15 11« HOOFDSTUK, Kleeding- en liggmgsfcukken en verdere benoodigdlieden. Art. 49. Ieder jongeling ontvangt bij zijne intrede in het gesticht de volgende goederen 3 linnen hemden. 2 baaijen borstrokken. 3 katoenen onderbroeken. 3 paar wollen sokken. 1 marengo lakensche broek en buis met metalen knoopen, en voor de zieken een kapotjas van blaauw karsaai. 2 grof linnen werkbroeken en buizen. 2 katoenen halsdoeken. 2 blaauwe katoenen slaapmutsen. 1 paar schoenen. 1 paar klompen. 1 lederen pet en I blaauw lakensche dito. 2 zakdoeken. 2 linnen handdoeken. 1 fijne en grove kam. 1 kleerschuijer. 1 sehoenschuijer en blikken doosje voor schoensmeer. 1 kleerklopper. 1 knoopschaar. 1 blikken waschbak. 1 etensblik. 1 ijzeren lepel en vork. 1 blikken drinkbeker. De ligging bestaat uit Uit de kledinglij sten van de jongens blijkt dat hun kledingstukken bij binnenkomst zo goed als versle ten waren. De oude kleding werd naar de ouders gestuurd. Ook kregen de jongens elke dag op vaste tijdstippen hun eten. Eens in de drie maanden, op zondagmiddag, mocht bezoek van familieleden wor den ontvangen en eens in de twee maanden mocht een brief naar huis worden gestuurd. Vervroegde vrijlating Voor sommige jongens vroegen ouders gratie aan. Ze wilden dat de jongens vroeger vrij gelaten zouden worden om terug naar huis te komen. Enkele vaders vroegen dit omdat zij zelf niet voor hun gezin met tal rijke kinderen konden zorgen en in armoede leefden. Meestal werden zulke verzoeken afgewezen omdat de kans dat de jongens weer zouden terugvallen in hun vroegere armoedige omstandigheden zeer groot was en omdat hun opleiding nog niet voltooid was. Ouders vroegen soms ook om vervroegde vrijlating van hun zoon omdat die ernstig ziek was. Zo wilde de vader van Willem Admiraal in oktober 1868 dat zijn zoon thuis kwam, omdat het kind een ongeneeslijke ziekte had gekregen. De directeur oordeelde dat deze zieke jongen in het gesticht met z'n goede medische verzorging, beter af was. Willem Admiraal stierf achttien jaar oud te Nieuwerkerk (Zeeland). Ook de moeder van Pieter Doorn diende in juni 1863 een verzoek tot gratie in. Haar zoon zou ziek zijn van heimwee en ze wilde dat hij naar huis gestuurd werd. Pieter stierf dat jaar, veertien jaar oud, in het gesticht. Zijn broertje Jan, die eveneens in het tehuis zat, stierf daar in 1867. Hij was toen zestien jaar oud. Dirk van der Werf op vrije voeten Op 29 augustus 1866 mocht Dirk van der Werf het gesticht verlaten en terugkeren naar zijn geboorteplaats Bennebroek. Hij was zestien jaar, kon lezen, rekenen en schrijven en had een vak geleerd. Hij ging niet bij zijn vader wonen maar bij oom Daniel Verschoor en tante Cornelia de Graaf (een zus ter van zijn overleden moeder). Deze woonden aan de Bin nenweg te Bennebroek. Dirk vond werk als boerenknecht. Twee dagen voor zijn 20ste verjaardag op 26 augustus 1869 overleed hij Waaraan zou Dirk van der Werf overleden zijn? Het is niet meer precies te zeggen. Uit het provinciaal verslag over het jaar 1 866 blijkt dat er in Bennebroek dat jaar totaal tien mensen zijn overleden. Drie inwoners aan tyfus, twee inwoners aan kinkhoest, twee aan de tering (tbc), twee in woners aan een chronische ziekte van de ademhaling en vier aan een acute ziekte van de ademhaling (longontsteking?). Dirk van der Werf moet dus aan een van deze ziekten zijn overleden. 17 HOOFDSTUK. Voeding. Abt. 55. De voeding wordt geregeld als volgt Des morgens en des avonds half rogge- en tarwe brood met boterbenevens half melk en water. Des namiddags warme spijzen, bestaande uit aard appelen en groenten of meelkost, en driemalen per week vleeschsoep. De spijzen voor de zieken worden naar de behoefte geregeldin overleg met den Geneesheer. Abt. 56. De uit te deelen hoeveelheden benevens de toebe reiding der spijzen, worden bij eenen staat geregeld. Abt. 57. De levering en bereiding der voedingsmiddelen ge schiedt bij aanneming per hoofd daagsvolgens des wege te maken bepalingen. 28 Ons Bloemendaal, 3 2e jaargang, nummer 3, herfst 2008

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2008 | | pagina 30