In't Bloemen-, in 't Bloemen-
In't Bloemendaalse Bos
Gooit Mina, gooit Mina
De hele rotzooi los!
Mina, Mina lust geen waterchocola.
steek ik voorzichtig over naar de Hertenkamp. Deze prach
tige plek wordt sinds begin jaren '90 vrijwel geheel door
vrijwilligers verzorgd. Het is een magneet voor vaders en
moeders met kinderen, of vaker: opa's en oma's, dan wel
buitenlandse au pairs met kinderen. Tip: wil je dreumes
niet goed eten, laat die dan hier fijn hertjes voeren. Meestal
gaan er ook stukjes in het eigen mondje. Neem dus wel
redelijk vers brood mee. Dat vinden de hertjes trouwens ook
lekkerder. Achter de Hertenkamp schuilt sinds een poosje
een sprookjes-attractie die veel kinderen al hebben ont
dekt. Onderin een oude beuk is een heuse kabouterfamilie
neergestreken! Vanuit hun huisje kijken ze zo de laan in met
die nieuwe rode beukjes. Deze aanplant van de solitaire rode
beuk als laanboom is een bosculturele creatieve vondst van
JohnTodirijo, pal voor zijn pensionering als gemeentelijk
groenbaas.
Mijn wandeling gaat voort via het pas aangelegde rode plein
voor het Pannenkoekenhuisje. Wel wat heel veel steen voor
een open plek in het Bos. Cootje Schipper, de uitbaatster,
verzorgt hier leuke kinderpartijtjes. Toch zullen sommige
mensen wel met weemoed terugdenken aan het besloten
terrasje van Madeleine met haar zelfgemaakte appeltaart.
Een grote groep kinderen wordt Thijsse's Hof ingeloodst
voor een ochtendje natuuronderricht in de praktijk. Met
mijn hond mag ik natuurlijk niet naar binnen. Dus ik loop
door via de nieuwe beukenlaan naar De Rijp. Eigenlijk groei
en die bomen hier best snel. Of word ik oud? Een groepje
trimmers op middelbare leeftijd lijkt al snelwandelend hun
best te doen om die ouderdom een beetje uit te stellen.
De Rijp
Dit bosdeel achter De Rijp met die kuil was vroeger niet
toegankelijk. Het is pas open voor publiek sinds de bouw
van de bejaardenflat in de jaren '60, die onlangs alweer is
vervangen door veel lagere bouw. WimValster verhaalde hoe
hij als jongen kort na de oorlog stiekem over 't hek klom
om salamanders te vangen bij de poel. Goed oppassen dat de
tuinman/chauffeur je niet te pakken kreeg. De vangst ver
kocht hij aanVeninga, de dierenwinkel in de jacobijnenstraat
in Haarlem. Voor een paar rotcenten, dus daarmee is hij toch
maar gestopt.
Vlakbij de bebouwing van De Rijp word ik uitbundig be
groet door hond Flipsen. Al heb ik hem in geen jaren gezien,
hij kent me nog! Zijn bazin Annemarike wandelt er met haar
moeder EefHartog, die kortgeleden met haar echtgenoot is
verhuisd naar een aanleunwoning van De Rijp. Vorig jaar wa
ren zij 60 jaar getrouwd. Dat was groot feest met de burge
meester op de koffie. Zij vertelt hoe zij het laatste oorlogsjaar
was ingekwartierd in het huis van Jac.P. Thijsse. Een aardige
man, die hen nog van alles leerde over wat bloeit en groeit.
Op het bospad met uitstekende wortels durft zij alleen stevig
gearmd te lopen. Dit maakt de paden-asfaltering bij De Rijp
wel weer te begrijpen, hoewel het nu als één groot illegaal
fietspad ook niet bepaald veilig is voor senioren, al dan niet
met rollator.
Afscheid
Via het pad dat de idyllisch gelegen BSV bij hun schoolplein
heeft getrokken, loop ik weer terug. Met Mare en Mieke dit
maal. Twee kinderen laten ons een dood vogeltje zien, dat zij
heel teder op een boomblad meedragen. Een pimpelmees,
volgens Marc, die dit soort dingen altijd weet. Zij gaan hem
begraven in hun eigen tuintje in de grote tuin van hun oma.
De gedachte aan zo'n mooi afscheid stemt tevreden.
Terug op de Graslaan prikt een bleek ochtendzonnetje
prachtige lijnen van licht door het bladerdek. Ze lijken
regelrecht naar de hemel te voeren. In mijn hoofd neurie ik
het refrein van een bijna vergeten liedje: "In 't Bos - Hét Bos
- Het Bloemendaalse Bos, Gewoon een beetje dromen met
mijn hond lekker los. Of je praat er eens wat, over niks, of
dit en dat."
Met dank aan een ieder die mij hun mooie verhalen van vroeger wilden
vertellen, zoals Ok van Batenburg, EefHartog, Willem Holthuizen, mijn
schoonmoeder Kitty Metselaar-Kleef, Ellen Wambach en vooral ook Wim
Valster, die allerhande bronnen voor mij heeft opgezocht.
Een onfatsoenlijk liedje
Toen ik lang geleden met wijlen mij oom Jan langs
het Bloemendaalse Bos kwam, schoot hem ineens
een raar liedje te binnen, op de onsterfelijke melo
die van Wien bleibt Wien'
Meer tekst had hij niet, behalve een merkwaardige
regel uit het refrein:
Oom Jan dacht dit stukje erfgoed overgehouden te
hebben aan zijn militaire dienst; hij was als kornet
der bereden artillerie gemobiliseerd in 1940.
Weet iemand iets over de oorsprong van dit onfat
soenlijke liedje, en kan iemand mij aan de volledige
tekst helpen? Gert Jan van Setten
Ons Bloemendaal, 33e jaargang, nummer 2, zomer 2009
21