(foto Ton Hoenderdos) In het boompje van verlangen In het kleine Bloemendaalse bos Ving ik jou, moest jij mij vangen Op het fijne Bloenendaalse mos In de groene lenteweelde Van het kleine Bloemendaalse bos Waar wij als twee kleuters speelden Ik de vogel, jij de slimme vos Bij het boompje van verlangen In het kleine Bloemendaalse bos Werd ik vijftien: op mijn wangen Zag jij voor het eerst een rode blos Onder 't boompje van bekoring Op het fijne Bloemendaalse bos Waar een kinderdroom teloor ging Jij en ik, de rokken vlogen los Nooit meer vlogen daar mijn rokken Nooit meer speelde ik diefje-met-verlos Want ik, dwaze, was vertrokken Ver van 't kleine Bloemendaalse bos Dag mijn boompje aller bomen Met je altijd-groene lentedos Ik hervind mijn kinderdromen In het kleine Bloemendaalse bos En wanneer ik eens zal sterven Wil ik onder 't Bloemendaalse mos Voor altijd de rust verwerven Van mijn kleine Bloemendaalse bos Voor altijd de rust verwerven Van mijn kleine Bloemendaalse (bos) Want het boompje Van verlangen Houdt mijn hart en Lijf gevangen Hart gevangen Lijf gevangen Ziel gevangen... Tja. Hier zijn we wel ver van de luidruchtige we reld van opgewonden studenten en krijgslieden. Dan toch maar liever het schuimende origineel waarmee ons bescheiden natuurmonumentje toch maar mooi langdurige nationale faam heeft verworven. Ons bloïmendaai, 34b jaargang, nummer 2, zomer 2010

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2010 | | pagina 9