De Denker Een nieuwe plek? -uV£&sNj i? Honert, vanwege zijn positie binnen het orthodox establishment wel 'de paus van Leiden'genoemd, liet in zijn boek'De Kerk in Nederland, beschouwd en tot bekeering vermaand' uit 1746 het vers eerst door de tekst schemeren: Met wat voorbereiding komen die Menschen in Gods Huys, die sooveei tyd aan het overdenken en voltoojen van hun optooisel hebben moeten besteden1 Met wat hart sitten die Menschen in gods Huys welker gehele Siel sit in hunne krullen en in hunnen verderen belacheliken opschik?En met wat nabetragting gaan die Menschen uyt Gods Huys, die er enkel inkwamen, om daar te pronken? Om dan de voorhang weg te trekken met de bittere conclusie, dat mensen van dit slag het verloren tijd zouden achten om te leren hoe hunnen voet te bewaren, als sy in Gods Huys gaan. Niet alleen onder orthodoxen werd Prediker tegen dergelijke kerkbezoekers in stelling gebracht. In het spectatoriale tijdschrift De Denker, dat in kringen van verlichte hervormden, remonstranten en doopsgezinden gretig aftrek vond, geeft in aflevering 251 uit 1767 een anonieme auteur een verhandeling ten beste, waarin hij ongepast en ongeïnteresseerd gedrag tijdens de kerkdienst omstandig aan de kaak stelt. De schrijver ergert zich aan bezoekers die tijdens de dienst niet schromen om te babbelen, te geeuwen, te ginnegappen of zelfs te flirten met de andere sexe. Hij plaatst daar scherp tegenover de ingetogenheid van de aandachtige en waarlijk vrome kerkgangers, die voortvloeit uit hun diepe besef van de oneindige grootheid, onbeschryflyke heerlykheid, alles overtreffende Majesteit, verbaazende almagt, ontzagchelyke tegenwoordigheid, volstrekte alweetendheid, ondoorgrondelyke wysheid, onbevlekte heiligheid, eindelooze goedheid en onbegrypelyke Menschenliefde van hetaanbiddelyk Opperwezen. En als motto heeft deze anonieme spectator aan zijn betoog juist ons Predikervers meegegeven: bewaart uwen voet... Het heeft er dus alle schijn van, dat het Bloemendaalse bord deel uitmaakte van een breed gedragen kerkelijk disciplineringsoffensief, gericht tegen de banalen en de frivolen, die 'Gods Huys' misbruikten als schouwtoneel voor nun ijdele beuzelarijen. De plank met haar oproep tegen lichtzinnigheid, die de Bloemendaalse kerkgangeral circa tweeënhalve eeuw op het hart wordt gedrukt, verkeert, stellig niet voor het eerst, in niet meer al te beste staat. Eerlang zal weer een nieuwe nodig zijn. Het ware te overwegen om het volgende exemplaar aan de binnenkant van het toegangsportaal te plaatsen. De traditie blijft dan gehandhaafd en het front van de kerk herkrijgt het ongestoorde, goed doordachte classicistische lijnenspel, dat haar begaafde architect nog weer ruim een eeuw eerder beoogd had.'^p^ 28 www.onsbloemendaal.nl nr. 1 voorjaar 2012

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2012 | | pagina 28