spiegeling en beoefening van de Schoonheden der Natuur.' Maar dat is niet het enige: het landschap vertegenwoordigt geschiedenis en er wandelen leidt 'tot het waardeeren van de Oudheden des Vaderlands - tot eene edele nieuwsgierig heid na deszelfs belangrijke Geschiedenis - tot eene billijke hoogachting voor onze voortreflijke Voorvaders en som migen onzer Tijdgenoten - tot eene grootere Liefde voor de voortbrengsels van onzen Geboortegrond ..'.Wij zouden zeggen: het landschap leidt tot een gevoel van identiteit, tot besef van plek en plaats, van worteling en herkomst. Daar voor kiest Loosjes dan ook het woord Arkadia, dat ideale klassieke landschap, als een metafoor voor het onaangetaste, ideale geheugen. Genius loei Regelmatig resulteert de emotionele respons bij de wande laars in Loosjes' boek in een dichtwerk, een lied, of een ter plekke gemaakte tekening: het landschap is voorwerp van een individuele ervaring van gevoel of herinnering gewor den, van een identificatie met geschiedenis en schoonheid. Daarmee legt Loosjes' tijd de basis voor ons moderne na- tuur- en landschapsbegrip. Loosjes' beschrijvingen kunnen niet los worden gezien van de veranderingen in het natuurbeeld aan het einde van de 18e eeuw dat ook de waarneming van landschap in het algemeen wijzigde. Nieuwe parkarchitectuur op buiten plaatsen werd met de aangrenzende terreinen waargenomen met een esthetische instelling die de afwisseling van het landschap waardeerde, de vergezichten op de stad Haarlem vanaf de hoger gelegen duinen, of de schilderachtige lig ging van boerderijen, landbouwgronden, tuinen en weiden met grazend vee. Met nadruk trachtte men de 'genius loei', de 'geest van de plek' te herkennen en te definiëren. Dat had mede tot gevolg dat landschapspark en landschap als één geheel gezien konden worden. Niet in de laatste plaats werd onder invloed van dit nieuwe natuurideaal het land schap ook in praktische en utilitaire zin getransformeerd, onder andere door tot ver in de 19e eeuw de voorheen kale duinen te beplanten. Deze preoccupatie met de lokale geografie leidde tot een veel algemenere herkenning van het specifieke karakter van het landschap rond Bloemendaal, een eigenheid die sterk verbonden bleek met wat zich aan geschiedenis in dat land schap had afgespeeld en die van belang werd geacht voor de ontwikkeling van steden als Haarlem en Amsterdam. Historische dimensie Toenemende belangstelling voor de historische dimensie bracht schrijvers ertoe zich te interesseren voor kasteel ruïnes en herinneringen aan de oorspronkelijke inwoners van Holland, de vrijheidslievende Batavieren. De nieuwe natuurbeleving richtte zich ook op specifieke natuurlijke eigenschappen van het Bloemendaalse landschap zoals bijvoorbeeld de duinen. Zee, duinen en landschap vormden één panorama dat als landschap vanaf eind 1 8 e eeuw in lite raire teksten, topografische beschrijvingen en volksliederen steeds vaker als een 'eigen' en ook 'nationaal' en 'Hollands' landschap zou worden herkend. Zo vinden we het Ken- nemerlandse landschap beschreven in David Jacob van Len- neps Hollandsche Duinzang uit 1826 en diens redevoering van een jaar later, de Verhandeling over Het Belangrijke van Hollands Grond en Oudheden voor Gevoel en Verbeelding. Deze twee teksten, ook wel als het begin van de Nederlandse romantiek gezien, werden geïnspireerd door natuur en geschiedenis in de streek die nu de Gemeente Bloemendaal is. Op de duinen lag een 'zoet Holland voor mij beneden', daarverkwikt van omlaag het zoo streelend gezigt, Van die weiden, en hoe ven, en dreven Die de kunst voor natuur tot een hof hier gesticht, En aan vrijheid ter woon heeft gegeven'. Nationaal geheugen In van Lenneps Verhandeling is het het landschap en pas in tweede instantie het stenen monument, dat verhaalt van het verleden: 'Grond en geschiedenissen staan bij ons in naauwe betrekking. Er is, schier, geen plek in Holland, wier be schouwing ons niet in vroegere tijden terugvoert, aan welke niet of edele krijgsdeugd, of dappere vrijheidsliefde, of wakkere nijverheid, en onvermoeid geduld eene grootsche herinnering verbonden hebben.' Die plek kan een weiland of polder zijn (prikkels tot 'blijde geestverheffing'), maar ook aangeduid worden door de bloemhoven of lustwaran des van de buitenplaatsen of de lommerrijke, schilderach tige bomen ter herinnering aan de bossen, waarmee het landschap rond Haarlem in vroegste tijden ooit bedekt was en dat later tot een afwisselend landschap is herschapen. Gevoel en overdenking worden in het landschap ook gevoed door de herinneringen aan de opstand onder Claudius Civilis tegen de Romeinen en aan de heldendaden van een Witte van Haemstede, die op de duinen van de Blinkert de Haarlemmers tot verzet tegen de Vlamingen wist te bewe gen. Vanaf het duin prijst Van Lennep de Hollandse graven als vroegste nationale vorsten. De ruines van de grafelijke woonplaatsen kunnen in 'helderen luister' spreken van historische gebeurtenissen. Het landschap, met zijn flora en restanten van cultuur, inspireert bij uitstek liefde voor het vaderland: 'elke herinnering, die het vaderlandsch gevoel verheft, en den geest bij het vaderlandsche schoon bepaalt, altijd ook de vaderlandsliefde voedt, verlevendigt, en tot blijdere werkzaamheid aanzet'. Landschap vertegenwoordigt in hoge mate een nationaal geheugen, dat eenmaal verdwe nen, ons tot amnesie brengt. Veldbiologie Het pleidooi dat Van Lennep eveneens hield voor het belang Ons Bloemendaal, 3 3e jaargang, nummer 2, zomer 2009 15

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2009 | | pagina 15