In West-Europa komen echter vooral de zomereik (Quercus robur) en de wintereik (Quercus petraea) voor. Het zijn zonmin- nende bomen die 's winters hun blad verliezen. De zomereik kan goed tegen extreme omstandigheden en is dus verreweg het meest talrijk. De zomereik houdt van onze streken, van de droge zanderige grond, en bepaalt tot op zekere hoogte ons landschap. Hakhoutbossen Bossen worden ouder dan mensen. De bosbouwer is er zich dan ook van bewust dat hij werkt voor de toekomst en dat zijn beslissingen gevolgen hebben voor een lange periode na hem. Zo is het ook met de bestaande bossen. Deze zijn in het verleden aangeplant met een bepaalde bedoeling. Voor het huidige beheer van zulke oude bossen is het van belang de doelstellingen uit het verleden te kennen en te herken nen. Eén van de belangrijkste types bos blijkt het hakhout te zijn. Dit past goed bij de schaal van de sierbossen, op de buiten plaatsen en landgoederen, het toonde een gewaardeerd, jong bosbeeld, het was zeer variabel en het leverde desgewenst regelmatig geld op. De akkermaalsbossen zijn hakhoutbos sen van eik, het meest lucratieve van de hakhoutbossen. Ze werden gebruikt als brandhout (overigens nu nog)gerief- hout (parket, trappen, bouwhout, etc.) en de bast was een welkome aanwinst voor de leerlooierij in de vroege mid deleeuwen. Vroeger werden de bossen in negen vakken ver deeld en in een omlooptijd van negen jaar geveld. Soms was de periode korter als daar behoefte aan was, maar men kent ook langere periodes van de kapcyclus varieërend van tien tot twaalf jaar. De hakhoutbossen zijn vaak te herkennen aan een grote stamvoet waar enkele stammen op staan omdat deze vanaf het begin op een geringe hoogte werden afgezet. Later werden deze eiken tot 'enen gezet' en dan spreekt men van een 'spaartelgenbos'. In de gemeente Bloemendaal zijn deze bossen al meer dan 50 jaar niet meer als hakhoutbossen beheerd, eerder als spaartelgenbos. Het gevolg hiervan kan zijn dat deze bomen veel ouder zijn dan wordt gedacht omdat zij op een wortel gestel staan dat al honderden jaren oud kan zijn. Verspreiding De verspreiding van de eik over een grote afstand neemt de Vlaamse gaai (Garrulus glandarius) voor zijn rekening. Meestal begraven ze de eikels in grote aantallen in de grond voor de wintervoorraad waarna ze vergeten waar ze het rantsoen hebben begraven. Het gevolg hiervan is dat in het bos en in de duinen hele stoven (een groot aantal bomen uit een plantgat bij elkaar) eiken uit de grond komen (een mooi voorbeeld is de duineik aan de Westerduinweg tegenover nummer 6). De Vlaamse gaai wordt in de volksmond dan ook de bosbouwer genoemd. De verspreiding van de eiken op kortere afstand neemt de bosmuis deels voor zijn reke ning. Laanbomen Van de meer dan 300 soorten eiken staat er in de gemeente een klein aantal gangbare soorten. Deze soorten eiken nemen in Bloemendaal een belangrijke plaats in als bos, laanbomen en parkbomen. Naast de majestueuze zomerei- ken die in de regio het landschap bepalen zijn er nog andere eikensoorten (moeraseik, moseik, Hongaarse eik, Ameri kaanse eik, steeneik, etc.) die in de gemeente als laan- en parkboom waardevol zijn. Aan de Oosterduinweg inAerdenhout staan majestueuze zomereiken van ruim 300 jaar oud als laanbomen op de middenberm en het trottoir. Naar vermoeden staan deze bomen sinds de laatste 60 jaar helemaal opgesloten in het asfalt. Daarnaast is door de wegreconstructie het tracé zeker met 80 cm opgehoogd (zie de oorspronkelijke hoogte ter hoogte van de tennisbanen)Dat de vitaliteit van deze eiken nog goed is, is voor het grootste gedeelte te danken aan het zuurstofrijke duinwater dat de eiken ter beschikking heb ben. Tevens is ongeveer 25 jaar geleden een open bestrating aangelegd met klinkers op het trottoir en in de middenberm is het asfalt uitgezaagd. Hiervoor in de plaats zijn grastegels geplaatst om meer zuurstof en vocht in te brengen. Som mige eiken trotseren zelfs de aantasting door de Wilgen- houtraps (Cossus cossus). Djember Een anekdote is de groep van vijf eiken (doorsnede stam- dikte variërend van 50 tot 85 cm) langs de Bloemendaal- seweg bij de winkelstraat in Overveen. Deze eiken hebben altijd in bosverband gestaan bij de oude villa Djember. Bij de sloop en bouw van het appartementencomplex zijn voor de projectontwikkelaar/bouwer stringente voorwaarden opgenomen voor het behoud van deze eiken. Helaas heeft dez§ zich niets van deze afspraak aangetrokken tijdens de bouw. Er werd een gat van minimaal 8 meter diep gegraven waarmee de wortels van eiken helemaal bloot kwamen te liggen in de warme voorjaarszon in juni. Toen de gemeente de bouwers hierop aansprak wist geen van hen van de voor waarden inzake de bomen. Op advies van de gemeente zijn toen de wortels afgedekt met rietmatten en is een deel van de bronnering in de retourbemaling bij de bomen geplaatst zodat de wortels niet uitdroogden. Hierdoor konden deze eiken behouden blijven. Periodiek worden deze eiken ook van vloeibare bemesting en lucht voorzien. Duineiken De duineik aan de Westerduinweg tegenover nummer 6 is ook een verhaal op zich. Dit is een stoof bestaande uit 10 eiken met stamdoorsneden variërend van 15 tot 40 cm, een 12 Ons Bloemendaal, 33e jaargang, nummer 2, zomer 2009

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2009 | | pagina 12