De 'Zandkuil' van Dries van Geluk Door Piet van der Ham Op 24 januari 1940 is in Overveen veel sneeuw gevallen.Toch zet een stoet auto's zich op de Zeeweg in beweging om het aanliggende duingebied te verkennen. De auto's zijn gevuld met burgemeester Den Tex, wethouder Ouwehand en tien gemeenteraadsleden. In de voorste auto zit de wethou der aandachtig te turen op de kaart van het gebied; hij zoekt Kop Zeeweg 89. Dat is de plaats waar de gemeente een heuvel wil afgraven en waar het nieuwe duinmeer moet komen. Door het witte landschap is het echter moeilijk om de juiste plek te vinden. De delegatie twijfelt, waar ligt Kop 89 en waar komt het duinmeer, voor of achter de nu witte heuvel tjes? Zonder resultaat keert de stoet terug naar het gebouw van Publieke Werken. Daar worden de schoenen ontdaan van zand en sneeuw en besluit men om nader advies te vragen. Op 18 april 1940 geeft de raad het groene licht voor het af graven van het duin op het kadastrale perceel 7551, gelegen naast het Helmmonument. Men denkt dat de regen zal zor gen voor een recreatief duinmeer, niet vermoedend dat het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog een streep zal zetten door de plannen. Het duingebied krijgt van de Duitse bezet ter bunkers en tankvallen, maar geen recreatief duinmeer. Nieuw Plan Het duurt precies zes jaar voor het idee van het duinmeer weer op de politieke agenda komt. Dat gebeurt op 13 april 1946 door een brief van de directeur Publieke werken, J. de Jong. Wethouder Dries van Geluk, door zijn functies in de bouwwe reld bekend met graven en bouwen en belast met de portefeuille Publieke Werken, brengt de brief in tijdens een vergadering van Burgemeester en Wet houders. Hij vindt een gewillig oor, het afgraven van duingrond levert veel geld op, redeneert het college. Maar eerst heeft Bloemendaal, vanwege de Duin- afgravingsverordening, toestemming nodig van de provincie Noord-Holland. Het college kiest voor dezelfde locatie als in 1940, ten oosten van het Helmmonument, dat later verplaatst wordt naar het park zelf. Op 19 maart 1947 geeft de provincie die toestemming. Omdat de provincie haar beleid nadien aanscherpt, valt de definitieve provinciale goedkeuring voor het afgraven pas op 7 april 1949 in de bus van het gemeentehuis. De provincie her haalt daarbij de voorwaarde dat de gemeente Bloe mendaal - ten behoeve van het natuurschoon - een landschapsarchitect moet inschakelen. Dat hadden B. en W al in 1947 gedaan. Het advies van architect A.P. Smits uit Aerdenhout is dat 'bij het duinmeertje min of meer kunstmatig geplant moet worden wat van na ture in de duinen groeit zoals kruipden, vlier, ligustersoor ten, meidoorn, duinroosjes, slangenkruid en echium. Initiatiefrijke wethouder Dries van Geluk was een initiatiefrijke wethouder die in 1948 bij de politiek en de bevolking veel gezag had ver worven door de bouw van het Openluchttheater nabij het Wilhelminapark. Ook het Openluchttheater ligt in een zand kuil, ontstaan door afgraving van duingebied ten behoeve van woningbouw. Bloemendaal was trots op zijn theater, waarvan de realisering grotendeels te danken was aan de voortvarendheid van Dries van Geluk. Zo had Van Geluk kans Helmmonument, 2009 (foto PvdH) Ons Bloemendaal, 34e jaargang, nummer 3, najaar 20 10 27

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2010 | | pagina 27