Uit Indië
"Komjij uit Indië?" is mij veel
gevraagd. Of "benje Indisch?". Men
bedoelt te zeggen, "jij praat Indisch."
Klopthet is er na al die jaren niet
afgegaan.Indischzijn was een
ongekend begrip voor een kind van
nauwelijks acht jaar in dat land.
Door Tilly Jepsen-Flohil
26
HILARY S-1-*61 £-1x6-1x20 MARTUN 21-7-'Sö 2i*7~$«2Q
AB i> WM të
vwx'ijf^5
BAUK PAPAN - BLOEMENDAAL*
14-12-1946 20
14 *12 "26 20 26 E 46
TILLY FLOHIL m
SLAWITEGAL J
3-5-1326
I VIM 3EPSEN
AMSTERDAM
m 3-2-1320
Cat-ch the sunshine, don't be grieving
o'er that darksome billow there-
Life's a sea of stormy billows,
we most meet them everywhere.
Pass right through them, do not tarry,
overcome the heaving tide;
there's a sparkling gleam of sunshine
waiting on the other side!
|«ii
if- V,
<[iOI i'
ji'll'l
Wij leefden er, waren er meestal geboren, dus wasje
Indisch. Wanneer je in Amsterdam geboren was, was
je tenslotte Amsterdams!
De schoolkinderen in Indië waren de wereldburgers.
De diverse huidskleuren niets bijzonders. Zelfs het
ene Hollandse kind was soms blanker dan het andere.
En daarnaast waren er de Maleise, Javaanse, Chinese
kinderen en er was er zelfs één uit India.
En allemaal moesten wij op Koninginnedag witte
kleertjes aan, kregen een oranje sjerp om en liepen
dan in een lange rij, met vlaggetjes, door het dorp
en zongen "wees begroet met jubeltonen, wees
gezegend groote dag ..."Soms, meestal wanneer ik
alleen in de auto zit, jubel ik dat lied uit volle borst.
Het betekent méér voor mij dan het Wilhelmus.
Hoewel mijn vader uit Hellevoetsluis kwam en mijn
moeder uit Numansdorp, bestond ervoor mij maar
één vader- of moederland en dat was dat duizenden
kilometers lange eiland, met bergen, bronnen en
beken, mooi gekleurde stenen, zacht en rond van
kiezelstenen tot aan de hele grote, zelfs groter dan
een kind. De bomen, struiken, varens, alles vochtig
of heel erg nat en het gras, zo mooi en zo groen.
Nooit heb ik gras zo geroken. Acht jaar oud was ik
toen wij in Bloemendaal kwamen wonen; ouders en
jongste broer, verenigd met twee oudere broers en
grootouders in het toen laatste huis aan de lepenlaan.
Ik moest naar school, de Bornwaterschool, nog onder
de hoede van de Hartenlustenschool van Popma. In
de derde klas bij juf Noorman.
In 1935 verhuisden wij naar onze eigen school en
één van de grootste evenementen was de grote,
lange schoolfoto, zo een waar kinderen 'achter de
'muur' meelopend met de fotograaf, er twee keer
opstonden. Als het goed is, hangt de mijne, ingelijst
sinds 2005, in de school.
Ik was een verlegen kind. Ik zeg dat met enige
aarzeling omdat men een verlegen kind vergeet en
een druk pratend kind onthoudt. Ik had hele witte
haartjes, en een jongenskop. De rondtrekkende