De eik, boom van goden
Door Florentine van Eeghen en JohnTodirijo
De eik is een majestueuze boom die duizend jaar oud kan worden. De boom boezemt ontzag in, zeker waar hij de ruimte heeft gekregen om uit
te groeien. Dan groeit de stam ver omhoog en spreiden de zware zij taldien zich wijd uit; dan pas valt op dat de diep gegroefde schors van de
stam tot ver in de takken doorloopt. De groeiwijze van de eik plooit zich echter naar de omstandigheden. In dicht begroeide bossen kan een eik
smal omhoog groeien. In onze duingebieden komt de karakteristieke groeivorm van de zogenaamde duineik tot stand, die door de aanslag van de
aanhoudende wind en stuivend zand veelarmig, kort en gedrongen is gebleven. In tuinen in de villawijken in de duinrand zijn ze ook te vinden. De
eik is ook een boom van contrasten: de machtige gestalte domineert, maar laat ruimte voor andere gewassen. In eikenbossen wordt voldoende licht
doorgelaten voor onderbegroeiing, terwijl onder een beuk niets wil groeien.
De eik werd door de meeste
oude Europese volkeren
vereerd: Grieken, Romeinen,
Kelten en Germanen. Deze
kenden allen een dondergod,
bijvoorbeeld Zeus/Jupiter en
Wodan (vandaar de 'wodansei-
ken' inWolflreze die ongeveer
400 jaar oud zijn) die zij
verbonden met de eik. Dat
is vanzelfsprekend wanneer
je bedenkt dat de eik vaker
dan de meeste bomen wordt
getroffen door blikseminslag.
Onderzoek heeft uitgewezen
dat de zetmeelrijke structuur
van de boom en het diepe
wortelgestel dat vaak tot in
het grondwater reikt daarvan
de oorzaak is. Wanneer tijdens
een wandeling de donderwol
ken zich samenpakken, is er
altijd wel één van het gezel
schap die dus terecht prevelt
'Eiken wijken, boeken zoeken'
(naar het Duits: 'Eichen soil
man weichen, Buchen soil
man suchen'). Wat betreft
de verering van eiken: daar
maakte het Christendom korte
metten mee. Bonifatius liet
in Duitsland de heilige eiken
omhakken, maar in Friesland
moest hij dat met de dood
bekopen. Men betoonde zich
vervolgens inschikkelijk, de eik
werd 'Mariaboom'.
De eik (Quercus) is soortenrijk.
Hoewel de wintereik in het ons landschap thuishoort, is het de zomereik die in de gemeente het meest voorkomt.
Deze mooie oude wintereik (Quercus petraea) staat bij het klooster Alverna.
Deze eik heeft een stamdoorsnede van 110 cm. (foto JT)
Ons Bloemendaal, 33e jaargang, nummer 2, zomer 2009
11