de vijftig cultuurvormen die onze gewone beuk rijk is: de inheemse Fagus sylvatica. Zeer be kend zijn daarnaast ook de schitterende rode beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicia') en de zuilvormige beuk (Fagus sylvatica 'Dawyck'). Beukenbomen De beuk is een van de soorten die het onder de klimatolo gische en bodemkundige omstandigheden van Zuid-Ken- nemerland goed maakt. Een jonge boom groeit op onder bescherming van andere boomsoorten in een voor hem aangepast milieu. Na verloop van tijd zal de beuk echter het volledige gebied voor zich opeisen. Door zijn dichte blader dak neemt hij alle licht onder zich weg. Eenmaal afgevallen, vormen zijn de bladeren een strooisellaag waarin andere planten onmogelijk kunnen groeien. Hierdoor schakelt de beuk alle concurrenten uit. De beuk kan 35 tot 40 m hoog worden en doorgaans 250 tot 300 jaar oud worden. Met zijn koepelvormige kroon maakt hij een majestueuze indruk, een reden waarom de boom ook de 'Koning van het Woud' wordt genoemd. De gewelven gevormd door de machtige kronen boven de lange rechte stammen werkten inspirerend voor de ontwer pers van gotische kathedralen. Is het verbazend dat men in een kerk de ruimte tussen twee rijen pilaren 'beuk' noemt? Ideale voorwaarden De boom verkiest een gematigd klimaat en een hoge lucht vochtigheid. Een belangrijke voorwaarde is dat de wortels tot in de grondwaterlaag kunnen doordringen. Een wis selende grondwaterstand is uit den boze. Overigens heb ben beuken een oppervlakkig wortelgestel wat ze uiterst gevoelig maakt voor windval. Ook in perioden van grote droogte (bijvoorbeeld de zomer van 1976) kan door de ondiepe beworteling aanzienlijke schade worden berok kend. Als straatboom verdraagt de beuk rond zijn voet geen gesloten wegdek. Er moet evenveel onbedekte grond zijn als de kroon wijd is. De stam van de beuk heeft een dunne gladde schors. Die mag niet rechtstreeks blootstaan aan zonnestraling. Bij over matige bestraling gaat de sapstroom 'koken' van de hitte en de schors kan barsten. De stam gaat rotten met de dood tot gevolg. Indien men geen maatregelen treft - en de blootge stelde stam met jute omwikkelt - ontstaat een domino-effect in beukenlanen waar een boom is doodgegaan en de vol gende buurboom op zijn beurt te lijden heeft van de zon. Frappant is wel dat bij treurbeuken de kale boventakken geen last hebben van zonnebrand. Beuken verkiezen een voedselrijke, niet te zure en niet te basische grond met een vochthoudend gehalte. De beuk wordt in zijn ontwikkeling gesteund door de aanwezigheid van mycorrhiza (een schimmel) rond de wortels. Voor een goede kans van slagen bij het planten van beuken is het dan ook raadzaam om bij het planten wat handjes oude beuken- 22 Ons Bloemendaal, 3 2e jaargang, nummer 3, herfst 2008

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2008 | | pagina 24