Voor zevenkruid geen tijd
Boerekar
Mooi als de ligging van het huis mag zijn, Antonia heeft
het niet op de eenzaamheid van de plek. Zeker, er staan
nog een paar andere huizen richting het dorp/maar in de
nacht is het pikkedonker. Er kan van alles rondspoken en
dat doet het ook. Een bedelaar jaagt Antonia de stuipen
op het lijf als hij iedere keer weer met zijn gezicht plat
tegen het raam naar binnengluurt.
Het gevaar komt niet alleen van mensen. In april 1946
slaat de bliksem in een boom naast het huis van Steenkist.
De boom vernielt het dak en er ontstaat een grote brand.
Kees Laan laat onmiddellijk een noodwoning bouwen
waar het gezin Steenkist maandenlang in verblijft tot het
tuinmanshuis weer is herbouwd.
Jan Steenkist kijkt na het ongeluk des te scherper naar de
bomen. Hij heeft in zijn eentje de verantwoordelijkheid
voor een gezond bomenbestand en speurt naar dood
hout en zwakke bomen op het landgoed. Hij kijkt, zijn
sigaar tussen wijsvinger en middelvinger nemend, langs
de rechte stammen van grove dennen omhoog om te
zoeken naar dood hout in de platgelaagde kruinen. Hij
inspecteert de statige eiken en beuken en is bezorgd over
afstervende berken.
Bomen kappen en hoge takken afzagen mag hij niet zelf
doen, daar moeten anderen voor komen. Hij kijkt er ook
niet naar uit om in de bomen te moeten klimmen Eén
ding weet hij zeker, er moet niet gebeuren wat ooit de
jonge tuinman in Bloemendaal overkwam die bij het
afzagen van een grote tak aan de verkeerde kant ging
zitten en met tak en al tegen de grond smakte.
Aan de ondergroei hoeft hij niet veel te doen. De
decoratieve lijsterbes laat haar rode bessen toch wel zien.
De seringen bij de oude startbaan voorV-1's bloeien elk
voorjaar. De meidoorns doen hun best in de schaduw
van het bos. De varens zijn ijzersterk. Voor het beruchte
zevenkruid of zevenblad neemt Steenkist nog minder tijd.
Dat spul vertakt zich met wortels onder de grond en tiert
hem te welig. Het bestrijden van zevenkruid, zo legt hij
aan zijn principaal uit, is hopeloos.
Op het huis Oud-Woestduin wonen Kees en Madeleine
Laan met een kefferhondje. Als waakhondje is het niet
echt gevaarlijk maar het slaat alarm als het nodig is.
Mevrouw Laan wandelt met haar rijzige gestalte weieens
door het bos met haar hond. In de beleving van de familie
Steenkist kan zij neerbuigend of lastig zijn, maar zij oogst
waardering voor haar goede zorgen en attenties. Zij
neemt zelfs cadeautjes uit Parijs mee.
Op Jan Steenkist's verjaardag komt zij weieens met haar
kamenier-huishoudster of haar man op bezoek voor een
kopje koffie. Het is niet ongebruikelijk dat zij waar de
anderen bij zijn met z'n tweeën Frans praten. Jan laat het
aan zich voorbijgaan. Zijn vrouw Antonia en dochter Arti
die meehelpen in de huishouding van de familie Laan zijn
ermee vertrouwd dat zij Frans horen praten.
Tijdelijk inwonende schoondochter Co Steenkist is daar
28 www.onsbloemendaal.nl nr. 2 zomer 2012