Structuur in het landschap
Door Wenda Stoffel
De opbouw parallel aan de kust bepaalt de structuur van het landschap in Bloemendaal. De reliëfrijke binnenduinrand en de landgoederen met
(parkachtig) bos op de strandwallen en open weiland in de strandvlakte bepalen nog altijd het karakter van de gemeente Bloemendaal.
Dit is zichtbaar langs de oude wegen over de rand van de strandwallen, bij grote hoogteverschillen (vooral aan de rand van de jonge duinen) en bij
zicht over de grenzen van het landschap heen.
Onder invloed van golven en getijden werden vanaf ca. 7000
jaar geleden strandwallen gevormd. Deze liggen ongeveer
parallel aan de huidige kustlijn. Tussen de strandwallen
liggen relatief lage, natte strandvlaktes waarop in rustige
omstandigheden veen groeide. Dit gebeurde op grote schaal
op het ten oosten van de strandwallen gelegen voormalige
wad nadat dit door het dichtslibben van de zeegaten afgeslo
ten werd van de zee. Een restant hiervan ligt in Bennebroek
langs de Haarlemmermeer.
Gevormd door zee en wind
Vanaf ca. 1100 na Chr. stoof zand op de langs de zee gelegen
delen van de strandwallen en ontstonden de jonge duinen
met veel reliëf en hoogtes tot meer dan 40 m NAP. Het
(opgehoogde) Kopje is het hoogste punt in de gemeente op
43 m NAP.
Juist in de gemeente Bloemendaal zijn grote hoogteverschil
len te vinden en is de overgang van de jonge duinen naar het
strandwallenlandschap abrupt, met steile binnenduinrand-
hellingen. Door verstuiving zijn ook de drogere strandwal
len reliëfrijk met de hoogste ruggen op 12,5 m NAP in
Bennebroek.
In de binnenduinrand ontwikkelde zich op de hoger gele
gen, drogere strandwallen met vrij veel reliëf eiken-berken-
bos en op rijkere grond beuken-lindenbos. Op de lagere,
nattere, zwak golvende strandvlaktes groeide elzen-essenbos.
De jonge duinen bleven grotendeels kaal en in beweging tot
de mens zich inzette om de overlast van het stuivende zand
te beteugelen. In de jonge duinen verzamelt zich zoet water
dat via kleine stroompjes, duinrellen, naar de binnenduin
rand afvloeit.
Gevormd door menselijk gebruik
In eerst instantie benutten mensen het door de natuur ge
vormde landschap. Het landschap kreeg in de loop der tijd
verschillende gedaantes maar behield dezelfde structuur van
parallel aan de kust gelegen strandwallen met lagere strand
vlaktes ertussen.
Voor de Hollandse graven uit de Middeleeuwen was het bos
in de binnenduinrand jachtterrein. Op de plek van het hui
dige Huis te Vogelenzang stond een jachthuis van FlorisV.
Ontgonnen werd het gebied vanaf 1200, toen de graven zo
genaamde ambachtsheerlijkheden uitgaven aan leenmannen.
Deze lagen tegen de jonge duinen aan op de meest weste
lijke strandwal. In het noorden van de huidige gemeente ligt
de ambachtsheerlijkheid Aelbertsberg, nu Bloemendaal. Bij
het huidige meertje van Caprera werd een hoeve gebouwd.
In Tetterode, het huidige Overveen, werd waarschijnlijk in
de 13e eeuw een hofstede gebouwd; nog steeds is onbekend
waar. Tot slot werd Vogelenzang een ambachtsheerlijkheid.
Boerderijen lagen op de overgang van hoog naar laag,
tussen de weiden in de strandvlakten en het bouwland op
de strandwallen, en op wat hogere plekken in de strand
vlakte. Het boerenbedrijf was een gemengd bedrijf waarbij
de mest van het vee op het bouwland werd opgebracht tot
de komst van kunstmest in de tweede helft van de 19e eeuw.
Op de kaart van Adriaen Ockersz. uit 1599, leden van Ons
Bloemendaal sinds het 25-jarig jubileum goed bekend, is dit
goed te zien. Net als kastelen hebben sommige hoeven
water als een beschermende ring rond de bebouwing. Op
deze kaart is te zien dat grote delen van de gemeente nog
bestonden uit 'Wildernisse ende Duynen'. Aerdenhout
Anderen Hout) was in de 16e eeuw jachtterrein van de
heren van Bredero. De 'wildernis' werd ook gebruikt om vee
in te weiden, in de jonge duinen vooral schapen.
WaNen en vlaktes
De stad Haarlem, waarop de streek georiënteerd was en
is, ligt op de meest oostelijke strandwal aan open water.
Vervoer over water was belangrijker dan over land. Benne
broek ontstond waarschijnlijk in de 14e eeuw als dorp van
veenarbeiders op dezelfde oostelijke strandwal, en was van
Vogelenzang gescheiden door de moerassige strandvlakte en
met de Kleine Houtweg in Haarlem verbonden via een weg
op de rand van de strandwal, de Binnenweg. De oudste we
gen lagen op de rand omdat deze gemakkelijker begaanbaar
was dan de rest van de reliëfrijke strandwal. Het veen werd
als brandstof voor Haarlem gedolven in het uitgestrekte
veengebied op het oude wad. Mede door de vervening wer
den de meren in het gebied steeds groter tot ze uiteindelijk
ingepolderd werden en omgevormd tot landbouwgrond.
Zo ontstond in 1852 droogmakerij de Haarlemmermeer,
6
Ons Bloemendaal, 33e jaargang, nummer 2, zomer 2009