5?
Legenda
Landgoederen in de gemeente Bloemendaal
1.
Meer en Berg
2.
Caprera
3.
Schapenduinen
4.
Dennenheuvel
5.
Wildhoef
6.
Bloemendaalse Bos
7.
Thijsse's Hof
8.
De Rijp
9.
Lindenheuvel
10.
De Beek
11.
Belvedère
12.
Vaart en Duin
13.
Brouwerskolkpark
14.
Duinlust
15.
Elswouthoek
16.
Elswout
17.
Duinvliet
18.
De Wildernis
19.
Mr. Enschedépark
20.
Wethouder Laanpark
21.
Groot Bentveld
22.
Naaldenveld
23.
Kareol
24.
Boekenrode
25.
Mariënbosch
26.
Koekoeksduin
27.
Leijduin
28.
Vinkenduin
29.
Woestduin
30.
Vogelenzang en Teijlingerbosch
31.
Huis te Bennebroek
Villaparken
a.
Duin en Daal
b.
Kweekduin
c. Aerdenhout
d. Vogelenzang
Structuren
Duinen
Strandwal
Afgegraven strandwal
Duinrand >30 meter
Duinrand 12-30 meter
Duinrand, in bebouwd gebied
Zuid-Kennemerland, 1984).
Buitenplaatsen zijn landgoederen met een landhuis.
De oudste zijn over water en over land bereikbaar
geweest. Ze liggen aan de in 1657 gegraven Leidse
Trekvaart en zanderijvaarten. Andere oude buiten
plaatsen benutten uit de duinen tredend water of zijn
aangelegd op voormalige blekerijen. Op pagina 25
van dit tijdschrift is het lint van buitenplaatsen in de
1 8e eeuw schematisch weergegeven.
Behalve een relatie met water hebben veel buiten
plaatsen een relatie met hun omgeving via zichtlij
nen over (voormalig) open gebied. Deze zichtlijnen
zijn bijzondere details in de opbouw van het land
schap. Jongere landgoederen zijn aangelegd op vaak
reliëfrijke delen van de oude strandwallen.
Het belang van de landgoederen wordt door Albers
als volgt verwoord: "De landgoederen in Zuid-Ken -
nemerland zijn zo talrijk dat ze een bijna aaneenge
sloten groenstrook vormen. Behalve natuur- en land
schappelijke waarde, hebben deze groengebieden
recreatieve waarde, doordat ze in de dichtbevolkte
Randstad liggen en de streek bovendien druk wordt
bezocht door toeristen uit binnen- en buitenland.
De landgoederen vertegenwoordigen ook een grote
cultuurhistorische waarde, omdat ze getuigen van
de geschiedenis van Zuid-Kennemerland en van de
geschiedenis van tuin- en parkaanleg."
Vergravingen
Grote invloed oefende de mens uit op het landschap
door het te vergraven. Het graven van sloten en wete
ringen om water af te voeren uit de strandvlaktes
naar de meren in het oosten benadrukt de opbouw
van het landschap doordat brede watergangen in
de lengte door de strandvlakte lopen (bv. de Hout
vaart) en de sloten de natte omstandigheden in de
strandvlakte zichtbaar maken. Het vergraven betekent
echter vaak een nivellering. Delen van de strandwal
len werden afgegraven om ze geschikt te maken voor
landbouw. Het veen in de strandvlaktes werd onder
het zand gespit en zo omgevormd tot de geestgron
den waarop bollenteelt mogelijk was. De bollenteelt
is waarschijnlijk aan het eind van de 16e eeuw
ontstaan, maar pas vanaf de tweede helft van de 19e
eeuw werd op grote schaal grond geschikt gemaakt
voor de bollenteelt. Overveen was het centrum van
de bollenhandel. Ook delen van de strandwallen
werden afgegraven voor de lucratieve teelt, waardoor
grote vlakke gebieden ontstonden met een constante
grondwaterstand van 50 cm beneden het maaiveld
en brede sloten geschikt voor vervoer. Blekerijen die
in de 19e eeuw niet meer rendabel waren werden
Ons BeoemEndaai,., 3 3e jaargang, nummer 2, bomer 2009
9